Mensen zonder verblijfsrecht

Het probleem

Bepaalde groepen asielzoekers en migranten hebben in Nederland geen recht op opvang. Het gaat om uitgeprocedeerde asielzoekers, vreemdelingen zonder verblijfsvergunning en vreemdelingen die nog in afwachting zijn van een definitieve beslissing over hun verblijfsprocedure.

Vaak leven deze ongedocumenteerden onder erbarmelijke omstandigheden op straat, in leegstaande gebouwen of in zelf gecreëerde noodvoorzieningen. En hoewel verblijf zonder geldige documenten in Nederland geen strafbaar feit is, worden ieder jaar onschuldige vreemdelingen gevangengezet in afwachting van de behandeling van hun asielverzoek of uitzetting. Ze zitten vast onder een regime dat vergelijkbaar is met dat van mensen die wel een misdrijf hebben gepleegd, en op sommige onderdelen is het zelfs zwaarder.

Volgens internationaal recht mag detentie van vreemdelingen alleen als ‘uiterst middel’ worden toegepast, en altijd zo kort mogelijk. Ook moet er worden gekeken naar alternatieven. In Nederland gebeurt dat alles niet. Het aantal mensen in vreemdelingendetentie is de afgelopen jaren wel fors gedaald.

Ontwikkelingen in 2016

De vluchtelingencrisis bepaalde in 2016 de politieke agenda. Daardoor was het moeilijker aandacht te blijven vragen voor de mensenrechten van mensen zonder verblijfsrecht in Nederland. Na een aantal jaren van forse daling van het aantal mensen in vreemdelingendetentie neemt sinds 2016 het aantal weer toe. Eind 2016 mislukte het overleg tussen de regering en gemeenten over de opvang van mensen zonder verblijfsrecht. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid kondigde op 21 november maatregelen aan om ‘ongeclausuleerde opvang aan uitgeprocedeerden door gemeenten tegen te gaan’.

Protest tegen het vastzetten van illegale asielzoekers in detentiecentrum Rotterdam.
© Peter Hilz / Hollande Hoogte
Protest tegen het vastzetten van illegale asielzoekers in detentiecentrum Rotterdam.
Een isoleercel in het vreemdelingendetentiecentrum Rotterdam. Afhankelijk van de reden van de plaatsing in deze cel wordt de inrichting aangepast. Bij straf ligt er vaak alleen maar een matras en wordt deze overdag vervangen door een stoel.
© Robert Glas/Hollandse Hoogte
Een isoleercel in het vreemdelingendetentiecentrum Rotterdam. Afhankelijk van de reden van de plaatsing in deze cel wordt de inrichting aangepast. Bij straf ligt er vaak alleen maar een matras en wordt deze overdag vervangen door een stoel.

Wat hebben we bereikt in 2016?

In april verscheen het rapport Opsluiten of beschermen? Kwetsbare mensen in vreemdelingendetentie, een publicatie van Amnesty Nederland, Dokters van de Wereld en Stichting LOS-Meldpunt Vreemdelingendetentie. Het rapport pleit voor invoering van een kwetsbaarheidstoets, om te voorkomen dat iemands fysieke en psychische gezondheid verslechtert tijdens de vreemdelingendetentie. Professionele onderzoekers moeten bijvoorbeeld vaststellen of iemand traumatische ervaringen heeft of eerder een zelfmoordpoging deed. Blijkt uit de toets dat iemand kwetsbaar is, dan mag hij of zij niet worden opgesloten. Met de Dienst Terugkeer en Vertrek en andere diensten hebben we tijdens meerdere bijeenkomsten overlegd over onze voorstellen. Ook werd met Tweede Kamerleden van bijna alle politieke partijen gesproken over onze standpunten. Resultaat: Dit heeft nog niet geleid tot aanpassing van het wetsvoorstel Terugkeer en Vreemdelingenbewaring. Dit wetsvoorstel, in 2015 door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie gepresenteerd, schiet op enkele cruciale punten tekort. Daarom zal Amnesty er bij de politici op blijven aandringen de aanbevelingen in het rapport over te nemen en de kwetsbaarheidstoets in te voeren.

Op 25 mei 2016 brak brand uit in het detentiecentrum voor vreemdelingen in Rotterdam. Hierbij vielen geen slachtoffers. Samen met Dokters van de Wereld en het Meldpunt Vreemdelingendetentie onderzocht Amnesty hoe tijdens de brand werd opgetreden en welke nazorg de gevangenen werd geboden. We concludeerden dat zowel tijdens als na de brand veel misging. Zo werden de deuren niet centraal ontgrendeld, maar moesten de migranten één voor één door de brandweer worden bevrijd. Voor de gedetineerden was dit een traumatische ervaring. Mensen die heftig reageerden werden na de brand in een isoleercel geplaatst. Ook werd er, voor zover we konden nagaan, geen nazorg geboden. We moeten vaststellen dat de heldere normen die de Onderzoeksraad voor Veiligheid opstelde naar aanleiding van de brand in het detentiecentrum op Schiphol – waarbij in 2005 elf mensen omkwamen – niet zijn nageleefd. Het rapport Brand in detentiecentrum Rotterdam werd in september gestuurd naar de staatssecretaris, de Vaste Kamercommissie, de Inspectie Veiligheid en Justitie, de Commissie Toezicht bij het detentiecentrum Rotterdam en de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Resultaat: Op meerdere punten werden onze bevindingen gedeeld. Het rapport leidde tot een Kamermotie van de ChristenUnie, waarna werd besloten dat de Inspectie Veiligheid en Justitie nader onderzoek instelt naar de afhandeling van de brand. Inmiddels zijn met de Inspectie gesprekken gevoerd en zal vóór afronding van het onderzoek, naar verwachting begin 2017, nog een gesprek met Amnesty plaatsvinden over de uitkomsten van dit onderzoek.

Hulpdiensten zijn ter plaatse nadat in detentiecentrum Rotterdam in mei 2016 brand is uitgebroken.
© Mediatv.nl
Hulpdiensten zijn ter plaatse nadat in detentiecentrum Rotterdam in mei 2016 brand is uitgebroken.

In de zomer van 2016 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat Nederland met het afwijzen van de bed-bad-broodregeling het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet had geschonden. Dat was voor Amnesty een teleurstellende uitspraak. Maar het hof bepaalde ook dat de overheid zich niet onverschillig mag tonen in gevallen van extreme armoede waarbij de menselijke waardigheid in het geding is. Daarom blijven we ons inzetten voor de bed-bad-broodregeling, een sobere opvang voor vreemdelingen zonder verblijfsrecht bestaande uit nachtopvang, ontbijt en een avondmaaltijd.

Amnesty liet in 2016 een onderzoek uitvoeren naar het Nederlandse terugkeerbeleid. Dit leverde een goede analyse op van de zwakke en sterke punten ervan. We hebben zorgen over de reikwijdte en de onafhankelijkheid van het toezicht op het proces van terugkeer en de periode na de uitzetting. In 2017 wordt hierover een notitie geschreven.

Reflectie

De vluchtelingencrisis bepaalde in de eerste helft van 2016 de politieke agenda. Daardoor was het moeilijker om ook aandacht te blijven vragen voor de mensenrechten van mensen zonder verblijfsrecht in Nederland. Bovendien zijn er in Nederland naast Amnesty nauwelijks andere grote organisaties die zich bezighouden met de rechten van mensen zonder verblijfsrecht, met uitzondering van de kerken. Wel zijn er veel kleinere, vooral uitvoerende organisaties die dagelijks met de doelgroep werken. Wij werken nauw samen met deze organisaties, omdat dit ons zinvolle informatie biedt over de problematiek rond ongedocumenteerden. Andersom ondersteunen wij hen met onze mensenrechtenkennis. We zijn dan ook blij met deze waardevolle samenwerking.

Nadat we er al enige jaren veel aandacht voor hebben gevraagd, is het aantal mensen na een aanvankelijke daling, in 2016 met 16 procent gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. We blijven ons daarom inzetten voor alternatieven voor detentie, zodat het aantal nog verder omlaag kan. De Nederlandse overheid staat hier gereserveerd tegenover: zij vindt het risico op onttrekking aan het toezicht te groot. Toch kent de huidige vreemdelingenwetgeving verschillende mogelijkheden voor toezicht op vreemdelingen buiten detentie, zoals meldplicht, het opgeven van een verblijfsadres en het in beslag nemen van reisdocumenten. Volgens Amnesty is het beste alternatief voor detentie opvang en begeleiding, zodat met ondersteuning gewerkt kan worden aan terugkeer of legaal verblijf in Nederland of een ander land.

Hoe gaan we verder in 2017?

We zetten in 2017 ons lobbywerk voor de mensenrechten van mensen zonder verblijfsrecht voort, met als doel aanpassing van het wetsvoorstel Terugkeer en Vreemdelingenbewaring. Zo pleit Amnesty voor invoering van een kwetsbaarheidstoets. Ook blijven we er bij de regering op aandringen meer gebruik te maken van alternatieven voor vreemdelingendetentie. Daarnaast blijven we ons inzetten voor de bed-bad-broodregeling.

Meer over dit onderwerp