Nigeria laat meisjes die slachtoffer zijn van Boko Haram nog steeds in de steek

Een jaar geleden publiceerde Amnesty International een onderzoek over de meisjes en vrouwen in het noordoosten van Nigeria die slachtoffer werden van Boko Haram. Een jaar later hebben de Nigeriaanse autoriteit nog steeds geen oog voor de meisjes die wisten te ontsnappen aan hun gevangenschap. Amnesty International roept Nigeria op deze slachtoffers te helpen hun leven weer op te pakken.  

In juni 2024 bracht Amnesty International het rapport ‘Help us build our lives’: Girl survivors of Boko Haram and military abuses in north-east Nigeria uit. Daarin werd beschreven hoe de meisjes en jonge vrouwen die door Boko Haram gevangen werden gehouden na hun ontsnapping steun zochten bij hun herstel en reïntegratie in de maatschappij.  

Een jaar na dit onderzoek sprak Amnesty International weer met vrouwelijke ex-gevangenen van Boko Haram. Zij vertelden dat de regering er nog steeds niet in slaagt om adequate reïntegratievoorzieningen aan te bieden, en dat ze niet in staat zijn om zichtzelf of hun families te onderhouden. 

“Het is onacceptabel dat de Nigeriaanse autoriteiten er een jaar later nog steeds niet voor kunnen zorgen dat deze meisjes en jonge vrouwen hun levens in veiligheid kunnen opbouwen”, zegt Isa Sanusi, directeur van Amnesty International Nigeria. 

“Het moment waarop meisjes of jonge vrouwen Boko Haram verlaten, zou de start moeten zijn van hun reïntegratie in de maatschappij – en toch vertellen velen van hen ons dat ze aan hun lot worden overgelaten en moeite hebben om te overleven.” 

“De slachtoffers van de mishandelingen van Boko Haram, zoals gedwongen huwelijken en mensenhandel, zijn nog steeds niet geïdentificeerd en krijgen geen hulp. De meisjes die hiervan slachtoffer werden, zijn nog steeds onzichtbaar voor de autoriteiten.” 

Oproep Amnesty International 

Amnesty International roept de Nigeriaanse president Bola Tinubu en de Nigeriaanse overheid op om snel actie te nemen om de slachtoffers van Boko Haram te steunen. Deze meisjes en jonge vrouwen moeten hulp krijgen zodat ze op eigen benen kunnen staan, en onmiddellijk toegang krijgen tot medische hulp, onderwijs, en ondersteuning in hun levensonderhoud. 

Vervolgonderzoek slachtoffers Boko Haram 

In februari 2025 interviewden Amnesty-onderzoekers op afstand zeven slachtoffers van Boko Haram die recent waren ontsnapt. Deze vrouwen waren gedwongen met Boko Haram-leden te trouwen. Daarnaast sprak Amnesty met een slachtoffer dat in een gebied woonde dat onder controle van Boko Haram was. Zeven van deze slachtoffers waren tussen de 12 en 17 jaar oud, de andere was een 22-jarige vrouw die als kind met een Boko Haram-strijder moest trouwen. 

Geen van de slachtoffers ontving hulp bij het reïntegreren. Ze werden ook niet op de hoogte gesteld van beschikbare psychische hulp, beroepsopleidingen of andere hulpdiensten.  

De zeven minderjarige slachtoffers kwamen na hun ontsnapping leden van de veiligheidsdiensten tegen. Die brachten hen niet naar de daarvoor ingestelde hulpdiensten. Dat is in strijd met de afspraken uit het overdrachtsprotocol met de Verenigde Naties dat de Nigeriaanse regering in 2022 ondertekende. 

Volgens het Verdrag voor de Rechten van het Kind moet Nigeria stappen ondernemen om “het lichamelijke en psychologische herstel en de sociale reïntegratie” van kinderen te promoten die slachtoffer zijn van gewapend conflict. Daarnaast is Nigeria verplicht om vrouwen en meisjes speciale bescherming te bieden tegen gedwongen huwelijken. 

Zweepslagen 

Drie slachtoffers uit Banki in de staat Borno ontsnapten samen aan Boko Haram in december 2024. Ze wonen nu samen. Sinds hun ontsnapping hebben ze geen medewerkers van de veiligheidsdienst of overheid gezien. 

LC* is 17 jaar en moest gedwongen trouwen toen ze 7 of 8 jaar oud was. Toen haar Boko Haram-echtgenoot werd gedood, werd ze gedwongen met iemand anders te trouwen. Ze had twee kinderen die drie jaar geleden van de honger stierven toen ze in het bos leefden. Ze vertelde Amnesty dat ze “niets van de overheid had ontvangen” en niet op de hoogte was van het bestaan van hulpprogramma’s van de overheid. 

AN* is 13 jaar. Ook zij werd gedwongen te trouwen, maar toen haar echtgenoot werd gedood  trouwde zij niet opnieuw. Ze beschreef haar ontsnapping: “We hebben twee keer geprobeerd te ontsnappen, maar we werden betrapt. We waren twee nachten aan het rennen, maar ze [Boko Haram] vonden ons en brachten ons terug… ze gaven ons zweepslagen… Als je iets fout doet, krijg je zweepslagen.” 

Ze deelde haar boodschap voor de regering met Amnesty: “We hebben hulp nodig voor onderdak en voedsel.” 

Gedwongen getrouwd als 12-jarige 

GP*, een 13-jarige uit Mafa in de staat Borno, werd gedwongen met een Boko Haram-strijder te trouwen nadat de groep haar vader had gedood. Ze ontsnapte aan haar echtgenoot en werd door soldaten naar de gevangenis gebracht. Daar kreeg ze eten en water. Ze werd daarna overgebracht naar een kamp, waar ze bij toeval haar moeder tegenkwam. Ze woont nu samen met haar moeder en vertelde: “[We krijgen] geen steun van wie dan ook sinds we uit het bos zijn teruggekeerd… We gaan naar het bos, verzamelen wat brandhout en verkopen dat.” 

NB* is 12 jaar en moest gedwongen trouwen. Ze wist te ontsnappen en leeft nu met haar moeder en andere familieleden in Mafa. Ze vertelde hoe ze eerst naar de gevangenis was gebracht, en werd ondervraagd door een soldaat die naar haar leeftijd vroeg. Ze kreeg geen informatie over mogelijkheden voor hulp, en heeft nog geen steun ontvangen van de overheid of andere niet-gouvernementele organisaties. 

Achtergrond 

Het gewapende conflict tussen Boko Haram en het Nigeriaanse leger heeft miljoenen levens in noordoost Nigeria beïnvloed sinds het meer dan 10 jaar geleden begon. Miljoenen mensen zijn op de vlucht geslagen. Alle partijen in het conflict hebben zich schuldig gemaakt aan oorlogsmisdrijven, mogelijke misdrijven tegen de mensheid, en andere mensenrechtenschendingen. Vooral vrouwen, kinderen en ouderen zijn hierdoor geraakt. 

Boko Haram voert de laatste tijd het aantal aanvallen en ontvoeringen in het noordoosten van Nigeria weer op. Hierdoor moeten mensen die weer waren teruggekeerd naar hun inmiddels door Boko Haram verlaten dorpen wéér vluchten. Amnesty International heeft veel onderzoek gepubliceerd over misdrijven onder internationaal recht en andere ernstige schendingen van het internationaal recht en mensenrechten begaan door Boko Haram. 

Op 2 december 2024 diende Amnesty International een klacht in bij het Internationale Strafhof (ICC) namens een aantal netwerken van slachtoffers. Amnesty verzoekt de aanklager van het ICC snel een einde te maken aan de vertraging van de start van het onderzoek van het hof naar oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de mensheid in Nigeria. 

Meer over dit onderwerp