Turkije: Enes Hocaoğulları vrijgelaten uit de gevangenis

Op 8 september heeft een rechtbank in Ankara de 23-jarige Enes Hocaoğulları vrijgelaten. De mensenrechtenverdediger en lhbtqia+-rechtenactivist zat sinds 5 augustus in voorlopige hechtenis na zijn terugkeer naar Turkije van een conferentie in Strasbourg in Frankrijk.

“De vrijlating van Enes Hocaoğulları is goed nieuws. Hij had echter nooit gevangengezet mogen worden. Alle aanklachten tegen hem moeten worden ingetrokken,” aldus Ruhat Sena Akşener van Amnesty International. “Niemand mag worden vervolgd omdat hij zich uitspreekt tegen mensenrechtenschendingen.”

Opgepakt voor een speech

In februari werd Hocaoğulları geselecteerd als jongerenvertegenwoordiger voor een conferentie van de Raad van Europa in Strasbourg. Tijdens de sessie hield hij een speech over hoe de vrijheid van meningsuiting in Turkije steeds verder in de knel komt. Hij uitte zijn zorgen over het politiegeweld bij de protesten na de willekeurige arrestatie en detentie van de burgemeester van Istanbul, Ekrem İmamoğlu.

In de aanklacht van 8 augustus 2025 werden opmerkingen van Hocaoğulları over het gebruik van “onevenredig geweld” door de politie aangevoerd als bewijs van wangedrag.

Amnesty International startte in augustus een spoedactie waarin werd opgeroepen tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Enes Hocaoğulları.

Beschuldigingen intrekken

Ondanks zijn vrijlating uit detentie wordt Hocaoğulları nog steeds beschuldigd van “het publiek aanzetten tot haat en vijandigheid” en “het openbaar verspreiden van misleidende informatie”. Als hij voor beide aanklachten wordt veroordeeld, kan Hocaoğulları twee tot zes jaar gevangenisstraf krijgen, uitsluitend vanwege het uitoefenen van zijn recht op vrijheid van meningsuiting. Deze veel te ruime bepalingen van het Turkse wetboek van strafrecht worden vaak gebruikt om de vrijheid van meningsuiting te onderdrukken. De autoriteiten moeten alle aanklachten tegen Hocaoğulları intrekken.

Wetten in lijn brengen met internationaal recht

Turkije moet alle wetten die het recht op vrijheid van meningsuiting schenden, waaronder wetten die misinformatie en desinformatie strafbaar stellen, intrekken of wijzigen en ervoor zorgen dat ze in overeenstemming zijn met het internationaal recht. Ook wetten over het aanzetten tot openbare haat moeten worden gewijzigd in overeenstemming met de internationale mensenrechten.

“Turkije heeft de plicht om mensenrechtenverdedigers te beschermen tegen willekeurige onderzoeken en misbruik van onderzoeken, vervolgingen en detentie. We herinneren de Turkse autoriteiten eraan dat zij op grond van het internationaal recht inzake de mensenrechten verplicht zijn om ieders recht op vrijheid van meningsuiting te waarborgen,” zegt Sena Akşener.

Meer over dit onderwerp