De arrestatie van mediamagnaat en pro-democratie activist Jimmy Lai in Hongkong
© AFP via Getty Images

Hongkong: gevangenzetten van critici van de regering is schending van het internationaal recht

In Hongkong zijn tien pro-democratie activisten veroordeeld tot tussen de 8 en 18 maanden gevangenisstraf omdat ze deelnamen aan twee ‘ongeoorloofde’ protesten in augustus 2019.

‘De onrechtmatige veroordeling van deze activisten onderstreept het voornemen van de regering van Hongkong om elke politieke oppositie in de stad uit te schakelen’, zegt Yamini Mishra van Amnesty Internatational. ‘Nadat de autoriteiten de meeste prominente dissidenten van Hongkong hebben gearresteerd op basis van de repressieve nationale veiligheidswet, pakken zij nu de overige vreedzame critici aan. Zij gebruiken daarvoor valse beschuldigingen die verband houden met de protesten van 2019.’

Schending internationaal recht

‘Deze veroordelingen zijn een schending van het internationaal recht. Volgens dat recht is geen voorafgaande toestemming van de staat vereist om aan een vreedzame bijeenkomst deel te nemen of er een te organiseren. Ook als de autoriteiten niet geïnformeerd worden over een bijeenkomst, is het niet onwettig om eraan deel te nemen. De zaak van de aanklager tegen deze activisten is simpelweg niet houdbaar’, zegt Yamini Mishra.

De autoriteiten van Hongkong moeten stoppen met het indienen van ongegronde strafrechtelijke aanklachten tegen mensen die vreedzaam hebben gebruikgemaakt van hun rechten op vrijheid van meningsuiting en op vergadering. Iedereen die vandaag is veroordeeld, moet onmiddellijk worden vrijgelaten en de aanklachten tegen hen moeten worden ingetrokken.

Achtergrond

Op 16 april 2021 werden tien pro-democratie activisten veroordeeld tot tussen de 8 en 18 maanden gevangenisstraf voor het organiseren van en deelnemen aan ‘ongeoorloofde’ protesten op 18 en 31 augustus 2019.

In 2019 werd langdurig en massaal geprotesteerd tegen de uitleveringswet die begin dat jaar werd voorgesteld. Naarmate protesten tegen het wetsvoorstel aanzwollen, trad de politie van Hongkong steeds harder op en werden nieuwe regels ingesteld. Deze variëerden van het intrekken van ‘kennisgevingen van geen bezwaar’ voor demonstraties tot het ronduit verbieden van protesten op grond van ‘bezorgdheid over de openbare veiligheid’.

Massale protesten

Naar schatting 1,7 miljoen mensen namen op 18 augustus 2019 deel aan een vreedzame mars. De deelnemers negeerden de politiebevelen om het protest te beperken tot een bijeenkomst in Victoria Park, nabij het stadscentrum. Honderdduizenden mensen gingen op 31 augustus 2019 opnieuw de straat op. Dit ondanks het feit dat de organisatoren het protest hadden afgeblazen nadat de politie alle demonstraties had verboden. De demonstratie was grotendeels vreedzaam, maar eindigde uiteindelijk in botsingen tussen de politie en demonstranten. Daarbij gooiden sommigen met stenen en benzinebommen.

Drie mensen die vandaag zijn veroordeeld worden ook vervolgd op grond van de nationale veiligheidswet van Hongkong. Deze wet is op 30 juni 2020  uitgevaardigd en wordt sindsdien gebruikt om tegenstanders van de regering te onderdrukken. Het gaat om kranteneigenaar Jimmy Lai en de voormalige parlementsleden Au Nok-Hin en Leung Kwok-hung.

De andere veroordeelden zijn de voormalige parlementsleden en activisten Martin Lee, Lee Cheuk-yan, Leung Yiu-chung, Margaret Ng, Cyd Ho Sau-lan en Albert Ho Chun-yan.

Martin Lee, Margaret Ng en Albert Ho zijn tot 24 maanden voorwaardelijke celstraf veroordeeld, Leung Yiu-chung tot 12 maanden voorwaardelijk celstraf, en Yeung Sum tot acht maanden voorwaardelijk.

Deze vervolgingen zijn gebaseerd op de openbare ordeverordening, die niet voldoet aan de internationale mensenrechtenwetgeving en -normen voor het recht op vreedzame samenkomst. Het VN-Mensenrechtencomité heeft herhaaldelijk zijn bezorgdheid geuit dat het spreken van een ‘onwettige samenkomst’ het risico met zich meebrengt dat de mensenrechten van vreedzame demonstranten worden geschonden.

Amnesty International dringt al lange tijd aan op wijziging van relevante bepalingen van de openbare ordeverordening om ze in lijn te brengen met de verplichtingen van Hongkong onder de internationale mensenrechtenwetgeving.

 

Meer over dit onderwerp