Saudi-Arabië executeert man voor misdrijven die hij als minderjarige zou hebben begaan
Op 21 augustus 2025 voltrokken de Saudische autoriteiten de executie van Jalal Labbad. Hij was ter dood veroordeeld voor misdrijven die hij begaan zou hebben toen hij minderjarig was.
“De executie van Jalal Labbad door Saudi-Arabië is weerzinwekkend en laat zien hoe de autoriteiten de doodstraf inzetten voor minderjarigen, wat verboden is. Het opleggen van de doodstraf voor misdrijven die begaan zouden zijn door mensen die minderjarig (kind) zijn ten tijde van het misdrijf, is onder internationaal recht en internationaal mensenrecht verboden”, zegt Bissan Fakih van Amnesty International.
Doodstraf voor deelname aan demonstraties
Jalal Labbad werd op 3 april 1995 geboren. Hij werd gearresteerd in verband met zijn deelname aan protesten in 2011 en 2012 tegen de behandeling van de sjiitische minderheid in Al-Qatif in de Oostelijke Provincie, en zijn aanwezigheid bij begrafenissen van mensen die door de veiligheidsdienst waren gedood.
Op 1 augustus 2022 werd hij ter dood veroordeeld voor misdrijven die hij begaan zou hebben toen hij 16 en 17 jaar was. Op 4 oktober diende een beroep, waarbij de doodstraf bleef staan. In oktober 2023 ontving Amnesty International betrouwbare informatie dat het Saudische hooggerechtshof zijn doodstraf in het geheim had bekrachtigd.
Andere veroordelingen
Ook vier andere mannen – Abdullah al-Derazi, Yusuf al-Manasif, Jawad Qureiris en Hassan al-Faraj – werden veroordeeld voor misdrijven die ze als minderjarige begaan zouden hebben. Alle mannen zijn sjiieten. De UN Working Group on Arbritrary Detention (WGAD) concludeerde dat hun detentie willekeurig is. De broer van Jalal Labbad, Fadel Labbad, werd in 2019 geëxecuteerd. En een andere broer, Mohammad Labbad, werd in oktober 2022 ter dood veroordeeld.
Tragisch dieptepunt
Jalal Labbads executie is een tragische dieptepunt van een groot aantal mensenrechtenschendingen begaan door de Saudische autoriteiten – van zijn willekeurige detentie tot zijn zeer oneerlijke proces. Jalal Labbad kreeg geen toegang tot juridische bijstand tijdens zijn voorarrest. Hij vertelde de rechtbank dat hij was gemarteld, in elkaar geslagen en geëlektrocuteerd om zijn schuld te ‘bekennen’. De rechtbank heeft geen onderzoek gedaan naar deze beweringen.
Oproep Amnesty International
De Saudische autoriteiten moeten Jalal Labbads lichaam zo snel mogelijk vrijgeven aan zijn familie, zodat zij hem volgens hun culturele en religieuze gebruiken kunnen begraven. De Saudische autoriteiten geven vaak de lichamen van mensen die ze hebben geëxecuteerd niet vrij, wat tot groot verdriet en verder trauma leidt bij hun familieleden.
Nu Jalal Labbad is geëxecuteerd, maakt Amnesty International zich ernstige zorgen over de levens van andere jonge mannen die ter dood veroordeeld zijn, zoals Abdullah al-Derazi, voor misdrijven die ze zouden hebben begaan toen ze minderjarig waren. Ook Al-Derazi is sjiitisch en werd het slachtoffer van vele mensenrechtenschendingen. Saudi-Arabië moet het toepassen van de doodstraf stoppen, en geen mensen executeren die misdrijven hebben begaan als minderjarigen.
Achtergrond
De Saudische autoriteiten leggen vaak de doodstraf op aan leden van de sjiitische gemeenschap in hun poging om kritische stemmen in de Oostelijke Provincie het zwijgen op de leggen.
In mei 2023 deelde de Saudische Mensenrechtencommissie Amnesty International in een brief mee dat ‘de toepassing van de doodstraf voor jongeren voor ta’zir-misdrijven compleet is afgeschaft’. Ta’zir-misdrijven zijn misdrijven waarvoor de doodstraf niet verplicht is onder islamitische wetgeving. Maar Jalal Labbad werd voor ta’zir-misdrijven veroordeeld.
Het verbod op het opleggen van de doodstraf voor mensen die ten tijde van het misdrijf minderjarig waren is vastgelegd in verschillende verdragen, zoals het Verdrag van de Rechten van het Kind, het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, en ook het internationaal recht.
Amnesty International is in alle gevallen tegen de doodstraf.
