Demonstratierecht: het verhaal van Jesse

Jesse: ‘Ik vond het demonstratieverbod beangstigend’

Bekijk ook: Rechtszaak tegen gemeente Amsterdam vanwege demonstratieverbod: lees alles over de dagvaarding en de verhalen van de mese-eisers. Jesse van Schaik (20) studeert geschiedenis aan de UvA. Al sinds haar veertiende organiseert ze demonstraties en neemt ze deel aan (internationale) acties. Tegen de klimaatcrisis, voor Black Lives Matter, voor vluchtelingen, voor vrouwenrechten, en nu ook tegen de genocide in Gaza.

“Allemaal verschillende thema’s, maar uiteindelijk komt het op hetzelfde neer: het vechten voor een wereld waarin niet dagelijks baby’s worden gebombardeerd, mensen op de vlucht niet terug in zee worden geduwd, en we niet een klein groepje vervuilers de wereld laten verbranden. Demonstreren vormt een groot deel van mijn leven omdat ik, en met mij honderdduizenden Nederlanders, weiger te accepteren dat dit allemaal zomaar kan gebeuren. Het is van fundamenteel belang dat wij, als mensen, te allen tijde in opstand kunnen komen tegen onrecht.”

Vrijheid van meningsuiting

Jesse was geschokt over het Amsterdamse demonstratieverbod.

“In november 2024 besloot de burgemeester van Amsterdam om een voetbalwedstrijd van Maccabi Tel Aviv FC toe te staan in Amsterdam. Toen daaropvolgend geweld plaatsvond en ‘Dood aan Arabieren’ werd gescandeerd in het centrum, was het ook de burgemeester die besloot om een algemeen protestverbod uit te vaardigen. Dit vond ik niet alleen belachelijk en sterk misplaatst, maar ook beangstigend. Vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel grondrecht, dat niet zomaar ingeperkt mag worden.

Het feit dat de burgemeester dit besluit nam, toonde angstwekkend duidelijk hoe kwetsbaar dat recht eigenlijk was. Er waren meer onrechtvaardige en moeilijke dingen gebeurd die nacht, maar hoe konden we een ander geluid laten horen als het ons niet meer was toegestaan te demonstreren?”

Protest

Jesse besloot zich uit te spreken.

“Met een groepje besloot ik alsnog een statement te maken tegen dit verbod. Op dinsdag 12 november stonden we met zo’n tien mensen eerst op de Dam met een aantal witte lakens en lege papiertjes. Als we niet normaal mochten protesteren, dan was onvrede uiten over deze opgelegde stilte wel het minste wat zou moeten kunnen.

De politie kwam langs om te informeren wat we aan het doen waren, en ons mee te delen dat ze niet in staat zouden zijn ons te beschermen tegen vijandig publiek. We besloten naar het stadhuis te lopen. Bijna op het stadhuisplein omsingelde de politie ons, onder andere met busjes. Wij waren nog steeds volledig neutraal , en riepen een paar slogans: ‘Wat willen wij?’ ‘Niks!’ ‘Wanneer willen we dat?’ ‘Nooit!’

Immers, protesteren was verboden, dus wij zeiden of deden niks expliciet politieks.”

Politie greep in

“Er kwamen zo’n twaalf politieagenten om ons heen staan die ons meerdere keren vertelden dat wij onze ‘protestspullen’ moesten opbergen. Anders zouden we worden aangehouden. Op mijn vraag wat onze ‘protestspullen’ dan precies waren – want witte lakens en papier zijn gewoon gebruiksvoorwerpen zonder politieke uiting – werd geen antwoord gegeven. Uiteindelijk werden we gearresteerd, zaten een tijdje vast in een politiebusje, en werden uiteindelijk naar een sportterrein net buiten de stad gebracht, waar we zonder verdere plichtplegingen naar buiten zijn gelaten.”

Iedereen moet kunnen demonstreren

Jesse vertelt hoe het ergens een grappige ervaring was, absurdistisch bijna. Maar ze maakt zich grote zorgen over wat erachter zit.

“Onder de aanvankelijke absurditeit van gearresteerd worden met een wit laken lag wel een serieuzere ondertoon. Het feit dat het zó makkelijk was om ons zelfs voor een klein en ludiek statement te verwijderen. En wij hadden nog het geluk dat we de tijd, de privileges en zelfs een eventuele advocaat hadden, waardoor we ons een arrestatie konden veroorloven. Maar het hele punt van demonstreren is dat íedereen dat moet kunnen doen, juist ook zonder verdere moeite of voorbereiding. Juist in Amsterdam, historisch altijd al een stad van opstand en verzet, was dit demonstratieverbod niet te rechtvaardigen.”

Wat zegt dit over de toekomst?

Jesse wijst, net als een van de andere mede-eisers Irene, op de lessen die we van de geschiedenis kunnen leren.

“Ik maakte me in november zorgen en doe dat nu nog steeds. Als geschiedenisstudent kijk ik veel naar historische opstanden, revoluties, massastakingen en andere vormen van verzet. Deze geschiedenissen geven me vaak inspiratie en hoop, omdat het keer op keer wel mogelijk blijkt om schijnbaar onveranderlijke dingen te veranderen. Tegelijkertijd is de geschiedenis ook een constante waarschuwing voor hoe gemakkelijk verworven rechten ook weer kunnen worden afgenomen. Ook in Nederland. Met deze rechtszaak hoop ik dat de gemeente Amsterdam openlijk erkent dat het demonstratieverbod niet rechtmatig was. En dus ook dat het hopelijk niet nog een keer zomaar kan gebeuren.”

‘Blijf schreeuwen’

Ondanks alles laat Jesse zich niet ontmoedigen.

“De talloze demonstraties op het Damrak, het Museumplein, het Malieveld, de Erasmusbrug, in Volendam en in Staphorst hebben me geleerd hoe ongelooflijk belangrijk het is om door te gaan: om te blijven komen, organiseren, schreeuwen. En om te laten zien dat wij het onrecht, de genocides en de wereldwijde crises in deze wereld niet accepteren. Maar nu moeten we, naast die gevechten, ook steeds meer ons eigen recht op protest gaan verdedigen. Ook dat blijf ik verdedigen en ik weet dat ik daarin verre van alleen ben. We zullen elkaar, en iedereen die we nog kunnen overtuigen, hard nodig hebben.”

Right to Protest

Rechtszaak

Lees alles over de rechtszaak die Amnesty tegen de gemeente Amsterdam is begonnen.

Lees meer

Alle verhalen