Mensenrechtenencyclopedie
© Flickr.com/CC/ valerieroybal

Mensenrechtenverdragen en ratificatie

Ratificatie is het bekrachtigen van (partij worden bij) een internationaal verdrag.

In het algemeen wordt over de tekst van verdragen onderhandeld door regeringsvertegenwoordigers (diplomaten), waarna de regering het verdrag ondertekent. Vervolgens besluit het parlement over ratificatie.

Ook een niet-geratificeerd verdrag heeft betekenis, omdat een regering door andere staten kan worden gehouden aan wat zij in goed vertrouwen heeft ondertekend. Vaak geldt zo’n verdrag in landen die het niet hebben bekrachtigd als ‘gewoonterecht’.

Een verklaring kan niet worden ondertekend of geratificeerd, maar slechts worden aanvaard. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) is dus niet ‘ondertekend’ door staten – staten aanvaarden de UVRM automatisch als ze lid worden van de Verenigde Naties.

Ratificatie: stand van zaken

In 2016 was de stand van ratificatie van de VN-verdragen die over mensenrechten gaan:

  1. Verdrag over burgerrechten en politieke rechten: 168 landen
  2. Facultatief protocol bij dit verdrag (klachten en onderzoek): 115 landen
  3. Tweede facultatief protocol bij dit verdrag over het uitbannen van de doodstraf: 81 landen
  4. Verdrag over economische, sociale en culturele rechten: 164 landen
  5. Facultatief protocol bij dit verdrag (klachten en onderzoek): 21 landen
  6. Verdrag over het uitbannen van rassendiscriminatie: 177 landen
  7. Verdrag over het uitbannen van de achterstelling van vrouwen: 189 landen
  8. Facultatief protocol bij dit verdrag (klachten en onderzoek): 107 landen
  9. Verdrag tegen marteling: 159 landen
  10. Facultatief protocol bij dit verdrag (klachten en onderzoek): 81 landen
  11. Verdrag over de rechten van het kind: 196 landen
  12. Facultatief protocol bij dit verdrag over kinderen in gewapend conflict: 165 landen
  13. Facultatief protocol bij dit verdrag over kinderprostitutie en kinderporno: 173 landen
  14. Facultatief protocol bij dit verdrag over communicatie (klachten en onderzoek): 27 landen
  15. Verdrag over de bescherming van migrantenwerkers: 48 landen
  16. Verdrag over de bescherming tegen gedwongen verdwijning: 52 landen
  17. Verdrag over de rechten van gehandicapten: 164 landen
  18. Facultatief protocol bij dit verdrag (klachten en onderzoek): 88 landen
  19. Genocideverdrag: 147 landen
  20. Vluchtelingenverdrag: 147 landen
  21. Verdrag over het internationaal strafhof (semi-onafhankelijk van de VN): 124 landen

Een facultatief protocol is een verdrag dat later aan een al bestaand wordt toegevoegd. Het moet apart door staten worden bekrachtigd. De meeste facultatieve protocollen zijn verdragen waarmee burgers en organisaties het recht krijgen om over een vermeende schending van het verdrag een klacht in te dienen bij een comité dat toezicht houdt op het verdrag. Dat comité kan dan een onderzoek instellen. De conclusie van zo’n onderzoek wordt openbaar gemaakt – dat is de enige sanctie die het comité ter beschikking heeft, want geen van de VN-verdragen heeft een eigen rechtbank. Het verdrag voor het internationaal strafhof (Statuut van Rome) is niet door de VN, maar door een groep staten in het leven geroepen. Het verdrag wordt wel steeds betrokken in het werk van de VN.

Ratificatie door Nederland

Nederland ratificeerde de meeste verdragen, maar heeft er (tot begin 2018) enkele alleen nog maar ondertekend, als eerste stap. Dat zijn de verdragen over migrantenwerkers en gehandicapten, en de facultatieve protocollen over kinderen en communicatie, kindsoldaten en migrantenwerkers. Nederland ratificeerde, zoals alle lidstaten van de Raad van Europa, het Europees Mensenrechtenverdrag en daarmee de bevoegdheid van het Europees Mensenrechtenhof, en het Europees Verdrag tegen Marteling dat een comité de bevoegdheid geeft klachten van burgers te behandelen en elke gevangenis te bezoeken.

Meer over dit onderwerp