Een inheemse man kijkt naar vee dat graast op ontbost gebied in de Amazone
© Gabriel Uchida

Vee dat illegaal graasde in Amazone komt terecht in keten van vleesverwerker JBS

Vee dat illegaal graasde in beschermde gebieden in de Braziliaanse Amazone is terechtgekomen in de toeleveringsketen van ’s werelds grootste vleesverwerker JBS. Steeds meer beschermd regenwoud in de Amazone wordt ontbost voor illegale veehouderij.  Inheemse bevolking en inwoners van reservaten krijgen daarbij te maken met intimidatie en geweld. Door niet goed toe te zien op de toeleveranciers, draagt JBS bij aan deze mensenrechtenschendingen. Dit blijkt uit het nieuwe Amnesty-rapport From forest to farmland.

Amnesty International vond geen bewijs dat JBS direct betrokken is bij mensenrechtenschendingen in de drie onderzochte gebieden. Maar de organisatie ontdekte wel dat JBS vlees gebruikte van vee dat illegaal graasde in beschermde gebieden.

Veehouderij en ontbossing Amazone

Brazilië is de grootste veehouder ter wereld. De rundvleesindustrie is zo’n 124 miljard dollar waard, acht procent van het bruto nationaal product. Rond driekwart van het rundvlees wordt geconsumeerd op de binnenlandse markt, een kwart wordt geëxporteerd naar onder andere China en de Europese Unie.

De groei van de vleesindustrie is het grootst in de Amazone. Sinds 1988 is daar de veestapel verviervoudigd, en is goed voor 40 procent van de landelijke vleesproductie. De uitbreiding leidt in sommige gevallen tot de vernietiging van enorme stukken beschermd regenwoud in inheemse gebieden en reservaten. Van al het regenwoud dat tussen 1988 en 2014 ontbost is, is 63 procent graasgebied voor vee geworden. Volgens overheidsdata ging er tussen augustus 2018 en juli 2019 497 km² regenwoud in inheemse gebieden in de Amazone verloren. Dat is een toename van 91 procent in vergelijking met dezelfde periode het jaar ervoor.

Geweld tegen inheemse bevolking

Amnesty bezocht drie gebieden voor dit onderzoek: het inheemse gebied Uru-Eu-Wau-Wau, en de Rio Jacy-Paraná- en Rio Ouro Preto-reservaten, alle in de staat Rondônia. In alle drie de gebieden leidden illegale landinnames tot verlies van traditionele grondgebieden. Intimidatie en geweld gaan vaak met illegale landinname gepaard. In 2019 waren er naar schatting zeven moorden, zeven pogingen tot moord en 27 doodsbedreigingen tegen inheemse mensen in de Amazone.

Een groep van de Uru-Eu-Wau-Wau-stam herinnerde zich dat ze in januari 2019 zo’n veertig gewapende groep indringers diep in hun leefgebied aantroffen. Waarschijnlijk moesten zij de grond klaar maken voor het vee. Mensen die Amnesty sprak, vertelden dat ze ’s nachts geweerschoten hoorden en dat er gedreigd werd dat hun kinderen gedood zouden worden. Op andere plekken moesten hele gemeenschappen hun land verlaten, en vreesden ze gedood te worden als ze zouden terugkomen. Volgens een voormalige inwoner van het Rio Jacy-Paraná-reservaat waren er slechts drie mensen van de zestig families die er leefden gebleven.

Amnesty’s analyse van satellietbeelden bevestigen de getuigenissen van de voormalige inwoners. Land dat eerst dicht bebost was, is nu leeggemaakt. Op de beelden zijn ook vee en drinkvijvers te zien.

JBS kocht indirect illegaal vee

Volgens door Amnesty opgevraagde overheidsinformatie is er een scherpe toename van commerciële veehouderij in de beschermde gebieden, terwijl dat illegaal is. Tussen november 2018 en april 2019 steeg de veestapel met 22 procent, van 125.560 tot 153.566 dieren. Ook bleek dat in 2019 bijna 90.000 stuks vee vanuit deze veehouderijen overgebracht werden. Het overgrote deel ging naar andere boerderijen voordat ze geslacht werden. Dit betekent dat vee dat afkomstig was van legale boerderijen mogelijk eerder illegaal gegraasd had in beschermde gebieden. Overheidsinstellingen faciliteren deze praktijk door commerciële veehouderijen in beschermde gebieden te registreren en van documenten voor veetransport te voorzien.

Amnesty onderzocht samen met ngo Repórter Brasil officiële diergezondheidsdocumenten die aantonen dat JBS in 2019 tweemaal direct vee kocht van een veehouderij in het Rio Ouro Preto-reservaat. Daarnaast kocht JBS herhaaldelijk vee van twee veehouders die zowel illegale veehouderijen in beschermde gebieden als legale veehouderijen erbuiten runnen. De veehouders registreerden hun veetransporten vanuit een boerderij in een beschermd gebied naar een boerderij buiten het beschermde gebied. Vervolgens registreerden ze afzonderlijke veetransporten van de legale boerderij naar JBS. In twee gevallen werd het tweede transport naar JBS slechts enkele minuten later geregistreerd. Volgens experts die Amnesty sprak, kan dit duiden op ‘cattle laundering’, het vervoeren van vee naar tussenbedrijvenn om het legaal te laten lijken en om daarmee de regels te ontduiken.

Oproep Amnesty

JBS is zich bewust van het risico dat illegaal vee terechtkomt in zijn toeleveringsketen. In 2009 ondertekende het bedrijf twee afzonderlijke overeenkomsten om ontbossing tegen te gaan met het kantoor van de federale openbaar aanklager en met Greenpeace. Tot nu toe heeft het echter onvoldoende maatregelen genomen om het probleem van illegale veehouderij en ontbossing op te lossen. Uit externe controles blijkt dat JBS zijn toeleveranciers niet controleert.

Amnesty roept JBS op om voor het einde van het jaar een controlesysteem in werking te brengen, waar ook toeleveranciers onder vallen, om er zeker van te zijn dat vee dat illegaal graasde in beschermde gebieden niet voorkomt in zijn toeleveringsketen.

Lees hier aanvullende feiten en cijfers.

Meer over dit onderwerp