China op de globe
© Chuttersnap on Unsplash

China’s mondiale ambities

Homepage China-informatieplatform

 

De tijd van China’s ingetogen buitenlandbeleid is voorbij. Dat beleid werd jarenlang bepaald door Deng Xiaoping’s motto “biding one’s time and hiding one’s capacities” (taoguang yanghui). Tijdens de opening van het 19e partijcongres in 2017 zei president Xi Jinping echter dat China een nieuw type van internationale relaties wil bevorderen, en dat het een actieve rol zal spelen in het hervormen en ontwikkelen van het wereldwijde bestuurssysteem. Als gevolg hiervan laat China zich tegenwoordig veel meer gelden in de internationale politiek.
De liberale wereldorde die werd ingesteld na de Tweede Wereldoorlog is vandaag in een staat van wanorde. Trump, Brexit, populisme en andere fenomenen houden westerse staten in de ban, en zorgen voor een grote ontwrichting van nationale en wereldwijde bestuurssystemen. Er ligt dan ook een uitgelezen kans voor de economische gigant China om aan te sturen op een algehele hervorming van het huidige wereldwijde bestuurssysteem.

China is steeds actiever in het uitdragen van zijn eigen visie op belangrijke bouwstenen van dat systeem, zoals de rechtstaat en de mensenrechten (klik hier voor meer informatie over de rechtstaat en hier voor meer informatie over de mensenrechten in China. China breidt hierbij stelselmatig haar invloed uit op andere landen, samenlevingen en multilaterale instellingen. Zo verstevigt het zijn greep op bestaande multilaterale instellingen zoals de VN en richt het zelf nieuwe multilaterale instellingen op (lees hier meer over de positie en houding van China in de internationale orde.

Het land vergroot ook zijn macht via economische initiatieven zoals het Belt and Road Initiative, en het probeert zijn imago op te poetsen door middel van een wereldwijd media-offensief en grote controle op het onderwijs en de academische instellingen. Hierbij aarzelt China niet om democratische instellingen en mensenrechten in andere landen te ondermijnen. In de Amnestypublicatie “Shifting Power and Human Rights Diplomacy – People’s Republic of China” uit 2020 bespreken 12 experts de huidige en potentiële rol die China speelt en kan spelen in (het ondermijnen van) de internationale bescherming van de mensenrechten.

Het Belt and Road Initiative (BRI)

In naam van het Belt and Road Initiative (BRI) wordt sinds 2013 flink geïnvesteerd in de aanleg en verbetering van wegen, spoorlijnen, havens, water- en elektriciteitsvoorziening en andere infrastructuur in Azië, Afrika, Europa en Noord- en Zuid-Amerika. Doel van deze investeringen en leningen is vooral het vergemakkelijken van de handel, maar natuurlijk wint China zo ook in veel landen aan invloed. Internationale waarnemers, waaronder de VN, waarschuwen voor de mogelijke consequenties van deelname aan het BRI. De financiering van sommige projecten loopt in de miljarden en de terugbetaling van deze bedragen plus rente kan oplopen tot bedragen die niet in verhouding staan tot het nationaal product van veel van de deelnemende landen. China’s projecten in BRI-landen worden dikwijls uitgevoerd door Chinese (staats)bedrijven en er zijn gevallen bekend waar de voorwaarden stipuleren dat China tientallen jaren zeggenschap houdt over de resulterende infrastructuur.
Ondanks de vele investeringen die al gedaan zijn in naam van het Belt and Road Initiative, hebben steeds meer landen hun bedenkingen bij het project. Wereldwijde ervaringen laten zien dat het BRI niet alleen nieuwe infrastructuur oplevert, maar ook corruptie, torenhoge schulden en toenemende Chinese invloed met zich meebrengt. Dat de investeringen in (vooral armere) landen ook daadwerkelijk onderdeel zijn van een bewuste strategie van debt trap diplomacy, een middel om door schuldverplichtingen druk uit te oefenen op een staat, staat niet vast (zie hier twee voorbeelden met vóór- en tegenargumenten over de debt-trap diplomacy-hypothese). Wel gaan sommige deelnemende landen overeenkomsten aan die een financiële strop blijken, wat consequenties heeft voor het verloop van de samenwerking. Voorts duiden verschillende experts zoals Pitmann B. Potter erop dat China via economische initiatieven zoals het BRI zijn eigen visie op mensenrechten en andere belangrijke bouwstenen voor het wereldwijde bestuurssysteem assertief uitdraagt.

Problematische BRI-projecten

In Montenegro werd de bouw van een snelweg met Chinees geld stopgezet, omdat de economie ontwricht raakte door de torenhoge schulden. Djibouti leende in het kader van het BRI 1,4 miljard dollar van China, een bedrag dat gelijkstaat aan 75 procent van het Djiboutiaanse bruto nationaal product. Sri Lanka moest in 2017 noodgedwongen een 99-jarige lease verstrekken aan China op een nieuwgebouwde haven, omdat het land niet in staat was om de betalingen van het project van 1,4 miljard dollar te voldoen. In augustus 2018 besloot de Maleisische overheid om drie door China gesponsorde projecten stop te zetten, waaronder een geplande spoorweg ter waarde van 20 miljard dollar. De benodigde investeringen overstegen de financiële mogelijkheden van de Maleisische overheid.

Straatbeeld in Djibouti. Het Afrikaanse land leende in het kader van het Belt and Road Initiative 1,4 miljard dollar van China, een bedrag dat gelijkstaat aan 75 procent van het Djiboutiaanse bruto nationaal product.
Straatbeeld in Djibouti. Het Afrikaanse land leende in het kader van het Belt and Road Initiative 1,4 miljard dollar van China, een bedrag dat gelijkstaat aan 75 procent van het Djiboutiaanse bruto nationaal product.

Media

In een rapport uit 2019 beschrijft Reporters Without Borders hoe China bouwt aan een nieuwe wereldwijde media-orde. Het rapport toont aan dat de Communistische Partij zich niet alleen bezighoudt met controle op binnenlandse media (klik hier voor meer informatie over de media in China) en het verbannen van kritische buitenlandse media op China’s grondgebied, maar ook wereldwijd de media wil beïnvloeden. Beijing spendeert miljoenen aan het moderniseren van zijn eigen internationale TV-kanalen en nodigt journalisten van over de hele wereld uit voor betaalde propaganda-trips naar China. China koopt ook wereldwijd advertentieruimte in kranten en plaatst zogenaamde advertorials: advertenties die er uitzien en lezen als gewone krantenartikelen. Zo plaatste de kort daarvoor aangetreden Chinese ambassadeur Xu Hong op 25 mei 2019 een advertorial in de NRC, waarin hij stelt dat ‘de Chinese natie altijd voor harmonie in diversiteit en tolerantie en inclusiviteit staat’. Verder veroordeelde hij ‘disharmonieuze geluiden’ over de relatie tussen Nederland en China, die gebaseerd zouden zijn op leugens. Zo probeert China anderen zijn eigen ideologie en visie op te leggen en zijn mensenrechtenschendingen voor de buitenwereld te verbergen.

Ondermijning democratie

Sinds 2017 hebben verschillende experts in toenemende mate aandacht besteed aan de groeiende Chinese invloedssfeer in Europa (lees hier meer over de invloed van China op het gebruik van media op nationaal en internationaal gebied). China wil hierbij niet alleen steun en respect scheppen voor de Chinese manier van bestuur (“soft power”-methodes), maar gaat ook op een autoritaire en dwingende manier te werk om Chinese visies op te leggen, waarbij dikwijls gebruik/misbruik wordt gemaakt van de openheid van democratische samenlevingen (“sharp power”-methodes). De European Council on Foreign Relations en de denktanks Merics & GPPI vaardigden spraakmakende rapporten uit over China’s aanwezigheid in Europa, waarin ook Nederland werd genoemd. In de rapporten wordt de vergrootte invloed van China in Europa uitgelicht en suggesties gedaan over het tegengaan van ondermijning van de Europese democratie en rechtsstaat.

Een aantal incidenten betreffende de controle van China is niet onopgemerkt gebleven en in het nieuws gekomen. Zo kwam aan het licht dat Oeigoeren in Nederland bespioneerd en geïntimideerd worden door de Chinese overheid. Als ze zich kritisch uiten, lopen achtergebleven familieleden in China grote risico’s. Nederlandse politici zijn tevens in het vizier. Tweede Kamerlid Martijn van Helvert ondervond dit aan den lijve toen hij Omir Bekali, een Kazakse Oeigoer die een heropvoedingskamp overleefde, uitnodigde voor een gesprek. De Chinese ambassade probeerde van Helvert ervan te overtuigen dat meneer Bekali een ‘terrorist’ was. Ook zouden er geen heropvoedingskampen in China zijn, maar ‘scholen’ waar mensen ‘gered worden van hun extremisme’. Die opvatting vormt een schril contrast met de vele onderzoeksrapporten waaruit blijkt dat naar schatting een miljoen mensen, veelal Oeigoeren en andere etnische minderheden, in de kampen geïndoctrineerd en gemarteld worden. Voor meer informatie over de Oeigoeren en de heropvoedingskampen, klik hier.

 

Homepage China-informatieplatform

Meer over dit onderwerp