In Tunesië staat de vrijheid van meningsuiting steeds meer onder druk
© Andia/Universal Images/Getty Images

Tunesië: nieuwe wet tegen speculatie bedreigt de vrije meningsuiting

Een door de Tunesische president Kais Saied uitgevaardigde nieuwe wet die speculatie moet tegengaan, vormt een ernstige bedreiging voor het recht op vrije meningsuiting. De wet trad op 21 maart 2022 in werking en bevat vage bepalingen waarmee straffen tussen 10 jaar cel en levenslang kunnen worden opgelegd voor onder meer het publiekelijk bespreken van de economische situatie van het land.

De wet stelt de opzettelijke verspreiding strafbaar van ‘vals of onjuist nieuws of informatie’ die ertoe zou leiden dat consumenten afzien van aankopen, of die de levering van goederen zou verstoren waardoor de prijzen zouden stijgen. Frauduleuze middelen die de economie schaden zijn een legitieme reden voor bezorgdheid. Maar een wet die oneerlijke en onrechtmatige vervolging mogelijk maakt, is daarop niet het goede antwoord.

Economische crisis

Tunesië wordt geconfronteerd met een groeiend tekort aan goederen, waaronder voedsel zoals graan en suiker. De voedselvoorziening staat verder onder druk door de oorlog in Oekraïne, van waaruit Tunesië veel van zijn tarwe importeert.

‘Het land kampt al lange tijd met een economische en financiële crisis’, zegt Amna Guellali van Amnesty International. ‘Het is belangrijker dan ooit dat mensen vrij zijn om te discussiëren over kwesties die hen aangaan, waaronder voedselzekerheid en de levering van goederen, zonder angst voor vervolging. In plaats van degenen die hun mening daarover uiten te straffen, moeten de autoriteiten zich juist inspannen om betrouwbare en toegankelijke informatie te verspreiden. Dat is de beste manier om verkeerde informatie tegen te gaan en de mensenrechten te beschermen.’

Inperking vrije meningsuiting

Artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten, waarbij Tunesië partij is, garandeert het recht op vrijheid van meningsuiting. Hoewel regeringen die vrijheid mogen inperken om bepaalde openbare belangen te beschermen, moeten die beperkingen wel worden vastgelegd in een wet en moeten ze aantoonbaar noodzakelijk en evenredig zijn om het specifieke doel te bereiken. Een verbod op de verspreiding van informatie is niet verenigbaar met internationale mensenrechtenwetgeving. Dergelijke maatregelen brengen het recht op vrijheid van meningsuiting zelf in gevaar en zijn niet het middel om het gewenste doel te bereiken.

De nieuwe wet is de laatste in een reeks van maatregelen die het respect voor de mensenrechten beperken sinds president Saied het parlement juli 2021 schorste en de macht overnam.

Achtergrond

Artikel 2 van wetsdecreet 2022-14 schrijft voor dat de bepalingen van toepassing zijn op mensen die economische activiteiten uitoefenen. Volgens artikel 17 kunnen gevangenisstraffen worden opgelegd die variëren van 10 jaar cel tot levenslang voor handelingen die worden gedefinieerd als speculatie met goederen.

Op 25 juli 2021 schorste president Saied het parlement en ontsloeg hij de toenmalige regeringsleider Hichem Mechichi. Saied beriep zich op noodbevoegdheden die hem volgens de Tunesische grondwet waren verleend. Sindsdien heeft hij het grootste deel van de grondwet opgeschort en zichzelf het exclusieve recht verleend om wetten uit te vaardigen. Op 12 februari 2021 ondermijnde de president de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht door zichzelf per decreet de macht te geven om rechters te benoemen, te schorsen en te ontslaan. Ook werd de organisatie ontbonden die toeziet op de onafhankelijke rechtspraak.

 

Meer over dit onderwerp