Activisten van Amnesty Hongarije protesteren tegen een wetsvoorstel dat ngo’s in hun functioneren belemmert (Budapest, april 2017)

NGO’s liggen wereldwijd steeds meer onder vuur

Overal ter wereld wordt de druk op non-gouvernementele organisaties (ngo’s) opgevoerd. Organisaties raken verstrikt in een bureaucratische nachtmerrie, er worden wetten aangenomen waarmee medewerkers onder toezicht komen te staan, en er dreigt altijd het gevaar van gevangenzetting.

Dat zegt Amnesty International in haar rapport  Bekijk ook: Laws Designed to Silence: The Global Crackdown on Civil Society Organizations , dat vandaag verschijnt. Het rapport bespreekt 50 landen waar anti-ngo-wetten van kracht zijn of op het punt staan om aangenomen te worden. ‘Steeds meer overheden belemmeren het cruciale werk van ngo’s op een onaanvaardbare wijze,’ zegt Kumi Naidoo, secretaris-generaal van Amnesty International. ‘Als je mensenrechtenverdedigers het zwijgen oplegt, heeft dat gevolgen voor iedereen.’

Recht op vergadering

Alleen al in de afgelopen twee jaar zijn er wereldwijd bijna 40 wetten ontworpen en deels aangenomen, die als doel hebben om maatschappelijke organisaties het werken onmogelijk te maken. De wetten zijn in strijd met het recht op vereniging. Als gevolg van deze wetten worden organisaties onderworpen aan absurde registratieprocedures. Hun werk wordt gemonitord en het wordt hun moeilijker gemaakt om inkomsten te verwerven. In veel gevallen worden organisaties verboden als ze niet voldoen aan de onredelijke eisen die aan hen gesteld worden.

Registratie van ngo’s geweigerd

Zo wees in oktober 2018 het Pakistaanse ministerie van Binnenlandse Zaken zonder opgaaf van redenen 18 registratie-aanvragen van internationale ngo’s af. In Wit-Rusland staan ngo’s onder streng staatstoezicht. Wie werkt voor een niet-geregistreerde ngo kan vervolgd worden.

In Saudi-Arabië kan de overheid nieuwe organisaties een licentie weigeren en hen ontbinden als zij de “nationale eenheid bedreigen”. Dit heeft zijn uitwerking niet gemist op mensenrechtenorganisaties, onder wie groepen die opkomen voor vrouwenrechten, die het onmogelijk is gemaakt om zich te registreren en daardoor niet kunnen opereren.

In Egypte moeten organisaties die buitenlandse steun krijgen voldoen aan strikte en willekeurige eisen. Dit heeft ertoe geleid dat veel mensenrechtenverdedigers niet mogen reizen, geen toegang hebben tot hun banktegoeden en vervolgd worden. Sommigen kunnen tot 25 jaar cel krijgen.

NGO’s zijn ‘buitenlandse agenten’

Ook Amnesty ligt overal ter wereld onder vuur, zegt Naidoo: ‘Van India tot Hongarije hebben overheden onze medewerkers beledigd, zijn onze kantoren binnengevallen en hebben ze onze tegoeden bevroren.’

In Hongarije werd ook een aantal ngo’s die geld uit het buiteland ontvangen, gedwongen om zichzelf te afficheren als “buitenlandse agenten”, een synoniem voor “spionnen”, “verraders” en “vijanden van de staat”. Organisaties die zich niet aan de regels houden, kunnen hoge boetes krijgen en zelfs verboden worden. Vooral organisaties die zich inzetten voor migranten en vluchtelingen worden eruit gepikt; sinds er in juni 2018 nieuwe wetgeving van kracht werd, worden hun medewerkers lastiggevallen.

Angst voor repercussies

‘We weten niet wat er gaat gebeuren met ons en andere organisaties, en welke wetten er nog meer aangenomen zullen worden,’ zegt Aron Demeter van Amnesty Hongarije. ‘Verschillende medewerkers zijn op internet het slachtoffer geworden van trollen, scheldpartijen en bedreigingen met geweld. Sommige evenementenlocaties hebben ons geweigerd en er zijn ook scholen geweest die ons geen toestemming hebben verleend om lessen over mensenrechten te verzorgen, omdat ze bang waren voor repercussies.’

Laat mensenrechtenverdedigers met rust

In sommige landen worden juist die ngo’s aangevallen die opkomen voor gemarginaliseerde groepen in de samenleving. Het gaat daarbij vooral om organisaties die zich inzetten voor vrouwenrechten (inclusief seksuele en reproductieve rechten), LHBT-rechten, rechten van migranten en vluchtelingen en milieurechten. Dit is onder meer in Nigeria, Maleisië en Rusland het geval.

‘Niemand zou gecriminaliseerd moeten worden omdat hij of zij mensenrechten verdedigt,’ zegt Naidoo. ‘Wereldleiders moeten zorgen voor gelijkheid, betere arbeidsomstandigheden, goede gezondheidszorg, toegang tot onderwijs en adequate huisvesting. Wat ze juist niet moeten doen is mensen op de korrel nemen die hun rechten daarop opeisen.’

Meer over dit onderwerp