
VN-Veiligheidsraad moet wapenembargo Zuid-Sudan verlengen én handhaven
De inzet van gewapende Oegandese soldaten en militair materieel in Zuid-Sudan sinds 11 maart 2025 is een schandalige schending van het wapenembargo. Dat werd in 2018 door de VN ingesteld en loopt op 31 mei af. Binnenkort stemt de VN-Veiligheidsraad over een verlenging van het embargo in het door geweld geteisterde land. VN-organen en anderen hebben het Oegandese leger de afgelopen jaren regelmatig beschuldigd van het schenden van het embargo tegen Zuid-Sudan.
Het Ugandese leger (UPDF) werd ingezet na gewapende botsingen in de Zuid-Sudanese deelstaat Upper Nile. Daarbij zou de regering van Zuid-Sudan vaatbommen hebben gebruikt. Minstens 58 mensen kwamen om en er vielen ook diverse gewonden. De politieke spanningen namen ook toe. Daarbij werden topfunctionarissen van de oppositie willekeurig gearresteerd en incommunicado gevangengehouden.
Het UPDF legt tegenstrijdige verklaringen af over het doel van zijn missie. In de media zeiden UPDF-functionarissen dat ze op verzoek van Zuid-Sudan zijn ingezet om de hoofdstad Juba te beveiligen en dat ze “er niet zijn voor vredeshandhaving”. Maar op de UPDF-website staat juist dat het doel van de inzet het “handhaven van vrede en veiligheid in het land” is.
Gevechtshelikopters
Amnesty heeft daarnaast bewijzen in handen van het voortdurende gebruik van gevechtshelikopters door de South Sudan People’s Defence Forces (SSPDF). Dat wijst er sterk op dat de levering van reserveonderdelen nog steeds plaatsvindt. Eerder stelde Amnesty ook al een schending van het wapenembargo vast. Op 4 mei meldde Artsen zonder Grenzen dat twee gevechtshelikopters de dag ervoor hun apotheek in Old Fangak hadden gebombardeerd en op de stad hadden geschoten, waarbij zeven doden en twintig gewonden vielen. Een doelbewuste aanval op een ziekenhuis dat een humanitaire functie vervult, kan een schending zijn van het internationaal humanitair recht en een oorlogsmisdaad. Slechts enkele dagen later vertelden ooggetuigen in de media dat SSPDF-gevechtshelikopters zes burgers zouden hebben gedood in Mayom County in Unity State.
“Hoewel het wapenembargo van de VN tot nu toe geen wondermiddel is gebleken, zou de mensenrechtensituatie zonder dit embargo veel slechter zijn,” zegt Tigere Chagutah van Amnesty International. “Dit is niet het moment om het embargo op te heffen en de strijd te voeden met nog meer wapens. We dringen er bij de Veiligheidsraad op aan om het embargo te verlengen, het te handhaven en de levens van burgers te beschermen.”
Ugandees leger schendt wapenembargo
Het Crisis Evidence Lab van Amnesty International verifieerde twee video’s waarop soldaten en materieel van het UPDF zijn te zien. Op de video van 11 maart komen UPDF-soldaten aan op Juba International Airport. Op de video van een kleine week later zijn pantserinfanterievoertuigen en militaire trucks te zien met kentekens van het Ugandese leger. Ze vervoeren tanks vervoeren aan de Zuid-Sudanese kant van de grens tussen Zuid-Sudan en Uganda.
In de voorwaarden van het embargo staan uitzonderingen op het verbod op de levering, verkoop of overdracht van wapens en de bijbehorende ondersteuning. Dit mag alleen onder zeer precieze omstandigheden en alleen als het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad van tevoren op de hoogte wordt gesteld.
Geen vrijstelling gevraagd
Amnesty ontdekte dat noch de Ugandese, noch de Zuid-Sudanese autoriteiten het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad op de hoogte stelden, of om een vrijstelling van het wapenembargo vroegen voor de inzet van UPDF-soldaten. Dit is in strijd met resolutie 2428 van de VN-Veiligheidsraad uit 2018 en daaropvolgende resoluties. Deze leggen een wapenembargo op op “de directe of indirecte levering, verkoop of overdracht naar het grondgebied van Zuid-Sudan (…) van alle typen wapens en aanverwant materieel, waaronder vuurwapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen hiervoor.”
Amnesty International schreef op 11 april een brief over deze kwestie aan de Ugandese minister van Defensie en Veteranenzaken, de chef van de strijdkrachten en de Ugandese permanente missie bij de VN in New York, maar kreeg hierop geen antwoord.
Luchtvaartmaatschappij vervoert Ugandese soldaten
Amnesty International verifieerde ook video’s waarop te zien is dat op 11 maart een vlucht van Freedom Airlines Express werd gebruikt om troepen en materieel van de UPDF naar Juba te vervoeren.
Op 16 april schreef Amnesty International een brief met haar bevindingen aan Freedom Airlines Express. Freedom Airlines Express antwoordde op 24 april en bevestigde dat het inderdaad UPDF-personeel van Uganda naar Juba International Airport had vervoerd, maar ontkende dat dit in strijd was met het wapenembargo. Het bedrijf beweerde dat het “geen andere wapens heeft vervoerd dan de standaard vuurwapens die het personeel bij zich droeg” en dat “het doel van de aanwezigheid van de UPDF in de republiek Zuid-Sudan een zaak is voor de regeringen van Zuid-Sudan en Uganda”.
Toch is Amnesty International van mening dat het vervoer van soldaten en vuurwapens naar Zuid-Sudan door Freedom Airlines Express in strijd is met het embargo.
Bedrijven moeten wapenleveranties stoppen
Op geverifieerde beelden is ook te zien dat UPDF-soldaten gebruik maken van Katmerciler Hizir-pantserinfanteriewagens van Turkse makelij, die door een derde partij naar Zuid-Sudan zijn vervoerd; dit is in strijd met het embargo. Amnesty vroeg Katmerciler op 16 april om opheldering, maar heeft hierop nog geen reactie ontvangen.
Bedrijven hebben de verantwoordelijkheid om de mensenrechten te respecteren, onder meer door in hun hele waardeketen due diligence op het gebied van mensenrechten toe te passen, met als doel om alle daadwerkelijke of potentiële betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen vast te stellen, te voorkomen en te beperken. Het vereiste niveau due diligence op het gebied van mensenrechten is hoger voor zakelijke activiteiten die gevolgen hebben voor conflictgebieden.
Er is een aanzienlijk risico dat wapens en munitie die naar Zuid-Sudan worden vervoerd, door partijen in het conflict zullen worden gebruikt om ernstige mensenrechtenschendingen te plegen. Daarom moeten bedrijven – waaronder Freedom Airlines Express – hun betrokkenheid bij deze wapenleveranties onmiddellijk staken, om te voorkomen dat ze deze schendingen veroorzaken of eraan bijdragen.
Aanvoer van reserveonderdelen
Uit satellietbeelden die Amnesty International heeft geanalyseerd, blijkt dat er tussen januari en maart meer Mi-24-gevechtshelikopters op het militaire terrein van Juba International Airport in actie kwamen. Beelden met een hogere resolutie laten zien dat de drie Mi-24-helikopters die normaal gesproken op het vliegveld gestationeerd zijn op verschillende data in februari ontbreken, Dit wijst erop dat ze operationeel waren.
In 2020 vertelden bronnen aan Amnesty International dat, toen de VN-Veiligheidsraad in juli 2018 het wapenembargo instelde, de regeringsvloot van Mi-24-gevechtshelikopters niet-functioneel was en aan de grond werd gehouden. Amnesty International stelde vervolgens vast dat de regering reserveonderdelen aanschafte om de helikopters op te knappen, waarmee het wapenembargo werd geschonden. De helikopters zijn nog steeds operationeel. Dat wijst erop dat er nog steeds reserveonderdelen worden ingekocht en dus dat het wapenembargo nog steeds wordt geschonden.
“Met het oog op de oplopende spanningen in het land hebben Zuid-Sudan en zijn regionale en internationale partners de plicht om burgers te beschermen, door ervoor te zorgen dat het huidige wapenembargo niet wordt geschonden, ook niet door de invoer van nieuwe wapens of reserveonderdelen in het land,” aldus Tigere Chagutah.