Verdronken kinderen, gammele bootjes die zinken en overvolle vluchtelingenkampen aan de randen van Europa; beelden waarmee wij de afgelopen jaren steeds meer bekend zijn geraakt. De enorme toename van mensen die oorlog of vervolging ontvluchtten en Europa wilden bereiken in 2015, liet Europese leiders met hun handen in het haar zitten. Sindsdien richten zij zich steeds meer op het versterken van Europa’s buitengrenzen. Niet alleen met hekken, prikkeldraad en grenswachten, maar ook met ‘vluchtelingen- of migratiedeals’. Dit zijn afspraken met landen buiten Europa, die in ruil voor bijvoorbeeld geld of handelsvoordelen migranten niet verder laten reizen of hen overnemen. Amnesty maakt zich grote zorgen over de ernstige mensenrechtenschendingen die volgen uit deze ‘deals’.
Om de komst van vluchtelingen en migranten in 2015 een halt toe te roepen sloten 27 Europese lidstaten, waaronder Nederland, een overeenkomst met Turkije: mensen die de oversteek vanuit Turkije naar Griekenland maakten mocht Griekenland terugsturen. Voor elke teruggenomen persoon door Turkije zou Europa een Syrische vluchteling naar de EU laten overkomen. Maar daar kwam weinig van terecht. Na de deal kwamen duizenden mensen onder verschrikkelijke omstandigheden vast te zitten op de Griekse eilanden, in afwachting van een asielbesluit. Bovendien kon Turkije niet als veilig land worden beschouwd. Amnesty heeft flinke kritiek geuit op deze deal en vreest dat dit een blauwdruk is voor afspraken met andere landen.
Verschillende landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Denemarken, hebben afspraken gemaakt met Rwanda over migratie. Het idee is als volgt: mensen die asiel aanvragen in het Verenigd Koninkrijk of Denemarken worden op een vliegtuig naar Rwanda gezet. De verantwoordelijkheid voor deze mensen zou dan volledig bij Rwanda komen te liggen: dat land moet dan vaststellen of mensen recht hebben op een vluchtelingenstatus en Rwanda is dan verantwoordelijk voor mogelijke terugkeer naar het land van herkomst.
Bovendien laat de praktijk zien dat deze deals alleen maar zorgen voor meer mensenhandel. Toen Israël tussen 2015 en 2018 Eritrese en Soedanese mensen naar Oeganda en Rwanda stuurde, bleken de meeste mensen geen andere optie te zien dan deze landen weer te verlaten naar andere Afrikaanse landen of Europa. Waardoor mensenhandelaren opnieuw werk kregen. Lees daarover meer in ons rapport.
Een belangrijke gedachte achter migratiedeals is dat landen in de regio meer mensen moeten opvangen. Europese regeringsleiders presenteren dit vaak als de oplossing. Maar landen in de regio, zoals Libanon, Turkije en Jordanië, vangen al het merendeel van de vluchtelingen op. Ze hebben vaak te weinig middelen om deze vluchtelingen bescherming en basisvoorzieningen te bieden. De consequentie: overvolle kampen waar mensenrechtenschendingen als uitbuiting, marteling en (seksueel) geweld plaatsvinden.
In Libanon bijvoorbeeld, is 1 op 4 inwoners vluchteling.
Wereldwijd is er een groot tekort aan hervestigingsplaatsen. UNHCR schat dat 1,4 miljoen vluchtelingen hervestigd moeten worden.
Dat zijn 500 vluchtelingen per jaar.
De Europese Unie in oktober 2016 maakte onder de naam ‘Joint Way Forward’ afspraken met de Afghaanse overheid om uitgeprocedeerde asielzoekers terug te nemen. Het aantal uitzettingen vanuit Europa naar Afghanistan is sindsdien aanzienlijk toegenomen. Ook de Nederlandse overheid heeft sinds 2016 aanzienlijk meer mensen uitgezet naar Afghanistan, onder wie kwetsbare mensen zoals gezinnen met kinderen. Daar lopen ze een groot risico om slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen zoals bomaanslagen, marteling of ontvoering. Amnesty roept Europese landen op te stoppen met uitzettingen.
De EU, inclusief Nederland, steunt actief de Libische autoriteiten. Zo krijgt de Libische kustwacht training, boten en ander materieel om mensen op zee te onderscheppen. Onderschepte mensen worden in detentiecentra geplaatst, waar ze een groot risico lopen om gemarteld, uitgebuit of zelfs vermoord te worden. Daarnaast gebruikt de Libische kustwacht geweld en intimidatie tegen drenkelingen en non-gouvernementele organisaties (ngo’s) die reddingsoperaties uitvoeren. Amnesty meent dat Europa hiermee medeplichtig is aan deze mensenrechtenschendingen.
De EU heeft plannen om nieuwe deals te sluiten met landen buiten de EU. Amnesty is niet principieel tegen samenwerking met landen om vluchtelingen op te vangen en de asielprocedure te laten doorlopen. Maar dan moeten die afspraken wel aan mensenrechtenstandaarden voldoen. Tot nu toe heeft de praktijk alleen aangetoond dat deals tot ernstige mensenrechtenschendingen kunnen leiden.
Hieronder zie je onze belangrijkste aanbevelingen.