In Tunesië staat de vrijheid van meningsuiting steeds meer onder druk
© Andia/Universal Images/Getty Images

Vrijheid van meningsuiting in Tunesië onder toenemende druk

In Tunesië gebruiken de autoriteiten achterhaalde, breed geformuleerde wetten om mensen die gebruikmaken van hun recht op vrije meningsuiting te onderdrukken. Dit staat in het nieuwe Amnesty-rapport Criminal prosecutions of online speech – outdated and flawed laws used to restrict speech in Tunisia.

Ten minste veertig bloggers, beheerders van Facebookpagina’s, politieke activisten en mensenrechtenverdedigers werden tussen 2018 en 2020 strafrechtelijk vervolgd vanwege hun online berichten. Daarin uitten ze kritiek op de lokale autoriteiten, de politie of andere ambtenaren.

Achterhaalde wetten

De wetten op basis waarvan zij worden vervolgd, dateren uit de tijd van onderdrukking van voor de revolutie van eind 2010. De bevolking joeg toen president Ben Ali op de vlucht met massale protesten tegen de werkloosheid, corruptie, censuur en hoge voedselprijzen. ‘De huidige vervolgingen brengen de voortgang die tot nu toe is gemaakt op het gebied van de mensenrechten in gevaar. Het recht op vrije meningsuiting is een van de zwaarst bevochten waarden van de revolutie,’ zegt Amna Guellali van Amnesty International. ‘We roepen de autoriteiten op het hervormen van de achterhaalde wetten waarmee mensen onderdrukt kunnen worden prioriteit te geven. Zij moeten hun verplichting nakomen om het recht op de vrijheid van meningsuiting te respecteren.’

Vrijwel niemand heeft weliswaar een gevangenisstraf gekregen. Maar de oproepen om op verhoor te komen, de aanklachten en de processen die tot een celstraf kunnen leiden zijn intimiderend. Zij hebben daarmee een afschrikkende werking op het uiten van kritiek op autoriteiten.

Groeiende intolerantie voor kritiek

Tunesië wordt gezien als het enige Noord-Afrikaanse land waar de Arabische Lente positieve veranderingen heeft gebracht. Het ministerie van Binnenlandse Zaken dreigt nu echter mensen te vervolgen omdat ze op legitieme wijze kritiek uiten op het optreden van de politie en vermeende corruptie. Die kritiek wordt gezien als ‘beledigend’ of ‘niet respectvol’. Volgens internationale mensenrechtenwetgeving is belediging geen strafbaar feit.

Op 18 oktober 2019 verklaarde het ministerie van Binnenlandse Zaken dat het ‘wettelijke stappen zal ondernemen tegen degenen die ambtenaren van zijn afdelingen opzettelijk beledigen, informatie in twijfel trekken of valselijk beschuldigen’. In dezelfde verklaring staat dat ‘recente herhaalde verklaringen van mensen op sommige websites en in de media als gevaarlijk worden beschouwd en de veiligheid in gevaar kunnen brengen’.

Myriam Bribri is een van de mensen die vervolgd worden. Ze voert actie om een einde te maken aan straffeloosheid. Op 7 oktober 2020 werd ze gesommeerd zich te melden bij de politie in de stad Sfax nadat ze een kritisch stuk over de politie op Facebook had geplaatst. De secretaris-generaal van de vakbond van de veiligheidstroepen beschuldigde haar daarop van het ‘beledigen van de politie’. Bribri werd gearresteerd en aangeklaagd vanwege het overtreden van het Wetboek voor telecommunicatie. Op het gebruik van telecommunicatie om ‘opzettelijk anderen te schaden of hun vrede te verstoren’ staat een straf van maximaal 2 jaar cel. Bribri moet op 14 december 2020 voor de rechtbank verschijnen.

Op 6 oktober 2020 plaatste Imed Ben Khoud een cartoon van een onbekende maker op Facebook. Daarin werden politieagenten als honden afgebeeld en het gebouw van het Tunesische ministerie van Buitenlandse Zaken als hondenhok. Hij werd gearresteerd vanwege het overtreden van het Wetboek voor telecommunicatie en dezelfde dag weer vrijgelaten. Het onderzoek tegen hem loopt nog.

De autoriteiten gebruiken ook het Wetboek van strafrecht om critici aan te pakken. Dat overkwam blogger Anis Mabrouki nadat hij op 13 april 2020 op Facebook een video deelde van een menigte die voor het kantoor van de burgemeester in Tebourba om financiële steun vroeg. Die steun was hen door de regering beloofd tijdens de corona-lockdown. Mabrouki beschuldigde de burgemeester ervan dat hij het bij het verspreiden van hulp liet afweten. De volgende dag moest hij zich bij de autoriteiten melden nadat de burgemeester een klacht tegen hem had ingediend. Mabrouki werd beschuldigd van het ’veroorzaken van ongeregeldheden’ en het ‘beschuldigen van overheidsfunctionarissen van misdrijven die verband houden met hun werk zonder daarbij bewijs te leveren’. Mabrouki werd gearresteerd en bracht twee weken door in voorlopige hechtenis.Op 30 april sprak de rechter hem vrijs.

Amnesty’s oproep

Amnesty International roept de Tunesische autoriteiten op om te stoppen met het vervolgen van mensen die gebruikmaken van hun recht op vrije meningsuiting en om de wetten die die vrije meningsuiting bedreigen aan te passen. Ook roept Amnesty de autoriteiten op om alle aanklachten tegen mensen die vreedzaam hun mening uiten te laten vallen en hen niet strafrechtelijk te vervolgen. Foverheidsunctionarissen moeten instructies krijgen dat zij dergelijke vervolgingen niet langer mogen  starten  of ermee mogen dreigen.  Daarnaast moet het parlement van Tunesië snel de Wet op de telecommunicatie en het Wetboek van strafrecht herzien, aangezien de legitieme vrije meningsuiting daarin wordt beperkt. En zij moet laster voortaan als een civiel misdrijf behandelen.

 

 

Meer over dit onderwerp