Amnesty-onderzoeker Donatella Rovera aan het werk in Raqqa, Syrië, in februari 2018.
© Amnesty International

Syrië: bombardementen VS-coalitie doodden minstens 1600 burgers

De door de VS geleide coalitie moet na twee jaar niet langer ontkennen dat haar offensief in de Syrische stad Raqqa een enorm aantal burgerslachtoffers geëist heeft, en grote verwoestingen tot gevolg heeft gehad. Dat verklaren Amnesty International en Airwars vandaag, bij de lancering van een nieuw data-project over het offensief dat het doel had de gewapende groepering IS (Islamitische Staat) te verdrijven.

  • Amnesty International en Airwars lanceren interactieve website met bewijsmateriaal over honderden burgerslachtoffers
  • Dit is het meest uitgebreide onderzoek naar burgerslachtoffers in de moderne oorlogsvoering
  • De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk ontkennen nog steeds, en geven toe slechts 10% van het genoemde aantal burgerslachtoffers te hebben gemaakt

De interactieve website Rhetoric versus Reality is het resultaat van meest uitgebreide onderzoek naar burgerdoden in een modern conflict. Na bijna twee jaar onderzoek wordt er een levensecht beeld geschetst van de meer dan 1.600 burgers die om het leven kwamen. Dit was een direct gevolg van de duizenden luchtaanvallen door de VS, het VK en Frankrijk, en de tienduizenden artillerieaanvallen van de VS tussen juni en oktober 2017.

Willekeurige aanvallen

Toen het offensief begon, was Raqqa al bijna vier jaar bezet door IS. IS-strijders begingen oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, en martelden en vermoordden hun tegenstanders. In een eerder rapport beschreef Amnesty International hoe IS burgers inzette als menselijk schild, mijnen legde op vluchtroutes, controleposten bouwde om de bewegingsvrijheid in te perken, en mensen beschoot die probeerden te vluchten.

‘Duizenden burgers werden gedood of raakten gewond in het door de VS geleide offensief om IS uit Raqqa te verdrijven. Door de mijnen en scherpschutters van IS werd Raqqa een dodelijke val. Veel luchtaanvallen en tienduizenden artillerieaanvallen waren willekeurig. Het is dan ook geen verrassing dat ze vele honderden burgers verwondden en doodden’, zegt Donatella Rovera van Amnesty International.

Lijden van burgers voorkomen

‘De coalitietroepen maakten Raqqa met de grond gelijk, maar ze kunnen de waarheid niet uitvlakken. Amnesty International en Airwars roepen de coalitie op om niet langer te ontkennen dat hun offensief in Raqqa een schokkend aantal burgerslachtoffers tot gevolg heeft gehad, en de stad verwoest heeft.’

‘De coalitie moet een onderzoek instellen naar wat er fout is gegaan in Raqqa en daar lessen uit trekken. Dit om grootschalige lijden van burgers bij toekomstige militaire operaties te voorkomen’, zegt Chris Woods, directeur van Airwars.

Grondig onderzoek in Raqqa

Amnesty International en Airwars hebben voor dit onderzoek verschillende data-stromen verzameld en met elkaar vergeleken. Sinds de slag begon, zijn Amnesty’s onderzoekers tijdens vier bezoeken in totaal twee maanden in Raqqa geweest. Ze onderzochten meer dan 200 locaties van aanvallen en spraken met meer dan 400 ooggetuigen en overlevenden.

Daarnaast hielpen meer dan 3.000 vrijwilligers uit 124 landen mee om ruim 2 miljoen satellietbeelden te analyseren. Door dit Strike Trackers-project kon worden vastgesteld wanneer elk van de 11.000 verwoeste gebouwen in Raqqa geraakt werd.

Onderzoekers analyseerden ook open-source-bewijs, zoals duizenden social-media-berichten, om een database te bouwen met bewijsmateriaal over meer dan 1.600 burgerslachtoffers. Ze verzamelden de namen van meer dan 1.000 van de slachtoffers. Amnesty heeft hiervan 641 namen kunnen verifiëren.

VS, VK en Frankrijk ontkennen

De uitkomsten van het onderzoek zijn meermaals gedeeld met de regeringen van de VS, het VK en Frankrijk. Als reactie daarop heeft de coalitie de verantwoordelijkheid genomen voor de dood van 159 burgers – ongeveer 10 procent van het totale aantal dat uit het onderzoek van Amnesty en Airwars naar voren komt. De rest van de slachtoffers wordt afgedaan als “ongeloofwaardig”.

De coalitie heeft echter nog steeds geen onderzoek gedaan naar de burgerslachtoffers en heeft ook geen getuigen of overlevenden geïnterviewd. De coalitie geeft toe geen onderzoek te doen op de plekken van aanvallen.

Verhalen tot leven brengen

De interactieve site ‘Rhetoric versus Reality’ brengt de verhalen tot leven van families die in de oorlog leefden en stierven, door de bezoekers mee te nemen door de stad. Als bezoeker ontmoet je overlevenden, luistert naar hun verhalen en bezoekt hun verwoeste huizen. Op de site tonen foto’s, video’s, 360-graden ervaringen, satellietbeelden, plattegronden en visualisaties de verhalen van de burgers.

Bij één tragisch incident op 25 september 2017 werd een volledig gebouw van vijf verdiepingen met de grond gelijk gemaakt. In de kelder van het gebouw waren vier families aan het schuilen. Ze werden bijna allemaal – ten minste 32 mensen, onder wie 20 kinderen – gedood.

Verbrand tussen de puinhopen

‘Vliegtuigen lieten bommen vallen en er vielen 24 uur per dag raketten. Er waren overal sluipschutters van IS. Je kon gewoon niet ademen’, vertelt Ayat Mohammed Jasem, die de aanval van 25 september overleefde. ‘Ik zag mijn zoon sterven, hij verbrandde in de puinhopen recht voor me. Ik ben iedereen die me na was verloren. Mijn vier kinderen, mijn man, mijn moeder, mijn zus, mijn hele familie. Was het doel niet om de burgers te bevrijden? Ze hadden ons moeten redden, onze kinderen moeten redden.’

Oproep Amnesty

Veel van de cases waarover Amnesty bericht zijn mogelijke schendingen van het internationale oorlogsrecht en moeten verder worden onderzocht.

Maar hoezeer ze zich ook inspannen, ngo’s als Amnesty International en Airwars zullen nooit de middelen hebben om de volledige omvang van burgerslachtoffers en gewonden in Raqqa te kunnen onderzoeken. De organisaties roepen de door de VS geleide coalitie dan ook op om een onafhankelijk, onpartijdig onderzoek in te stellen naar de burgerslachtoffers, en ook naar de schendingen van het internationale oorlogsrecht, en om de resultaten hiervan openbaar te maken.

De leden van de coalitie die deze aanvallen uitvoerden, met name de VS, het VK en Frankrijk, moeten transparant zijn over hun tactieken en hun aanvalsmiddelen en -methoden, de keuze van hun doelwitten, en de voorzorgsmaatregelen die ze troffen bij de planning en uitvoering van deze aanvallen.

Daarnaast moeten de leden van de coalitie een fonds opzetten dat de slachtoffers en hun familieleden kan compenseren.

Bekijk hoe onze crisis-onderzoeker Donatella Rovera bewijs verzamelt voor mensenrechtenschendingen in Raqqa

 

Het werk van Amnesty’s Crisisonderzoeksteam is mede mogelijk gemaakt door de bijdragen van leden van de Nationale Postcode Loterij. Lees meer over dit werk.

Meer over dit onderwerp