Dit is oorlog

De documentaire Timestamp kijkt mee in klaslokalen door heel Oekraïne. De scholieren doen alledaagse dingen. Maar als een kleuterklas iets leert over de haan, vraagt er één: ‘Zijn er nog hanen? Of zijn die allemaal dood nu?’ 

Kateryna Gornostai, Timestamp. Te zien tijdens IDFA, 13 t/m 23 november. Kaartverkoop start 29 oktober, 12:00 uur

Een tienermeisje met een slotjesbeugel probeert giechelend een geweer uit elkaar te halen. ‘Pas op je nagels!’ zegt de leraar, in Oekraïens militair uniform. ‘Laat mij maar. Normaal heb je hier veertien seconden voor.’ Kort daarna, als ze na een luchtalarm naar de schuilkelder hebben moeten vluchten, leren de jongeren hoe ze een knelverband kunnen aanleggen, als iemand gewond raakt aan een arm of been. ‘Het uiteinde moet je instoppen’, zegt de instructeur, met het verband om zijn arm. ‘Anders kan iemand erop gaan staan tijdens de evacuatie en dan bloed ik dood zonder dat iemand het doorheeft.’  

Sjokkend naar de schuilkelder 

In de documentaire Timestamp kijk je mee in klaslokalen door heel Oekraïne, van basisschool tot middelbare, van kunstklassen tot praktijkonderwijs. De film, die werd opgenomen tussen maart 2023 en juni 2024, vertelt het verhaal van een oorlog. Niet van de frontlinies, maar van wat daarachter gebeurt. Natuurlijk: aan de horizon klinkt het geluid van drones, soms zelfs van raketinslagen. Het luchtalarm klinkt geregeld, en dan sjokken alle leerlingen weer naar de schuilkelders. Leraren proberen de moed erin te houden, en gaan onder de grond gewoon verder met hun lessen. Af en toe houden ze een minuut stilte in de klas, om de gestorven Oekraïners te herdenken. 

Regisseur Kateryna Gornostai gebruikt geen voice-over in Timestamp. Er is geen hoofdpersoon, geen duidelijke spanningsboog. Als kijker zit je er simpelweg steeds even bij, in steeds een andere scène op een Oekraïense school in een tijd van oorlog. Vaak lijkt het leven daar alledaags. Een kindje huilt bij het afscheid ’s ochtends. Een klas leert Engelse woorden. Er wordt gezongen. Pubers met blauw haar studeren een dans in voor hun diploma-uitreiking. Onder in beeld verschijnt steeds de afstand tot het front. 

Danger! Danger! 

Maar de oorlog sijpelt van alle kanten het dagelijks leven binnen. Als de kinderen leren over een haan, vraagt een jongetje: ‘Zijn er nog hanen, eigenlijk? Of zijn die allemaal dood nu?’ Kleuters die plaatjes zien van speelgoed met explosieven eraan, scanderen: ‘Danger! Danger! Danger!’ Iets oudere kinderen dreunen op wat er in de vluchttas moet: ‘Water! Paspoort! Ontsmettingsmiddel!’ Tijdens de gymles tijgeren ze onder een hindernis door, als soldaten op een stormbaan. 

Als de klas van Yulia de schoolbibliotheek in loopt, barst Yulia ineens in snikken uit. ‘Wat is er, lieverd?’ vraagt de juf. ‘Ach, Yulia ziet haar vader.’ Aan de muur hangt een rij zwart-wit portretten van overleden mensen. Twee vriendinnen slaan hun armen om het huilende meisje heen. ‘Kijk eens hoe trots hij naar je kijkt’, zegt de juf, in een poging de situatie te redden.  

School bereidt de kinderen voor op het leven dat daarna komt. Het onderwijs lijkt soms bijna een stilte voor de storm. Bij de diploma-uitreiking, soms online omwille van de veiligheid, geeft een schoolhoofd de jongeren mee: ‘Het [is] belangrijk dat jullie er klaar voor zijn om ons land en onze waarden te verdedigen.’ Een scholier die afzwaait, ze zal een jaar of 18 zijn, zegt in een toespraakje: ‘Wij geloven in de Oekraïense overwinning. Wij zullen dit land opnieuw opbouwen.’ Ook dit is oorlog.  

Meer over dit onderwerp