Al-Hol kamp, 2024
© AFP/Getty

Syrië moet onwettig detentiesysteem opheffen waarin tienduizenden mensen vastzitten

De plotse afname van financiële steun vanuit de VS heeft in het noordoosten van Syrië geleid tot chaos in detentiekampen. In deze kampen zitten mensen voor onbepaalde tijd vast vanwege hun veronderstelde banden met Islamitische Staat (IS). Amnesty International roept op een einde te maken aan dit onwettige detentiesysteem.  

Meer dan zes  jaar na de nederlaag van IS worden in deze kampen onwettig tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen vastgehouden. Dit gebeurt onder leiding van de Autonome Autoriteiten van de Noordelijke en Oostelijke Syrische Regio, met hulp van de door de VS geleide coalitie tegen IS. De detentiefaciliteiten zijn in Al-Hol en Roj. Sommige van de gevangenen zijn slachtoffers van misdrijven onder internationaal recht, en mensenhandel door IS. De meesten van hen zijn nooit officieel aangeklaagd en kregen geen kans hun detentie aan te vechten. Sommigen werden gemarteld en mishandeld.  

Door de plotse en onverwachte terugtrekking van financiële steun door de regering Trump, is er een chaotische situatie ontstaan. Daardoor zijn de basisvoorzieningen in de kampen verslechterd. Amnesty International bracht vorig jaar een rapport uit over de toen al slechte omstandigheden in de kampen: bewoners leefden in onmenselijke en levensbedreigende omstandigheden, met onvoldoende toegang tot medische hulp, en met veel geweld en misdaad om hen heen. 

Een 28-jarige vrouw vertelde Amnesty International: “We leven in terreur.” 

“Het is de hoogste tijd dat er een einde komt aan dit onwettige systeem van detentie”, zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International. “Terwijl de VS zich klaarmaken om hun militaire aanwezigheid in Syrië af te bouwen, moeten de mensen die nog steeds in deze kampen leven niet worden vergeten.” 

Terugtrekking financiële steun vanuit de VS 

Op 20 januari kondigde de regering-Trump aan alle buitenlandse hulp te pauzeren. Dit leidde tot chaos in Al-Hol – en op veel andere plekken in de wereld die afhankelijk zijn van steun uit de VS. 

“De afschaling van financiële hulp door de regering-Trump kan catastrofale consequenties hebben voor de tienduizenden kinderen en vrouwen die vastzitten in het noordoosten van Syrië”, zegt Agnès Callamard. 

In maart 2025 spraken Amnesty-onderzoekers met 27 mensen, onder wie medewerkers van humanitaire organisaties en ngo’s, vertegenwoordigers van de autonome autoriteiten en bewoners van de kampen Al-Hol en Roj.  

Kampen Al-Hol en Roj

Kamp Al-Hol wordt geleid door Blumont, een Amerikaanse ngo die buitenlandse subsidie ontvangt van de VS. Op 25 januari ontdekte de manager van het kamp dat niemand van de ongeveer driehonderd door de VS gefinancierde medewerkers voor het werk was komen opdagen, ook niet de beveiligers.  

Op 4 maart trok de Amerikaanse regering ten minste 117 miljoen dollar steun aan projecten in het noordoosten van Syrië in. Een deel daarvan is inmiddels weer hersteld. Amnesty interviewde mensen die zich zorgen maakten over de verslechterde gezondheidszorg in Al-Hol, waaronder het sluiten van gezondheidscentra en minder ambulances voor noodsituaties. Ook uitten mensen zorgen over het stopzetten van programma’s voor jongens die gedwongen werden weggehaald bij hun families in de kampen.  

Voordat de financiering werd ingetrokken, hadden de autonome autoriteiten en humanitaire organisaties al moeite om te voorzien in de behoeften van kampbewoners. 

Begin maart werden ook vijf projecten in Roj beëindigd. Een kampbewoner vertelde dat het Wereldvoedselprogramma dubbele voedselrantsoenen had uitgedeeld met de mededeling dat deze een tijd moesten meegaan voor het geval meer financiering zou worden stopgezet.  

Angst voor rekrutering door IS 

Sommige geïnterviewden gaven aan bang te zijn dat IS mensen in de kampen zou rekruteren. Een vertegenwoordiger van een humanitaire organisatie zei: “Nu mensen in deze twee kampen steeds hongeriger worden en slechtere toegang hebben tot basisvoorzieningen, is de roep vanuit de bewoners van Al-Hol en Roj [naar IS] ‘kom ons halen’.” 

Sommige hulp aan Al-Hol is weer hervat, maar het wegvallen van de steun leidt tot onzekerheid, wat schadelijk is voor sommige projecten.  

De VN nemen langzamerhand een aantal coördinerende activiteiten over, maar kunnen niet alles financieren. 

Versnelling van repatriëring en terugkeer uit kampen 

Er is na al die jaren nog geen duurzame oplossing voor de crisis in het noordoosten van Syrië. De afgenomen financiering van hulp moet nu eindelijk tot actie leiden. Het onwettige detentiesysteem kan sneller gesloten worden door een aantal recente gebeurtenissen. 

Denk aan de val van president Bashar al-Assad, de groeiende aanwezigheid van de VN in noordoost Syrië, en toenemende diplomatieke betrekkingen tussen de Syrische regering en landen waarvan burgers nog in Syrië vastzitten. De autonome autoriteiten werken samen met de VN aan een plan om Syriërs en Irakezen uit de kampen te halen in 2025. Deze twee groepen maken ongeveer 80 procent uit van de 36.000 mensen in Al-Hol. De rest van hen is afkomstig uit ongeveer zestig andere landen.  

De Irakese regering haalt steeds meer mensen terug naar eigen land: in maart 2025 waren al meer dan 5.600 mensen vanuit Al-Hol teruggekeerd naar Irak – bijna de helft van alle mensen die Irak sinds 2021 uit het kamp heeft teruggehaald. 

Het vertrek van mensen uit Al-Hol is welkom, maar mensen moeten niet van het ene naar het andere kamp worden gebracht. Vorig jaar berichtte Amnesty International over het Al-Jed’ah centrum in Irak.   

Oproep Amnesty International 

De nieuwe Syrische regering, de autonome autoriteiten, de door de VS geleide coalitie en de VN moeten eindelijk oplossingen voor de crisis aandragen. Een van de grootste prioriteiten is om de kampen kleiner te maken. Voordat families de kampen kunnen verlaten, moeten kinderen en jongeren die van hun families zijn gescheiden herenigd worden. Er moet worden geïnvesteerd in programma’s in Irak en Syrië om mensen die vrijwillig terugkeren op te vangen.  

Amnesty roept landen waarvan burgers in noordoost Syrië verblijven op onmiddellijk chartervluchten te regelen om deze eindelijk naar huis te halen, en ook hun verzorgers, en mogelijke slachtoffers van mensenhandel. 

Mensen die overblijven moeten worden gescreend om te kijken naar wie onderzoek moet worden gedaan op het gebied van misdrijven onder internationaal of nationaal recht. Alle anderen moeten worden vrijgelaten. De Syrische regering en andere landen moeten helpen bij het herhuisvesten van diegenen die niet naar huis kunnen.  

Slachtoffers van misdrijven door IS verdienen gerechtigheid. Zelfs als mensen terugkeren voor rechtszaken, zal er een groep overblijven die niet naar huis kan. Voor deze mensen moet een plan worden gemaakt. 

Achtergrond 

Ongeveer 46.500 mensen uit Irak, Syrië en andere landen zitten nog vast in de detentiekampen. De meesten van hen zijn vrouwen en kinderen. Van de mannen die in detentie zitten moeten nog ongeveer 2.000 Syriërs worden berecht en tussen de 2.000 en 3.100 mannen uit andere landen. 

Meer over dit onderwerp