Weigering Turkije Osman Kavala vrij te laten, moet leiden tot inbreukprocedure

In Turkije besloot een rechtbank op 26 november 2021 om de prominente mensenrechtenverdediger Osman Kavala niet vrij te laten. Daarop riep Amnesty International de staatshoofden van de landen van de Raad van Europa op om een inbreukprocedure tegen Turkije te starten wanneer ze op 30 november in Straatsburg bijeenkomen.

Amnesty International publiceerde een open brief waarin de staatshoofden worden opgeroepen om deze zelden toegepaste procedure te gebruiken. dit deed Amnesty nadat Turkije weigerde om te voldoen aan een bindende uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in 2019.

Bindende uitspraak genegeerd

‘De weigering van Turkije om de bindende uitspraak van het Europese Hof uit te voeren, is een gewetenloze schending van het recht op vrijheid van Osman Kavala en vormt een ernstige bedreiging voor de integriteit van het Europese mensenrechtensysteem’, zegt Nils Muižnieks van Amnesty International.

Politieke vervolging

Osman Kavala zit al meer dan 4 jaar willekeurig vast in de zwaarbeveiligde Silivri-gevangenis in Istanbul. Dit moet gezien worden als een nauwelijks verhulde politieke vervolging.

‘Deze rechtszaak is de zoveelste schaamteloze episode in de meedogenloze politieke vervolging waarvoor het Europese Hof Turkije veroordeelde. Wanneer een staat zijn verplichtingen onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zo minacht, moet het Comité van Ministers van de Raad van Europa actie ondernemen en een inbreukprocedure starten’, zegt Muižnieks. ‘De Raad van Europa en zijn lidstaten moeten hun uiterste best doen om ervoor te zorgen dat Osman Kavala wordt vrijgelaten.’

Achtergrond

Osman Kavala werd op 18 oktober 2017 opgepakt, onder meer vanwege ‘pogingen om de constitutionele orde omver te werpen’. Kort na zijn arrestatie begonnen regeringsgezinde media een smaadcampagne. Ze maakten gebruik van gelekte informatie uit het onderzoek tegen Kavala en meldden dat hij ondervraagd was over banden met de vermoedelijke organisatoren van de mislukte staatsgreep in juli 2016.

Later berichtten deze media dat Kavala de Gezipark-protesten in Istanbul had gefinancierd en geprobeerd had ook in andere steden demonstraties te ontketenen. De Gezipark-protesten vonden plaats in 2013. Honderdduizenden mensen protesteerden toen tegen de plannen om in het park een winkelcentrum te bouwen. Niet veel later keerden de demonstranten zich tegen het beleid van de regering-Erdoğan.

Kavala en acht anderen werden beschuldigd van het ‘gebruik van dwang en geweld in een poging de regering ten val te brengen of in haar werk te belemmeren’. Tegen Osman Kavala werd levenslang geëist. In februari 2020 werden alle negen beklaagden vrijgesproken, maar Kavala werd enkele uren daarna opnieuw opgepakt. Nu werd hij beschuldigd van betrokkenheid bij de mislukte couppoging van 2016.

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens riep Turkije op 10 december 2019 op Kavala direct vrij te laten, omdat er van enig misdrijf geen sprake was. Maar Turkije weigert het bindende vonnis van het hof uit te voeren.