Antisemitisme en mensenrechten
Antisemitisme is de afkeer en vervolging van joden. De term stamt uit de 19e eeuw, maar het verschijnsel is veel ouder.
In de Middeleeuwen droeg de christelijke kerk een sterk antisemitisch denken uit, gebaseerd op het idee dat joden schuldig waren aan de moord op Jezus. Op grond van soms fantastische aantijgingen, zoals het verhaal dat joden een pact hadden met de duivel en christenkinderen gebruikten voor rituele offers, vonden regelmatig jodenvervolgingen en pogroms plaats.
Antisemitisme in de 19e en 20e eeuw
In de 19e eeuw ontstond een antisemitisme gebaseerd op de vermeende ‘inferioriteit’ van het Joodse ras. De meest massale vorm van antisemitisch geweld was de holocaust (1942-1945) zoals die plaatsvond in nazi-Duitsland. Maar er is nog steeds veel antisemitisme, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten. Daarbij wordt vaak geen onderscheid gemaakt tussen felle kritiek op de staat Israël (antizionisme) en vijandelijkheid tegen joden (antisemitisme). In West-Europa doen zich herhaaldelijk antisemitische incidenten voor, bij conservatief-christelijke en extreemrechtse groepen en bij groepen uit Arabische minderheden.
Mogelijk de meest verbreide vorm van discriminatie
Antisemitisme heeft een ongeëvenaard lange en gewelddadige geschiedenis. Wereldwijd is antisemitisme misschien wel de meest bekende en verbreide vorm van discriminatie gebaseerd op geloof of etnische kenmerken. In veel opzichten onderscheidt antisemitisme zich echter niet van andere vormen van discriminatie. In 2006 constateerde Amnesty: ‘Discriminatie is een van de meest ernstige en urgente mensenrechtenproblemen in Europa. Er is een groeiende moslimhaat, meer antisemitisme en blijvende intolerantie tegenover Roma, Sinti en seksuele minderheden. Het verbod op discriminatie is één van de fundamenten van de mensenrechten.’
Israël en de VN-Mensenrechtenraad
Critici wijten het grote aantal VN-resoluties dat Israël veroordeelt ook aan antisemitisme. Israël is het enige land dat stelselmatig door andere landen wordt geweigerd in regionale groepen van de VN. In 2015 was Israël het enige met naam genoemde land dat door de jaarvergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie werd aangemerkt als ‘schender van mensenrechten’, een selectieve beschuldiging die onder meer gesteund werd door Saudi-Arabië en Syrië.
Tussen 2006 en 2014 was het aantal resoluties van de VN-Mensenrechtenraad die Israël veroordeelden nagenoeg even groot als het totaal van alle andere resoluties die een land veroordeelden. In 2014 weigerden de landen van de Europese Unie nog langer deel te nemen in besprekingen in de VN-Mensenrechtenraad aangaande Israël, wat leidde tot fel protest van Arabische landen.