Cambodja: voorwaardelijke straffen voor activisten

Een rechtbank in Cambodja heeft vijf vreedzame mensenrechtenverdedigers veroordeeld tot vijf jaar voorwaardelijke gevangenisstraf. De vijf kregen deze straf voor omkoping.

‘Het vonnis is het zoveelste voorbeeld van de wijze waarop de Cambodjaanse autoriteiten rechtbanken gebruiken om de mensenrechtenbeweging te dwarsbomen. Het is absurd om het verlenen van juridische bijstand als ‘omkoping’ te betitelen’, zegt Minar Pimple van Amnesty International. ‘Dit is een politieke uitkomst van een politieke zaak. Het is een overduidelijke poging om vreedzame activisten te straffen en af te schrikken.’

Vooraanstaande activisten

Nay Vanda, Ny Sokha, Yi Soksan, Lim Mony en Ny Chakrya werkten de Cambodjaanse Mensenrechten- en Ontwikkelingsvereniging ADHOC. Het is een van de belangrijkste mensenrechtenorganisaties in het land. De anti-corruptie-eenheid pakte de ADHOC-Vijf op 28 april 2016 op grond van verzonnen aanklachten over omkoping op. En juni 2017 kwamen ze op borg vrij en nu zijn ze tot vijf jaar voorwaardelijk veroordeeld.

Toenemende onderdrukking

De laatste jaren perken de Cambodjaanse autoriteiten het recht op vrijheid van meningsuiting en dat op vreedzame samenkomsten steeds meer in. Ze pakken mensen op en vervolgen hen vanwege hun mensenrechtenwerk of vreedzaam geuite kritiek.

Sinds de landelijke verkiezingen in juli 2018 werden weliswaar twintig politieke gevangenen vrijgelaten, maar in de meeste gevallen zijn de aanklachten niet ingetrokken en kunnen ze elk moment weer worden vastgezet.

In 2017 werden tientallen radiostations en verschillende kranten gesloten. en de autoriteiten pasten wetten aan waardoor zij politieke partijen kunnen ontbinden, protesten strafbaar geworden zijn en ze ngo’s kunnen tegenwerken.

Amnesty roept de Cambodjaanse autoriteiten op het vonnis en de straffen onmiddellijk en onvoorwaardelijk te vernietigen.