© Jitske Schols

Mijn curriculum vitae

Afgelopen voorjaar liep mijn arbeidscontract af. Door de gespannen economische situatie als gevolg van corona besloot ik de tijd te nemen om me meer te concentreren op mijn Nederlands. Ik verdubbelde de uren bij mijn geweldige online taaldocent. Maar mijn werkverslaving bleef sluimeren. Dus ondanks de harde realiteit in de wereld ging ik toch op jacht naar een baan.

In mijn geboorteland Syrië begon ik op de arbeidsmarkt toen ik 17 was. Eerst als parfum- en cosmeticaverkoopster, daarna een administratieve functie in een winkelcentrum, en vervolgens als officemanager – dit alles naast mijn studie journalistiek. Begin 2006 stapte ik over naar de wereld van de media. Dat vervaagde de grenzen tussen werk en vrije tijd: een journalist werkt vierentwintig uur per dag.

Urenlang stuiterde ik heen en weer tussen LinkedIn en de websites van mediabedrijven, gravend naar kansen. Even dacht ik zelfs aan het geven van Arabische les, maar ik zocht toch weer verder naar administratieve functies of journalistieke trainingen.

De wereld zit vol kansen, maar de eisen zijn in de loop der tijd veranderd. Een journalist moet tegenwoordig over veel meer vaardigheden beschikken. Bekwaamheid in Arabisch en Engels, liefst ook nog een derde taal. En dat boven op kennis van fotografie, bewerken en monteren – allemaal nodig om als verslaggever aan de slag te kunnen in een land in het Midden-Oosten. Ook is het een pre als je veel volgers hebt op sociale media, waar ik niet meer naar omkijk na mijn laatste ziekbed. Om nog maar te zwijgen van de eis om onder grote druk te kunnen werken, lange dagen te maken, ook in het weekend, met een multicultureel team. Je moet iemand zijn die tientallen functies tegelijk uit kan voeren. Alsof de mens omgevormd wordt tot een machine.

Tijd is onbetaalbaar: hoewel het gratis is, kun je het niet terugkrijgen

Ik hou van werken en zie het als kans om me te uiten en onafhankelijk te zijn. Maar de individuele ruimte is hysterisch gekrompen en de mens is onderdeel geworden van een productieketen, of hij dat nu leuk vindt of niet. Een keten die zestig jaar van ons leven inneemt en ons vervolgens in bejaardentehuizen gooit waar we hopen op een betere gezondheid om te kunnen reizen, te dwalen, te leven!

Ik betreur het dat werk is omgevormd tot een machine: geld in ruil voor tijd. Waarbij wordt vergeten dat tijd onbetaalbaar is: hoewel het gratis is, kun je het niet terugkrijgen. Mijn generatie werd gemotiveerd om zich voortdurend te ontwikkelen en een goed cv op te bouwen. Nu stuur ik dat volle cv overal heen en wacht op reacties. Maar alles wat ik terugkrijg, is de echo van mijn pogingen.

25 jaar van mijn leven heb ik erover gedaan om al deze ervaring op te bouwen. Ik maakte lange dagen, vaak voor weinig geld en dealend met het uiteenlopende gedrag van verschillende bazen. En dat allemaal om een toekomstig veiligheidsnet op te bouwen en de ervaring op te doen die op een dag deuren zou openen.

Maar op het moment dat ik klaarsta voor die deur, zit er een slot op met een geheime code. Een code die ik niet heb.

Meer columns van Linda Bilal