Gehandicapten en mensenrechten
Er zijn ongeveer 600 miljoen gehandicapten in de wereld. Tien procent van de wereldbevolking heeft een ernstige lichamelijke of geestelijke handicap.
Eén op de acht Nederlanders heeft een langdurige beperking en ruim een kwart van de Nederlanders heeft een chronische ziekte. Op allerlei manieren kan zo’n handicap of beperking het leven beïnvloeden. Iemand kan moeilijker werk krijgen, een partner te vinden, toegang tot gebouwen krijgen, een studie volgen, deelnemen aan feesten en evenementen, met het openbaar vervoer reizen, musea bezoeken, aan het dagelijkse sociale leven deelnemen. Zonder de gehandicapte persoon als ‘zielig’ of onvolkomen te behandelen, moet de overheid wel maatregelen nemen waardoor de negatieve effecten van de beperking zoveel mogelijk worden teruggedrongen. Dat staat in verscheidene internationale verdragen.
Gehandicapten: discriminatie
De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) nam in 1999 een verdrag aan dat alle discriminatie van gehandicapten verbiedt. De VN namen daarover in 1975 een verklaring aan. In 2000 besloot de VN tot een programma voor de mensenrechten van gehandicapten, vastgelegd in een verklaring over toegang tot recht en voorzieningen, ‘zichtbaarheid’ van de groep, erkenning van speciale noden en menselijke waardigheid. In 2006 aanvaardden de VN de tekst van een verdrag daarover, nadat er lang was gediscussieerd over vooral het doel van `algehele insluiting’ van mensen met een handicap.
België heeft dat verdrag in 2009 bekrachtigd, Nederland deed dat (tot 2015) nog niet, hoewel de handtekening vaak is aangekondigd. Opmerkelijk is dat de Europese Unie het verdrag wél heeft bekrachtigd. Dat betekent dat Nederlandse burgers automatisch door het VN-verdrag zijn beschermd. Een tegenvaller was wel dat het Europese Hof van Justitie in 2014 oordeelde dat het gehandicaptenverdrag geen ‘rechtstreekse werking’ had, dus dat bijvoorbeeld Nederlandse rechters niet zonder meer gedwongen zijn het verdrag te volgen.
Gehandicapten: voorzieningen
Op grond van internationale verklaringen en verdragen kunnen gehandicapten een staat dwingen tot het treffen van voorzieningen.Voorbeelden: een rolstoelvriendelijke toegang van openbare gebouwen, begeleiding voor doven en blinden in het onderwijs, begeleiding op het werk van mensen met een mentale beperking, aangepaste woningen en speciale parkeerplaatsen, artsen en tandartsen gespecialiseerd in het behandelen van gehandicapte mensen, voorzieningen en begrijpelijke aanwijzingen in het openbaar vervoer, juridisch optreden tegen discriminatie van gehandicapten en zo meer. Sommige rechters en hulpverleners hebben opgeroepen tot verplichte anticonceptie of sterilisatie bij verstandelijk gehandicapten die hun eigen kinderen in gevaar brengen of zouden kunnen brengen. Tot wetgeving daarover is het echter nog niet gekomen.
De UNHCR kent een regeling, ’20 of meer’, volgens welke een land jaarlijks ten minste twintig gehandicapte vluchtelingen uitnodigt. Nederland neemt aan deze regeling deel. Voorkeur bestaat voor het opnemen van mensen met een handicap die goede kansen op maatschappelijke integratie hebben.
Gehandicapten: Soemerische mythe
Een vijfduizend jaar oude mythe uit Soemerië vertelt hoe mensen met een handicap zijn geschapen omdat juist zij uitblinken op bepaalde terreinen: de blinde in zang, de manke in trouw, de man zonder armen in geweldloosheid.