Een jongen uit de Jemenitische stad Taez staat in een gebouw dat gedeeltelijk verwoest is door een mortieraanval (3 februari 2016). Een coalitie onder aanvoering van Saudi-Arabië voert daar een oorlog tegen de Houthi's.
© Ahmad Al-Basha/AFP/Getty Images

Midden-Oosten: onverschilligheid over mensenrechten wakkert schendingen aan

De toenemende onverschilligheid van de internationale gemeenschap met betrekking tot de wijdverspreide mensenrechtenschendingen in het Midden-Oosten, sterkt regeringen in die regio in het idee dat ze kunnen doen wat ze willen, zonder dat ze zich daar ooit over hoeven te verantwoorden.

 Dat stelt Amnesty International in haar nieuwe rapport  Bekijk ook: Lees het rapport: Human rights in the Middle East and North Africa: A review of 2018 . Het rapport beschrijft de mensenrechtensituatie in 19 landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gedurende 2018. Schendingen zijn er aan de orde van de dag en de internationale gemeenschap draagt daar indirect stevig aan bij. Niet alleen omdat landen die mensenrechten schenden niet ter verantwoording worden geroepen, maar ook door de wapenleveranties aan misdadige regimes ter waarde van miljarden euro’s. De enige lichtpuntjes zijn enkele kleine verbeteringen op onder meer het gebied van vrouwenrechten.

‘Khashoggi’ zonder gevolg

Even leek het erop dat de wereld haar rug rechtte, toen in oktober 2018 de Saudische journalist Jamal Khashoggi op gruwelijke wijze werd vermoord in het Saudische consulaat in Istanbul. Landen als Denemarken en Finland kondigden zelfs aan dat ze hun wapenleveranties aan Saudi-Arabië zouden opschorten. Maar belangrijke bondgenoten van de Saudi’s, waaronder de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, deden dat niet. De VN hebben ook geen onafhankelijk onderzoek ingesteld.

Grof geweld

In de wetenschap dat ze straffeloos hun gang konden gaan, maakten de regimes in de regio zich schuldig aan onder meer het gevangenzetten van hun critici, het beperken van de burgerlijke vrijheden, en het met grof geweld neerslaan van protesten.

Zo werden in Saudi-Arabië critici van de regering, academici en mensenrechtenverdedigers gevangengezet en vervolgd. Bijna alle Saudische mensenrechtenverdedigers zitten nu achter de tralies of zijn het land ontvlucht.

In Iran werd 2018 door Amnesty betiteld als ‘het jaar van de schande’. Meer dan 7 duizend demonstranten, studenten, journalisten, milieuactivisten, arbeiders en mensenrechtenverdedigers werden, meestal willekeurig, gearresteerd. Vrouwenrechtenactivisten die protesteerden tegen discriminatie en het gedwongen dragen van de hijab betaalden daarvoor een zware prijs.

Hoopvolle ontwikkelingen

 Te midden van de wijdverspreide onderdrukking en mensenrechtenschendingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, waren er in 2018 ook enkele hoopvolle ontwikkelingen – al waren die bescheiden. In de Maghreb-landen werden wetten van kracht die geweld tegen vrouwen tegengaan, en in Palestina is het niet meer mogelijk dat mensen die van verkrachting verdacht worden, aan vervolging ontsnappen door te trouwen met hun slachtoffer. In Saudi-Arabië mogen vrouwen eindelijk autorijden, waarbij het wel uiterst wrang is dat vrouwen die voor dat recht gestreden hadden, in de gevangenis werden gesmeten.

Ook waren er twee kleine overwinningen voor LHBTI-ers. In Tunesië is een wetsvoorstel ingediend dat relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht decriminaliseert. En in Libanon oordeelde een rechter dat seks tussen mensen van hetzelfde geslacht – mits met wederzijdse instemming – geen misdrijf is.

Meer over dit onderwerp