Amnesty ondersteunt vier Nigeriaanse weduwen die in Den Haag een rechtszaak aanspanden tegen Shell voor ,edeplichtigheid aan de executie van hun echtgenoten: de Ogoni Nine, 12 februari 2019.
© Pierre Crom

1995: de dood van de Ogoni Negen

Wat gebeurde er toen in Nigeria?

 

Ken Saro-Wiwa

De Ogoni Negen

De Ogoni Negen zijn negen activisten uit de regio Ogoni in de Nigeriaanse Nigerdelta. Ze verzetten zich tegen de vervuiling als gevolg van de oliewinning door Shell. Ken Saro-Wiwa, Saturday Dobee, Nordu Eawo, Daniel Gbooko, Paul Levera, Felix Nuate, Baribor Bera, Barinem Kiobel en John Kpuine werden op 10 november 1995 na een schijnproces geëxecuteerd. Ken Saro-Wiwa en Barinem Kiobel werden veroordeeld voor het aanzetten tot moord; de anderen voor moord. De executies brachten internationale beroering en bewoog Shell tot het aannemen van een nieuwe gedragscode, wat ook andere bedrijven aanzette tot maatregelen om mensenrechten te beschermen.

Shell in Ogoniland, Nigeria
© © Tim Lambon / Greenpeace

MOSOP opgericht

De Nigeriaan Ken Saro-Wiwa (1945-1995) kreeg grote populariteit als schrijver van onder meer televisieseries. In 1990 was hij medeoprichter van de Movement for the Survival of the Ogoni People, MOSOP. Olie had het land en het water van de Ogoni vervuild, waardoor hun gezondheid en hun bestaansmiddelen in gevaar kwamen. Saro-Wiwa vroeg met zijn beweging meer autonomie voor het Ogoni-volk. Ook wilde hij een ‘redelijk deel’ van de inkomsten door oliewinning en dat de schade die Shell aan het milieu toe had gebracht werd gecompenseerd. Shell, dat op goede voet stond met de Nigeriaanse regering, ging ondanks de protesten van de bevolking door met de oliewinning.

 

Vervuiling als gevolg van olielekken, Nigeria
© © Amnesty International

Shell: geen geld verliezen

Shell wilde geen geld verliezen door de oliewinning in Ogoniland te staken. In een brief aan de lokale gouverneur schreef de multinational dat de ongeregeldheden in 1993 al een daling van de olieproductie van negen miljoen vaten hadden veroorzaakt. In een andere brief vroeg Shell ‘iedere denkbare hulp om deze ongeregeldheden tot een minimum te reduceren.’ In januari 1994 richtte de regering een special legereenheid op, die onder leiding stond van majoor Paul Okuntimo. Doel: de MOSOP buitenspel te zetten. De legermacht nam de leiding bij de repressie tegen de Ogoni-gemeenschappen; mensen werden gearresteerd, gemarteld en neergeschoten, vrouwen en meisjes verkracht.

Protest tegen Shell die bij de winning van oliegevolg van olie in Ogoniland, Nigeria de bodem vervuild
© © Tim Lambon / Greenpeace

Shell bestempelt MOSOP als ‘onruststokers’

Shell had ook zijn eigen veiligheidsdienst, die regelmatig samenwerkte met de Nigeriaanse veiligheidstroepen. Shell ontkende de door de MOSOP en Ken Saro-Wiwa geuite beschuldigingen van milieuvervuiling (die later door een rapport van de Verenigde Naties bevestigd werden) en bestempelde de MOSOP en Saro-Wiwa als gewelddadige onruststokers. Uit een vertrouwelijke Shell-memo blijkt dat het bedrijf Okuntimo en zijn politie-eenheid een ‘honorarium’ betaalde na een actie in Ogoniland.

Actie van Amnesty Nederland, een jaar na de dood van Ken-Saro-Wiwa, 10 november 1996
© Amnesty International

Bruut politiegeweld

In 1993 was de Ogoni-verzetsbeweging enorm gegroeid; 300 duizend mensen, op een bevolking van een half miljoen, gingen in januari dat jaar de straat op voor een vreedzaam protest tegen Shell. De Nigeriaanse autoriteiten sloegen de protesten met bruut geweld neer, waarbij honderden doden vielen. De demonstraties hadden grote gevolgen. De internationale aandacht die de MOSOP trok, baarden Nigeria’s militaire leider generaal Sani Abacha en Shell zorgen. Shell moest zijn bezittingen beschermen. Omdat de Nigeriaanse overheidsfinanciën volledig op olie steunden, was het ook in het belang van de regering om Shells belangen te beschermen – Shell was het grootste bedrijf in Nigeria.

Esther Kiobel
© © Amnesty International

‘Een menselijk gebaar’

In 2009 bood Shell, kort voorafgaande aan een proces tegen het bedrijf in verband met de executie van de Ogoni Negen, 15,5 miljoen dollar ter compensatie aan familieleden van Ken Saro-Wiwa. Shell, dat verklaarde onschuldig te zijn, zei dat dat werd gedaan ‘om een menselijk gebaar te maken, een mogelijkheid om het proces van verzoening vooruit te helpen en een betere toekomst te ondersteunen voor het volk van de Ogoni in de Nigerdelta’. Een deel van het bedrag ging naar een speciaal fonds voor het Ogoni-volk in Nigeria.

Barinem Kiobel
© © Private

Shell wordt aangeklaagd

Esther Kiobel daagde in 2017 Shell voor de Nederlandse rechter vanwege de executies van haar echtgenoot, Barinem Kiobel, en de andere mannen die werden opgehangen. Zij deed dat samen met drie andere weduwen. De aanklacht: medeplichtigheid aan de executies van de Ogoni Negen. Ze hoopt dat er eindelijk gerechtigheid komt voor de geëxecuteerde mannen en het Ogoni-volk. Eerder, in 2002, probeerde ze Shell voor de rechter te slepen in de VS, maar in 2013 oordeelde het Hooggerechtshof dat justitie in de VS niet bevoegd was om de zaak in behandeling te nemen.

Olievervuiling in de Nigerdelta, Nigeria
© © Amnesty International

De executie van Barinem Kiobel

Barinem Kiobel was in de jaren negentig een hooggeplaatste ambtenaar binnen de Nigeriaanse overheid. Hij streed tegen de vervuiling als gevolg van Shells oliewinning. Barinem Kiobel sprak zich kritisch uit over het buitensporige politiegeweld tegen demonstranten die een einde wilden aan de olievervuiling. Hij weigerde mee te werken aan de onderdrukking van zijn volk. Vanwege zijn kritische houding tegenover de Nigeriaanse overheid en Shell werd hij samen met de andere acht mannen van de Ogoni Negen in 1995 opgepakt. Het blijft onduidelijk waarom het regime het op hem gemunt had, want hij was geen lid van de MOSOP.

Esther Kiobel, Victoria Bera en advocate Channa Durlacher tijdens de rechtszaak tegen Shell in Den Haag
© © Pierre Crom/Getty Images

De rechtszaak

Het is nu bijna 30 jaar geleden dat de Ogoni Negen werden geëxecuteerd. Tot nu toe hebben de verantwoordelijken hun straf kunnen ontlopen. Shell ontkent enige vorm van betrokkenheid. Op 23 maart 2022 oordeelde de Rechtbank Den Haag dat er onvoldoende bewijs was voor Shells mogelijke aandeel. De procedure die in 2017 in Nederland werd gestart, nadat een rechtszaak in de VS na jaren in 2012 niet ontvankelijk werd verklaard, komt daarmee tot een eind. De weduwes, die teleurgesteld zijn, vinden het belangrijk dat Shell ter verantwoording werd geroepen in de rechtbank en dat zij gehoord werden. Amnesty International prijst de vrouwen voor hun veerkracht en inzet om de waarheid aan het licht te brengen, en meent dat de procedure onnodig lang heeft geduurd. De procedure is een aanklacht tegen de manier waarop bedrijven in staat zijn zich langdurig te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid voor misdrijven en mensenrechtenschendingen. Daar moeten overheden door wet- en regelgeving verandering in brengen: het moet voor slachtoffers makkelijker worden om gerechtigheid te zoeken.