Eleanor Roosevelt bekijkt een poster met daarop de UVRM in het Spaans
© UN Photo

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) is opgesteld door de Commissie voor Mensenrechten van de Verenigde Naties. Vooral Eleanor Roosevelt (1884-1962), de weduwe van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt, heeft de verklaring gepromoot.

Op 10 december 1948 namen de leden van de Verenigde Naties de verklaring aan, zonder tegenstemmen, maar met acht onthoudingen (waaronder van de Sovjet-Unie, Saudi-Arabië en Zuid-Afrika). De verklaring is de eerste internationale bevestiging van de universaliteit van mensenrechten.

UVRM als internationale standaard

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft geen bindende kracht, maar wordt wel gezien als de belangrijkste internationale standaard van de mensenrechten. De verklaring bestaat uit een preambule (een inleidende tekst), waarin de ‘inherente waardigheid en onvervreemdbare rechten van de mens’ worden erkend, en vervolgens dertig artikelen. Die omvatten in totaal zo’n zestig verschillende mensenrechten. Andere verdragen hebben daar nog zo’n veertig mensenrechten aan toegevoegd.

UVRM omvat niet alle mensenrechten

De artikelen 1 t/m 21 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens hebben betrekking op burgerrechten en politieke rechten, artikelen 22 t/m 27 op economische, sociale en culturele rechten. Enkele artikelen van de UVRM gaan over de kern van de democratie: recht op inspraak in bestuur, op gelijke benoeming in openbare functies en op vrije verkiezingen. In de UVRM zijn niet alle mensenrechten opgenomen. De onderhandelaars konden het namelijk niet overal over eens worden en sommige rechten werden toen nog niet algemeen als mensenrecht erkend.

De doodstraf staat daarom niet in de verklaring: sommige landen waren daar al in 1948 op tegen, maar andere landen zijn er nog altijd voorstander van. Om soortgelijke redenen ontbreken in de UVRM verwijzingen naar onder meer de vrijheid van drukpers, het recht op abortus en euthanasie, de academische vrijheid, het stakingsrecht, de bescherming van vrouwen tegen geweld en genitale verminking, de bescherming van kinderen tegen schadelijke arbeid, het individueel klachtrecht, het zelfbeschikkingsrecht van volken en het recht op eigen taal en naam. Veel van deze rechten staan wel in verschillende latere (bindende) verdragen, waaronder de VN-verdragen van 1966.

De betekenis van de UVRM

  • De UVRM is geen verdrag dat door staten ondertekend of bekrachtigd is en is dus niet bindend. Wel verwijzen rechtbanken over de hele wereld naar de verklaring.
  • De UVRM is gebruikt als basis voor de bindende VN-verdragen over mensenrechten, waaronder het verdrag voor burgerrechten en politieke rechten, en dat voor economische, sociale en culturele rechten (beide van 1966). Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens van 1950 is erop gebaseerd.
  • De UVRM heeft invloed gehad op het opstellen van meer dan negentig nationale grondwetten.
  • De UVRM vormt de basis voor tal van mensenrechtenorganisaties en -verdedigers . De grootste organisatie is Amnesty International.
  • De UVRM richt zich niet alleen op staten, maar ook op individuen en organisaties, waaronder bedrijven.

UVRM: lange en korte versie

Lees hier de volledige versie van de UVRM en de korte versie hier.

Zie meer details over het ontstaan en de inhoud van de UVRM op Wikipedia.

Eleanor Roosevelt en de UVRM

‘Waar beginnen de universele mensenrechten? Op kleine plaatsen, dicht bij huis – zo dichtbij en zo klein dat je ze op geen enkele wereldkaart kunt zien. Maar die plekken zijn de wereld van individuele mensen; de buurt waarin hij woont; de school die hij bezoekt; de fabriek, boerderij of kantoren waar hij werkt. Als deze rechten daar geen betekenis hebben, hebben ze ergens anders ook weinig betekenis.’

Eleanor Roosevelt in 1958 bij de tiende verjaardag van de UVRM.

Meer over dit onderwerp