Lee Ming-che uit Taiwan is in China tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld op basis van een nieuwe Buitenlandse ngo-wet.
© http://whereislee.org/

China: eerste veroordeling buitenlandse activist na invoering Buitenlandse ngo-wet

De Taiwanese activist Lee Ming-che is de eerste buitenlandse ngo-werknemer die na invoering van de nieuwe Buitenlandse ngo-wet in China is veroordeeld. Hij kreeg 5 jaar gevangenisstraf opgelegd vanwege het ‘ondermijnen van de staatsmacht’.

Lee Ming-che ondersteunde jarenlang verschillende maatschappelijke organisaties en activisten. Toen hij op 19 maart 2017 China voor privéaangelegenheden bezocht, werd hij door leden van de staatsveiligheidsdienst opgepakt.

Zorgen om gezondheid

Zijn vrouw Lee Ching-yu gaf op 10 november 2018 in de Taiwanese hoofdstad Taipei een persconferentie. Daar maakte ze bekend dat de Chinese autoriteiten haar al twee maanden lang geen toestemming geven om haar man te bezoeken. Ook maakt ze zich zorgen om zijn gezondheidstoestand. Er gaan geruchten dat Lee Ming-che verschillende keren naar andere gevangenissen is overgebracht zonder dat daarvoor een verklaring werd gegeven. Het is op dit moment onduidelijk waar hij zich bevindt.

Het feit dat geen uitleg wordt gegeven over de overplaatsingen, en het feit dat zijn vrouw hem niet mag bezoeken, geeft aanleiding tot serieuze zorgen over de behandeling van Lee Ming-che en zijn gezondheidstoestand. Het weigeren van uitleg over de overplaatsing, en het weigeren van de bezoeken aan Lee is bovendien een inbreuk op de internationale standaarden voor de behandeling van gevangenen.

Nieuwe Buitenlandse ngo-wet

Lee Ming-che is manager van het Wenshan Community College, een ngo in Taiwan. Tien dagen nadat hij op 19 maart 2017 verdween, bevestigden de Chinese autoriteiten dat Lee werd vastgehouden op verdenking van het ‘in gevaar brengen van de nationale veiligheid’. Hij is de eerste buitenlandse ngo-werknemer die na invoering van de nieuwe Buitenlandse ngo-wet is veroordeeld.

Begin 2017 werd de nieuwe Buitenlandse ngo-wet van kracht. Volgens de wet mogen buitenlandse non-gouvernementele organisaties (ngo’s) ‘de Chinese nationale eenheid, veiligheid of etnische eenheid niet in gevaar brengen’, en mogen ze zich niet met politiek bezighouden. Om actief te mogen zijn in China, moeten ze zich registreren bij Publieke Veiligheidsorganen, die toezicht houden op hun activiteiten. Daarnaast zijn er tal van beperkingen, zoals het verbod om geld in te zamelen of leden te werven in China.

Meer over dit onderwerp