Mohamed Kotesh: ‘Zorg dat je tegen je kinderen kunt zeggen dat je iets hebt gedaan’

De Palestijns-Rotterdamse Mohamed Kotesh (27) is student en coördinator van de Global Movement to Gaza NL, en voer mee op de Flotilla. Op Palestijnse bodem werd hij door Israëliërs mishandeld.   

08 oktober 2025 Amnesty - Mohamed Kotesh Fotograaf Marwan Magroun DSCF0989
© Marwan Magroun

Flotilla 

‘Al twee keer eerder wilde ik meevaren op de Flotilla, maar het werd me afgeraden: door mijn Palestijnse afkomst was dat heel gevaarlijk. Maar dit keer waren er zo’n veertig schepen. Het voelde als een plicht om ook een Nederlands schip te laten vertrekken. We demonstreren hier met 250 duizend mensen tegen de genocide en er gebeurt niks. In 1948 besloot mijn opa om naar het noorden te gaan. Was hij naar het zuiden gegaan, dan woonde ik nu in Gaza. Daarom wilde ik erheen. Uiteindelijk moet je alles wat je hebt gebruiken, dacht ik. Nu moest ik mijn lichaam op het spel zetten. De mensen in Gaza zijn het waard.’  

Geblinddoekt 

‘Als coördinator regelde ik het schip en de bemanning. We geloofden echt dat we Gaza zouden bereiken, het móést. Onderweg voelde ik spanning, maar ook hoop. Voor mijn familie thuis was het vooral eng, zeker toen Israël ons van de boten had gekidnapt. We werden naar Palestina gebracht, de plek waar mijn ouders, opa en oma voor hebben gevochten, maar waar ik nog nooit was geweest. Ik werd geblinddoekt naar de gevangenis gebracht en werd daar mishandeld met temperatuurverschillen: heet, koud, heet, koud. Volgens de Israëliërs was ik niet Nederlands ‘want je heet Mohamed’ maar ik was ook niet Palestijns ‘want Palestina bestaat niet’. Uiteindelijk kwam ik vrij dankzij mijn Nederlandse paspoort. Tegen mede-Nederlanders zeg ik: spreek je uit. Zorg dat je tegen je kinderen kan zeggen dat je iets hebt gedaan. En als je je al uitspreekt: ga door. Het staakt-het-vuren is niet het eind.’ 

In de rubriek Strijdvaardig portretteert Fotograaf der Nederlanden Marwan Magroun bevlogen Nederlanders. 

Bekijk ook