
Syrische president Al-Sharaa moet onderzoek naar gedoodde burgers openbaar maken
De doelbewuste dodelijke aanvallen op Alawitische burgers in Syrië mogen niet onbestraft blijven en moeten worden onderzocht als oorlogsmisdrijven. Nu de Syrische onderzoekscommissie binnenkort haar bevindingen publiceert, dringt Amnesty aan op volledige openbaarheid.
Het geweld in Syrië escaleerde nadat op 6 maart 2025 groepen gelieerd aan voormalig president Assad aanvallen uitvoerden op veiligheids- en militaire doelen in Latakia en Tartous. Het leger en de politie reageerden met een tegenaanval. Alleen al in de kuststad Banias doodden milities gelieerd aan regering meer dan 100 mensen op 8 en 9 maart.
Alawieten doelwit
In april 2025 riep Amnesty International de autoriteiten op het doden van honderden burgers in het kustgebied te onderzoeken als oorlogsmisdaden. De mensenrechtenorganisatie onderzocht 32 van de moorden en concludeerde dat ze opzettelijk en onwettig waren en specifiek gericht tegen de Alawitische minderheid. In juni 2025 meldde Reuters dat ongeveer 1.500 Alawieten op 40 verschillende plaatsen waren gedood.
“President al-Sharaa moet beloven dat hij de volledige bevindingen van het onderzoek van de onderzoekscommissie naar de massamoorden op Alawitische burgers in kustgebieden openbaar maakt en ervoor zorgt dat de verantwoordelijken voor de rechter komen”, zei Kristine Beckerle van Amnesty International. “De slachtoffers en het publiek hebben het recht om te weten hoe dit onderzoek is gedaan en wat de conclusies van de commissie zijn”.
“Overlevenden en de families van slachtoffers hebben het recht om te weten wat er is gebeurd, wie verantwoordelijk is en welke concrete stappen de autoriteiten zullen nemen. Alleen onafhankelijk en onpartijdig onderzoek kan leiden tot geloofwaardige en eerlijke processen. De president moet er ook voor zorgen dat overlevenden en getroffen families effectieve schadevergoeding krijgen”, aldus Beckerle.
Belofte maakt schuld
“Na het bloedbad beloofde de president de daders ‘in alle eerlijkheid en zonder genade’ ter verantwoording te roepen. Nu is het moment om die belofte na te komen en het Syrische volk te laten zien dat de autoriteiten vastbesloten zijn om te voorkomen dat gemeenschappen worden aangevallen op basis van religie of politieke overtuiging”, stelt Kristine Beckerle van Amnesty International.
“Dit is het moment om diegenen die doelbewust mensen gedood hebben, voor de rechter te brengen. Het waarborgen van waarheid, gerechtigheid en genoegdoening voor de schendingen begaan tegen Alawitische gemeenschappen en andere minderheden is essentieel om een einde te maken aan straffeloosheid en verder misbruik te voorkomen.”