Politiegeweld in Nederland

Geweldsincidenten bij demonstraties, excessief geweld met politiehonden, discussie over de Taser: politiegeweld is voortdurend in het nieuws.

De politie mag geweld gebruiken in situaties waarin burgers dat niet mogen, dat is het ‘geweldsmonopolie’. Er zijn veel vragen over politiegeweld en wanneer politiegeweld te ver gaat. Daarom hebben we – aan de hand van zeven wapens van de Nederlandse politie – de belangrijkste regels op een rijtje gezet.

De regels voor politiegeweld zijn vastgelegd in mensenrechtenverdragen en standaarden en gelden overal ter wereld.

De politie is verplicht om te de-escaleren. De politie moet bovendien eerst waarschuwen voordat ze overgaat tot geweld. Politiegeweld moet altijd een wettig doel dienen. Geweld om een bekentenis af te dwingen of om een arrestant ‘een lesje te leren’ is verboden. En geweld moet strikt noodzakelijk zijn. Als het zonder geweld kan, is politiegeweld verboden, oftewel: de mond is het belangrijkste wapen. Noodzakelijk, betekent ook dat de politie niet meer geweld mag gebruiken dan nodig is. De politie mag bijvoorbeeld niet drie keer slaan als één keer genoeg is. En heel belangrijk: politiegeweld moet altijd proportioneel zijn – het moet in verhouding staan tot het doel. De politie mag een winkeldief die wegrent bijvoorbeeld niet taseren.

Helaas zijn de regels voor politiegeweld in Nederland te ruim. Zo ‘mag’ de politie schieten ter aanhouding en gevaarlijke wapens als de Taser en de hond gebruiken bij het aanhouden van mensen die op dat moment geen ernstig gevaar vormen. Amnesty maakt zich hard voor regels en geweldstoepassing die in overeenstemming is met de mensenrechten.

Het vuurwapen

Elk gebruik van een vuurwapen is potentieel dodelijk. Daarom mag dat alleen gebruikt worden bij een onmiddellijke bedreiging van het leven of bij de kans op ernstig lichamelijk letsel. In Nederland ‘mag’ een agent ook op benen schieten ter aanhouding van een verdachte van een geweldsmisdrijf: dat is ‘aanhoudingsvuur’. Amnesty is daar fel op tegen. Dat is absoluut niet in lijn met internationale verdragen en is nóóit proportioneel.

De politiehond

Na het vuurwapen is de hond het meest risicovolle wapen van de politie. Hondenbeten kunnen leiden tot ernstige verwondingen. Een goed afgerichte politiehond stopt met bijten zodra zijn baasje ‘los’ roept. In de praktijk blijkt dit echter niet altijd het geval, zo blijkt uit onderzoek van Zembla. In de geweldsinstructie voor de politie ligt de drempel om een hond in te zetten nu veel te laag.

De wapenstok

De wapenstok is minder risicovol dan het vuurwapen of de hond, maar niet zonder gevaar. Daarom mag de politie in principe niet op kwetsbare lichaamsdelen slaan. Slaan moet op armen of benen. Vaker slaan dan noodzakelijk en slaan om iemand te straffen is verboden, omdat dit kan leiden tot onnodig letsel en psychische schade.

Bij het slaan op het hoofd, de nek of verwurging met behulp van een wapenstok is het risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel zeer groot. Dergelijk gebruik moet daarom worden verboden. Alleen in situaties waarin een ander leven in gevaar is, kan bij uitzondering op de regel dergelijk gebruik gerechtvaardigd zijn. Maar alleen als er geen minder gevaarlijke manier is om die bedreiging te stoppen.

Amnesty International heeft onrechtmatig en excessief gebruik van de wapenstok tijdens vreedzaam protest gedocumenteerd in 35 landen, waaronder Nederland.

Amnesty International heeft een briefing opgesteld met twintig regels om te voorkomen dat politie en andere wetshandhavers bij gebruik van de wapenstok mensenrechtenschendingen schenden. Deze regels gelden overal ter wereld en dus ook voor politie, marechaussees en andere opsporingsambtenaren (BOA’s) in Nederland.

Fysiek geweld en nekklem

Er zijn allerlei vormen van fysiek geweld. Uiteraard geldt voor fysiek geweld ook dat het moet voldoen aan strikte eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit, ook moet het altijd een wettig doel dienen. Bij fysiek geweld moeten kwetsbare lichaamsdelen zoals kruis en buik worden vermeden. Slaan en stompen in het gezicht of op het hoofd is vrijwel nooit te rechtvaardigen. Vaker slaan dan nodig, is zonder meer verboden. Het schoppen en slaan van iemand die al onder controle is, kan neerkomen op vernederende behandeling of zelfs marteling. Dat geldt ook voor alle vormen van (fysiek) geweld met als doel om iemand pijn te doen of om een bekentenis af te dwingen. Controletechnieken waarbij iemand door meerdere agenten met kracht in buikligging gefixeerd wordt, zijn risicovol. Bij mensen met fysieke of acute psychische problemen kan dat potentieel dodelijk zijn.

De nekklem is omstreden. Het gebruik van een nekklem om iemand te verwurgen is levensgevaarlijk. Iemand kan snel en ‘ongemerkt’ bewusteloos raken en stikken. Om iemand aan te houden is dit dus volstrekt niet proportioneel. De nekklem mag alleen gebruikt worden als uiterst middel om een einde te maken aan een levensbedreigende situatie. Amnesty is tegen het gebruik van de nekklem. Vanwege het gevaar van verwuirging hoort de nekklem dus niet thuis in instructies en training.

De Taser

Het stroomstootwapen (Taser) mag alleen gebruikt worden om een levensbedreigende situatie af te wenden of bij risico op ernstig letsel. De Taser is vooral risicovol voor mensen met fysieke en/of acute psychische problemen. Uit Amnesty’s analyses blijkt dat de Taser wordt gebruikt tegen mensen die ongewapend zijn en die geen direct gevaar vormen voor anderen. Op afstand (‘dart fire mode’/pijltjes-modus) zorgt de Taser voor tijdelijke verlamming. Maar soms wordt hij direct op het lichaam gezet om een verdachte heel veel pijn te doen (de ‘schok-modus’). Dit moet onmiddellijk verboden worden.

Arrestatieteams gebruiken al ruim 10 jaar stroomstootwapens. Na een proef is ook besloten dat circa 17.000 agenten in de basispolitiezorg de Taser gaan gebruiken. Amnesty betwijfelt de noodzaak en heeft grote zorgen over oneigenlijk en excessief gebruik van de Taser.

Het waterkanon

Bij grootschalige ordeverstoring mag de politie het waterkanon (‘waterwerper’) inzetten om een menigte te verspreiden. Dat mag alléén als er geen lichter middel is dat werkt, als de politie van tevoren heeft gewaarschuwd en er voldoende ruimte is om weg te komen. De politie mag niet richten op individuen maar mag het waterkanon alleen gebruiken om een mensenmassa op te breken. De politie mag een persoon dus nooit tegen een muur spuiten: dat is excessief geweld. Dat ziet ook het Openbaar Ministerie, dat in augustus 2022 bekendmaakte de agent die het waterkanon bediende te zullen vervolgen.

Pepperspray en traangas

Pepperspray wordt vaak lichtzinnig ingezet, ook in Nederland. De inzet van traangas is veel strikter gereguleerd. De inzet kan alleen met toestemming van de burgemeester. Pepperspray en traangas worden in Nederland gelukkig zelden ingezet bij demonstraties. Amnesty heeft misbruik met traangas grondig onderzocht en gedocumenteerd. Amnesty heeft dertig regels opgesteld voor het gebruik van pepperspray en traangas.

Politieoptreden tijdens demonstraties

De politie gebruikt geregeld geweld tijdens demonstraties. Amnesty formuleerde zes basisregels waar politie in Nederland of waar dan ook ter wereld zich bij demonstraties aan moet houden.

 

Lees meer over Amnesty’s inzet voor het demonstratierecht in Nederland.

Meer over dit onderwerp