Een verwoest huis en een graf van Tutsis in Kiyonza, Rwanda. Ze werden vermoord tijdens de genocide in 1994.
© Didier Ruef/LUZphoto

Conflictpreventie

Een groot aantal organisaties houdt zich bezig met conflictpreventie: het voorkómen van grootschalige gewelddadige conflicten.

Een van de eerste internationale instellingen hiervoor was het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag. De preventie van conflicten is sterk afhankelijk van early warnings: de signalen dat een groot conflict zal uitbreken moeten tijdig worden opgepakt en er moet naar behoren op worden gereageerd. Er is een breed scala van middelen dat kan worden ingezet: het sturen van waarnemers, onderhandelingen tussen overheid en oppositiegroepen, economische steun en hulpprojecten, het inrichten van veilige zones binnen een land, plaatselijke initiatieven om bevolkingsgroepen op vreedzame wijze met elkaar in contact te brengen, enzovoort.

Conflictpreventie is ook het werk van onder meer International Alert en de International Crisis Group. Stille diplomatie wordt vaak voor conflictpreventie ingezet – Max van der Stoel was daar een voorbeeld van. De theorie van conflictpreventie is ontwikkeld door onder meer Johan Galtung.

Conflictpreventie: weerbarstige praktijk

In de praktijk blijkt het uitbreken van grootschalige conflicten vaak moeilijk te voorkomen. Soms worden ze niet of nauwelijks voorzien (Rwanda 1994), soms zijn de tekenen duidelijk maar volgt geen internationaal ingrijpen (Bosnië 1992). Daadwerkelijke conflictpreventie lijkt de meeste kans op succes te hebben bij een tijdige reactie van grote landen die met militaire en economische sancties kunnen dreigen.

Tien middelen van conflictpreventie

1. Dialoog tussen bevolkingsgroepen en politieke partijen.
2. Selectieve sancties, embargo’s en boycots.
3. Het instellen van ‘veilige havens’ en veilige gebieden.
4. Vredesmachten aan landsgrenzen en in conflicthaarden.
5. Het escorteren van bedreigde activisten, journalisten en waarnemers.
6. Opbouw van organisaties voor mensenrechten en noodhulp.
7. Het `uitkopen’ van oorlogsstichters en guerrillaleiders.
8. Berechting van daders en verantwoordelijken.
9. Economische ontwikkeling die de plaatselijke bevolking ten goede komt.
10. Erkenning van slachtoffers door hulpprogramma’s, compensatie, monumenten en dergelijke.

Meer over dit onderwerp