Racistische toespraak president Tunesië zet aan tot golf van geweld tegen zwarte Afrikanen
De Tunesische autoriteiten moeten ervoor zorgen dat er onmiddellijk een einde komt aan de aanvallen op zwarte Afrikaanse migranten. Die begonnen in februari, en de aanvallen namen toe na de racistische en xenofobe opmerkingen van president Kais Saied op 21 februari 2023.
De autoriteiten moeten de daders ter verantwoording roepen, met name wanneer politieagenten bij de aanvallen betrokken waren. Ze moeten alle migranten vrijlaten die willekeurig worden vastgehouden en ze moeten ervoor zorgen dat ze niet onvrijwillig worden teruggestuurd.
Discriminerend en haatdragend
De discriminerende en haatdragende opmerkingen van president Saied tijdens een vergadering van de Nationale Veiligheidsraad op 21 februari zorgden voor een toename van racistisch geweld tegen mensen van kleur. Bendes gingen de straat op waar ze migranten, studenten en asielzoekers aanvielen. Politieagenten arresteerden en deporteerden tientallen mensen.
President Saied zei dat ‘hordes illegale migranten uit Sub-Sahara Afrika’ naar Tunesië waren gekomen, ‘met alle geweld, misdaad en onaanvaardbare praktijken van dien’. Hij zei dat dit een ‘onnatuurlijke’ situatie was en dat het een onderdeel vormde van een crimineel plan dat was ontworpen om ‘de demografische samenstelling te veranderen’ en Tunesië te veranderen in ‘het zoveelste Afrikaanse land dat niet meer tot de Arabische en islamitische naties behoort’.
‘Tolereer racistisch geweld niet’
‘President Saied moet zijn opmerkingen intrekken en onderzoek instellen om duidelijk aan te geven dat anti-zwart racistisch geweld niet wordt getolereerd’, zegt Heba Morayef van Amnesty International. ‘De president moet ophouden met het zoeken naar zondebokken voor de economische en politieke ellende van Tunesië. De gemeenschap van zwarte Afrikaanse migranten in Tunesië wordt nu gegrepen door angst voor mishandeling of willekeurige arrestatie en gedwongen terugkeer.’
‘Tot nu toe hebben de Tunesische autoriteiten geprobeerd deze gewelddadige aanvallen te bagatelliseren en zelfs geheel te ontkennen. Autoriteiten moeten prioriteit geven aan het onderzoek naar politiegeweld tegen zwarte migranten. Ook moeten ze onmiddellijk een einde maken aan de gedwongen terugkeer van migranten en ze moeten racistisch gemotiveerde aanvallen door bendes of agenten voorkomen.’
Geweld ontkend
Al twee weken lang ontkennen de autoriteiten racistisch geweld tegen zwarte Afrikanen. Na de internationale verontwaardiging die de opmerkingen van de president opriepen, kondigden de autoriteiten op 5 maart ‘nieuwe maatregelen’ aan om het legale verblijf van migranten te vergemakkelijken en om de terugkeer van degenen die ‘het land vrijwillig willen verlaten’ te faciliteren. Desondanks duren de aanslagen en het geweld voort.
Amnesty International sprak met twintig mensen in Tunis, vijf asielzoekers en vijftien mensen zonder papieren uit Kameroen, Sierra Leone, Ghana, Nigeria, Guinee en Ivoorkust. Allen werden aangevallen door bendes en in ten minste drie gevallen was daarbij de politie aanwezig. Die greep niet in om de aanvallen te stoppen of de daders te arresteren.
Advocaten zonder Grenzen, een organisatie die rechtsbijstand verleent aan asielzoekers en migranten, bevestigt dat sinds begin februari in verschillende steden in Tunesië zeker 840 zwarte Afrikaanse migranten, studenten en asielzoekers zijn opgepakt. Veel van de geïnterviewden zeiden dat geweld en vijandigheid tegen zwarte mensen voortdurend plaatsvindt in Tunesië. Ze vertelden dat de aanvallen toenamen na de toespraak van de president.
Racistische aanvallen door bendes na opruiing door president
Getuigen beschreven hoe Tunesische mannen, soms gewapend met knuppels en messen, na de toespraak van de president de straat opgingen om hen aan te vallen of hun huizen binnen te vallen.
Op 24 februari werd de 22-jarige Manuela D, een asielzoeker uit Kameroen, in de borst gestoken, waarbij ze zware verwondingen opliep. Ze werd aangevallen door een groep van zes mannen die racistische beledigingen naar haar schreeuwden. Ze vertelde dat ze in de wijk Ariana in de hoofdstad Tunis was toen ze een klap in haar nek voelde. Ze viel op de grond en kreeg in het Frans toegeschreeuwd ‘ga terug naar huis, jij bende van zwarten, we willen je hier niet’. Toe ze in het ziekenhuis wakker werd, zag ze dat ze bloedde en dat haar kleren waren gescheurd. Ze had een open wond in haar rechterborst en andere verwondingen aan haar buik en lippen.
De 21-jarige Aziz uit Sierra Leone vertelde dat hij in juni 2021 naar Tunesië kwam om als bouwvakker aan de slag te gaan. Een paar dagen na de toespraak van de president kwamen tien Tunesiërs naar zijn huis in Ariana. Ze braken zijn deur open, namen zijn spullen mee en dwongen hem en zijn gezin het huis uit te gaan. Hij zei dat de mensen die hem en zijn vrouw aanvielen, zeiden dat ‘alle zwarte mensen moeten vertrekken, ze willen ons niet zien, ze willen ons hier niet… ze namen ons geld, zelfs ons eten, ze zeiden ga terug naar Afrika’.
In acht gevallen zeiden arbeidsmigranten en asielzoekers dat ze door bendes uit hun huizen waren verdreven en dat hun bezittingen waren gestolen of vernield. Tien mensen vertelden dat hun huisbazen hen uit huis zetten nadat de autoriteiten hadden gedreigd om iedereen te straffen die ‘illegale migranten’ onderdak bood of in dienst had.
Sommigen van de geïnterviewden verbleven onder onhygiënische omstandigheden in een geïmproviseerd kamp van de Internationale Organisatie voor Migratie in Tunis, zonder toegang tot voedsel, behalve eten dat was uitgedeeld door vrijwilligers. Ook was er geen toilet en hadden ze geen warme kleren, omdat ze al hun bezittingen hadden verloren.
Mishandeling door de politie
Drie getuigen zeggen dat ze zijn mishandeld of gearresteerd door de politie. Milena, een student uit Burkina Faso, meldde dat ze fysiek en verbaal werd aangevallen door de politie. Ze vertelde dat drie Tunesische mannen haar beledigden en haar zeiden dat ze het land moest verlaten toen ze een supermarkt uitkwam. Een passerende politieauto stopte, maar in plaats van de mannen aan te spreken, vroeg de agent haar om haar verblijfsvergunning te tonen. Ze antwoordde dat ze een student was en liet haar schooldocumenten zien. Ze werd onmiddellijk geboeid, gedwongen om de politieauto in te gaan en naar het politiebureau van Ariana gebracht. Ze zei: ‘Toen ik op het politiebureau aankwam, schreeuwde een politieagent tegen me “jullie zwarten creëren problemen” en schopte een andere me met zijn knie in mijn maag.’ Na 4 uur detentie lieten ze haar vrij, nadat een Tunesische vrouw bevestigde dat zij een student is.
Arrestatie en gedwongen terugkeer
De 30-jarige Djomo, een bouwvakker uit Ivoorkust, vertelde dat hij op 5 maart rond 20.00 uur wakker werd in een huis in Sfax door een harde knal op de deur, waarna ongeveer tien mensen inbraken. ‘Ze waren gewapend met knuppels, sommigen dwongen twee van mijn huisgenoten naar buiten te gaan en sloegen ze totdat ze op de grond vielen. Anderen begonnen alles in huis te vernielen, ze namen het geld en de telefoons van sommigen van ons af. De politie kwam 30 minuten later, maar ze arresteerden de aanvallers niet. In plaats daarvan kregen wij handboeien om en brachten ze ons naar hun hoofdkwartier.’
Hij zei dat hij die nacht samen met 25 anderen was gearresteerd, onder wie een 8 maanden zwangere vrouw. De volgende dag werden ze voor de rechter gedaagd, maar ze werden ‘s middags zonder proces weer vrijgelaten. Djomo zei dat de huisbaas hen had verteld dat ze niet naar huis terug konden. Op het moment dat Amnesty met hem sprak, leefde hij op straat.
Amnesty International bekeek recente video’s en foto’s die genomen waren in Ouardia, een detentiecentrum in Tunis. Daarop is te zien hoe veiligheidsagenten migranten slaan. In één video sleepten agenten met geweld een zwarte man een trap af.
De afgelopen dagen zijn honderden zwarte Afrikanen geïntimideerd om terug te keren naar hun eigen land. Ten minste 300 Malinezen en Ivorianen werden op 4 maart naar hun land teruggestuurd als onderdeel van wat wordt beschreven als een ‘vrijwillige evacuatie’. Op 1 maart werd een groep Guinese migranten gerepatrieerd.
Achtergrond
In 2018 was Tunesië het eerste land in het Midden-Oosten en Noord-Afrika dat een wet uitvaardigde die rassendiscriminatie bestraft en slachtoffers van racisme in staat stelt verhaal te halen voor verbaal of fysiek racistisch geweld. De afgelopen maanden werden social media overspoeld met racistische, anti-zwarte berichten. De Tunesische Nationalistische Partij is van mening dat de aanwezigheid van zwarte Afrikanen in Tunesië deel uitmaakt van een ‘complot om de samenstelling van de samenleving te veranderen’.