Vrouwen die vreedzaam tegen het fascisme demonstreren worden aangevallen door deelnemers aan een nationalistische mars (2017).
© Tomasz Stępień/OKO.press

Fascisme en mensenrechten

Het fascisme is genoemd naar haar oorspronkelijke verschijningsvorm in Italië in de jaren dertig van de vorige eeuw (fascismo). Het werd een algemenere aanduiding van een ideologie die massaliteit, menselijke ongelijkheid, absoluut leiderschap, streven naar macht, nationalisme en geweld verheerlijkt.

Het Italiaans fascisme van Benito Mussolini (1883-1945) was grotendeels rechts-conservatief, de Duitse variant van het fascisme – het nationaalsocialisme – werd veel agressiever en had een veel sterkere component van racisme en antisemitisme. Andere varianten zijn onder meer het Spaanse falangisme en het rexisme in België. Ook onder andere Portugal onder Salazar en het kolonelsregime in Griekenland hadden sterk fascistische kenmerken. In Nederland was de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert fascistisch.

Kenmerken van het fascisme

Fascisme doet zich in verschillende vormen voor, maar alle vormen hebben een aantal kenmerken. Het is een antidemocratische ideologie, die zich keert tegen pacifisme, liberalisme, intellectuelen, modernisme en in het bijzonder tegen communisme, wat ook wel wordt gezien als het andere uiterste van het politieke spectrum.

Theoretisch wordt fascisme wel gedefinieerd als ‘de opheffing van het onderscheid tussen kapitaal en arbeid’: werkgevers en werknemers (vakbonden) moeten niet tegenover elkaar staan, in een vorm van klassenstrijd, maar voor het gemeenschappelijk doel samenwerken met elkaar en met de staat en de kerk.

Fascisme en de UVRM

Het formuleren van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, na de Tweede Wereldoorlog, werd sterk geïnspireerd door de afkeer van het fascisme. Het fascistisch denken is dan ook strijdig met zo goed als elk artikel van de hedendaagse mensenrechtenverdragen.

Tegenwoordig zijn er geen uitgesproken fascistische staten meer. Wel zijn er allerlei fascistische groeperingen, die vaak een bewondering voor Hitler aan de dag leggen en het voeren van een oorlog een ‘gezond’ politiek middel vinden. Dit wordt vaak neofascisme of neonazisme genoemd. Felle tegenstanders zijn antifascisten, of ‘antifa’, een beweging die zich tegenwoordig in bredere zin verzet tegen radicaal- en extreemrechts. De Amerikaanse ex-president Donald Trump bestempelde ‘antifa’ in 2020 als terroristische organisatie.

Fascisme en populisme

Er is soms sprake van beschuldigingen van fascisme aan het adres van bewegingen aan de uiterste rechterzijde. Breder gedeeld is de opvatting dat die bewegingen populistisch zijn. In het populisme staan voorop: een afkeer van de ‘elite’ en de ‘gevestigde partijen’, het belang van de ‘wil van het volk’, het belang van de ‘eigen natie’ en leiderschap dat niet (democratisch) door een partij wordt gekozen, maar dat zichzelf benoemt. Populisme, voor zover het niet racistisch, haatzaaiend of gewelddadig is, is in principe te verenigen met mensenrechten. Populisten beroepen zich ook geregeld op mensenrechten, vooral op de vrijheid van meningsuiting.

Populistische partijen worden soms ook wel radicaal-rechts genoemd. Dit soort partijen probeert binnen de parlementaire democratie macht te verkrijgen en verwerpt geweld. Dat is een belangrijk verschil met fascistische en extreemrechtse groepen, die geweld wel goedkeuren en de parlementaire democratie afwijzen. Voorbeelden daarvan zijn de Nederlandse Volks-Unie of de NSU in Duitsland.

Fascisme en alt-right

Een nieuwe term die tegenwoordig vaak wordt gebruikt is ‘alt-right’. Dit is een van oorsprong Amerikaanse stroming van verschillende radicaal- en extreemrechtse groepen, die zich met name online manifesteren. De belangrijkste overeenkomst tussen deze groepen is dat ze een wit-nationalistisch karakter hebben.

 

Meer over dit onderwerp