VS moeten luchtaanvallen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied stoppen
Sinds begin september voeren de Verenigde Staten luchtaanvallen uit op Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Hierbij zijn al ten minste 57 mensen om het leven gekomen. Deze luchtaanvallen zijn illegaal. Amnesty International roept het Amerikaanse Congres op in actie te komen om te voorkomen dat de Amerikaanse regering nog meer bombardementen uitvoert.
“Het leger van de VS is de afgelopen maanden op basis van illegale bevelen van de regering-Trump op pad gegaan om te doden”, zegt Daphne Eviatar van Amnesty International USA.
“Ze hebben opzettelijk mensen gedood die ervan werden beschuldigd misdaden te hebben begaan en die geen bedreiging vormden. De regering maakte de namen van de slachtoffers niet bekend en leverde geen bewijs voor hun veronderstelde misdrijven.
“Het is hoog tijd dat het Amerikaanse Congres zijn rol uitoefent als toezichthouder van dit onwettige handelen van de regering, een einde maakt aan deze illegale luchtaanvallen, en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aanvallen ter verantwoording roept.”
Geen bewijs of wettelijke basis
Amerikaanse regeringsfunctionarissen kondigden tot nu toe dertien luchtaanvallen in Latijns-Amerika aan, waarvan acht in het Caribisch gebied en vijf in de Stille Oceaan. De regering-Trump probeerde deze acties te rechtvaardigen door te beweren – zonder enig bewijs te leveren – dat de doelwitten drugssmokkelende “narco-terroristen” waren.
Het aanhouden van verdachte drugsboten is een wetshandhavingsoperatie die valt onder het internationaal oorlogsrecht. Dit recht stelt dat iedereen recht heeft op leven en een eerlijk proces en dat staten alleen dodelijk geweld mogen gebruiken bij een onmiddellijke levensbedreigende situatie en als minder extreme middelen, zoals aanhouding, ontoereikend zijn.
Een staat die opzettelijk iemand buiten deze omstandigheden doodt, pleegt een buitengerechtelijke executie, een vorm van moord, ongeacht de vermeende misdaad die het slachtoffer zou hebben begaan.
Geen rechtvaardiging van dodelijk geweld
In het geval van deze bombardementen heeft de regering-Trump geen enkel bewijs geleverd dat de slachtoffers een onmiddellijke bedreiging voor mensenlevens vormden. Zelfs als de boten of personen drugs smokkelden, vormt het vervoeren van drugs op zich geen onmiddellijke bedreiging voor mensenlevens die het gebruik van dodelijk geweld zou kunnen rechtvaardigen.
Regeringsfunctionarissen toonden ook niet aan dat ze de schepen niet konden stoppen en enteren, zoals de Amerikaanse kustwacht regelmatig doet. Staatssecretaris Marco Rubio bevestigde zelfs dat de VS de eerste boot die ze aanvielen, hadden kunnen onderscheppen, maar ervoor kozen om deze te bombarderen.
“De luchtaanvallen van het Amerikaanse SOUTHCOM (leger) zijn onbevoegde acties van een regering die de wet overtreedt”, aldus Daphne Eviatar. “Als de regering-Trump drugsverslaving wil aanpakken, moet zij volop investeren in volksgezondheidsprogramma’s voor behandeling en preventie in de VS, in plaats van illegaal boten op te blazen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Ongeacht de misdrijven die door drugskartels worden gepleegd, is het volgens zowel het internationaal als het nationaal recht een misdaad wanneer Amerikaanse autoriteiten iemand executeren die volgens hen deel uitmaakt van een drugskartel dat drugs vervoert. Dat mogen ze niet doen op straat in de VS, en dat mogen ze ook niet doen in internationale wateren.”
Het Caribisch gebied en de Stille Oceaan zijn geen oorlogsgebieden
Regeringsfunctionarissen beweerden dat de VS “in oorlog” is met drugskartels, waarmee ze suggereren dat de regering van mening is dat de oorlogswetten, die het doden van vijandelijke strijders op het slagveld toestaan, van toepassing zijn op het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Dat argument is onjuist.
De VS is geen partij in een gewapend conflict in het Caribisch gebied of Latijns-Amerika. Niemand, ook drugshandelaren niet, heeft de VS op een manier aangevallen die een militaire reactie zou rechtvaardigen.
Bovendien is er geen toestemming van het Congres voor het gebruik van militair geweld tegen kartels. Maar zelfs met een dergelijke toestemming blijven deze luchtaanvallen illegaal volgens internationale mensenrechtenwetgeving.
“De oorlogswetten zijn hier simpelweg niet van toepassing. Het Caribisch gebied en het oostelijke deel van de Stille Oceaan zijn geen oorlogsgebieden waar het Amerikaanse leger boten kan bombarderen die volgens het Witte Huis vijanden vervoeren”, aldus Daniel Noroña, van Amnesty International USA. “Het inzetten van het leger op grond van vermeende wetshandhaving is een oude en mislukte truc uit het autoritaire handboek met vele ernstige mensenrechtenschendingen in Latijns-Amerika als gevolg. Deze luchtaanvallen geven ook een huiveringwekkend signaal van stilzwijgende goedkeuring aan andere leiders die mensen buitengerechtelijk om willen executeren.”
Het Congres moet actie ondernemen
Het Congres moet alles in het werk stellen om deze luchtaanvallen te stoppen, zodat de regering niet nog meer mensen in het buitenland of in de VS doodt.
Het Congres moet ook eisen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor het doden van deze mensen voor de rechter worden gebracht, zowel de directe daders als degenen die de orders gaven. Daartoe moeten wetgevers grondige en onafhankelijke onderzoeken instellen, tot in de top van de Amerikaanse regering, om de verantwoordelijkheid vast te stellen.
President Donald Trump heeft al publiekelijk de verantwoordelijkheid opgeëist voor het bevel tot de luchtaanvallen. Zowel hij als hoge regeringsfunctionarissen schepten er ook openlijk over op, terwijl ze het toezicht van het Congres en de bezorgdheid over het internationaal recht negeerden.