Hongkong: nieuwe wet over volkslied is belediging van de vrije meningsuiting

In Hongkong is een wet aangenomen die het beledigen van het Chinese volkslied strafbaar maakt.

‘Mensen die het Chinese volkslied “beledigen” kunnen nu worden opgesloten, maximaal drie jaar lang’ zegt Joshua Rosenzweig van Amnesty International. ‘De autoriteiten van Hongkong beledigen het recht op vrijheid van meningsuiting opnieuw met alweer een poging om vreedzame kritiek strafbaar te stellen.’

Het recht van mensen om hun gevoelens over volksliederen en andere staatssymbolen te uiten, wordt goed beschermd door internationale mensenrechtenwetgeving. De autoriteiten van Hongkong kunnen de nieuwe wet, die breed geformuleerd is, gemakkelijk misbruiken. Door ‘belediging’ ruim te interpreteren kunnen ze critici ermee de mond snoeren. De wet treedt op 12 juni in werking.

‘De nieuwe wet is een veeg teken voor de toekomst van de mensenrechten in Hongkong,’ zegt Rozenzweig. ‘Nu de nationale veiligheidswet eraan komt, worden de rechten en vrijheden van de stad meer bedreigd dan ooit tevoren.’

Achtergrond

De wet over het volkslied maakt dat het ‘beledigen’ of ‘misbruiken’ van het Chinese volkslied bestraft kan worden met een boete van 5.700 euro en een maximum gevangenisstraf van drie jaar. Sinds 2015 zijn er verschillende incidenten geweest waarbij voetbalfans uit Hongkong boe-geluiden lieten horen en zich omdraaiden als het Chinese volkslied werd gespeeld. Onder de nieuwe wet wordt dat een misdrijf.

Internationale mensenrechtenwetgeving beschermt ideeën of uitspraken die sommigen aanstootgevend vinden zolang daarmee niet opzettelijk wordt aangezet tot geweld. Daarnaast geven internationale mensenrechtennormen aan dat vreedzame kritiek op of belediging van een natie of haar symbolen geen bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Ook mag het niet op andere gronden verboden worden.