
Syrische autoriteiten moeten onderzoek instellen naar ontvoeringen van Alawitische meisjes en vrouwen
De Syrische overheid moet urgente stappen nemen om gendergerelateerd geweld te voorkomen en een diepgaand en onpartijdig onderzoek instellen naar de ontvoeringen van Alawitische vrouwen en meisjes in het land. De daders van deze ontvoeringen moeten ter verantwoording worden geroepen.
Sinds februari 2025 kreeg Amnesty International berichten binnen over ontvoeringen van ten minste 36 Alawitische vrouwen en meisjes, in de leeftijd van 3 tot 40 jaar in de Syrische gebieden Latakia, Tartous, Homs en Hama. Ze werden gekidnapt door ongeïdentificeerde individuen. Van deze zaken documenteerde Amnesty International de ontvoeringen van vijf vrouwen en drie meisjes onder de 18 jaar die op klaarlichte dag werden meegenomen. De politie heeft slechts onderzoek gedaan naar een van deze zaken.
“De Syrische autoriteiten hebben herhaaldelijk beloofd een Syrië voor alle Syriërs te bouwen, maar ze slagen er niet in een einde te maken aan lichamelijk geweld, gedwongen huwelijken, mensenhandel en ontvoeringen van vrouwen en meisjes en de daders hiervan te berechten”, zegt Agnès Callamard, de secretaris-generaal van Amnesty International. “De Alawitische gemeenschap, die al zwaar is geraakt na eerdere bloedbaden, is erg geschokt door deze golf van ontvoeringen. Vrouwen en meisjes zijn bang om het huis te verlaten of alleen te lopen.”
In alle acht van de gedocumenteerde gevallen deden de families aangifte bij de politie of veiligheidsdienst van de ontvoering van hun vrouwelijke familieleden. In vier gevallen werd nieuw bewijs dat was aangedragen door de families niet erkend. Families ontvingen geen informatie over de voortgang van het onderzoek. In twee gevallen gaven de politie en veiligheidsdienst de familie van de vrouw of het meisje de schuld van de ontvoering.
Een van de families ontving van de ontvoerder een foto van de vrouw die meegenomen was. Het leek erop dat ze was geslagen. In twee gevallen vroeg de ontvoerder of een tussenpersoon losgeld van de families. Dat waren bedragen tussen de 10.000 en 14.000 US Dollar. Slechts een van de families kon dit betalen, maar de vrouw in kwestie werd niet vrijgelaten. In ten minste drie gevallen werd de vrouw die was ontvoerd gedwongen met iemand te trouwen. Een van deze vrouwen was minderjarig.
Veel mensen die werden geïnterviewd gaven aan dat vrouwen en meisjes nu bang zijn of erg op hun hoede zijn als ze hun huis verlaten om naar school, de universiteit of het werk te gaan.
Een activist die recent het kustgebied van Syrië bezocht, zei:
“Alle vrouwen zijn extra alert. We kunnen niet alleen een taxi nemen, niet alleen lopen, of ook maar iets doen zonder bang te zijn. Ook al ben ik geen Alawiet, en was mijn familie aanvankelijk sceptisch over de ontvoeringen, toch vroeg mijn familie me om nergens alleen heen te gaan en extra goed op te letten.”
Oproep Amnesty International
“We roepen de Syrische autoriteiten op om snel en transparant te handelen om de vermiste vrouwen en meisjes te lokaliseren, de daders te berechten, en de getroffen families snel geloofwaardige informatie en steun te bieden,” zegt Agnès Callamard.
Amnesty International interviewde familieleden van acht vrouwen en meisjes die zijn ontvoerd tussen februari en juni 2025. In vier gevallen werden de families gebeld door de ontvoerders vanaf Syrische of buitenlandse telefoonnummers, onder meer uit Irak, de Verenigde Arabische Emiraten en Turkije. Er werd om losgeld gevraagd of de families werden bedreigd als ze op zoek waren naar hun geliefden.
Slechts twee van de acht slachtoffers zijn met hun families herenigd. Amnesty International is niet op de hoogte van enige arrestaties die zijn gemaakt, aanklachten die zijn ingediend, of rechtszaken die zijn begonnen tegen mensen die verantwoordelijk zijn voor de acht ontvoeringen.
Amnesty International ontving ook nog berichten over 28 andere ontvoeringen van twee activisten, twee journalisten, en de Syrische Feministische Lobby, een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie. Van deze 28 zijn 14 vrouwen en meisjes inmiddels weer vrijgelaten. Hoe het met de anderen gaat, is niet bekend.
Op 27 juni verklaarde de VN-onderzoekscommissie voor Syrië dat het de ontvoeringen had gedocumenteerd van ten minste zes Alawitische vrouwen door “ongeïdentificeerde individuen” en “geloofwaardige berichten had ontvangen over meer ontvoeringen”. De commissie gaf aan dat de autoriteiten een onderzoek waren gestart “naar sommige van deze zaken”.
In mei besprak Amnesty International de ontvoeringen van Alawitische vrouwen tijdens een ontmoeting met de minister van Binnenlandse Zaken in Damascus. De minister gaf aan dat hij opdracht had gegeven aan de autoriteiten in kwestie om een onderzoek in te stellen. Op 13 juli stelde Amnesty International de minister schriftelijk op de hoogte van haar onderzoeksresultaten en vroeg informatie over de maatregelen die de autoriteiten hadden genomen om vrouwen en meisjes te beschermen, de status van het onderzoek, en de genomen stappen om de daders ter verantwoording te roepen. Ten tijde van publicatie van dit onderzoek was er nog geen reactie ontvangen.
Op klaarlichte dag verdwenen
In zes van de gevallen ontvingen familieleden telefoontjes of voice-berichten van de ontvoerders, allen mannen, of van de ontvoerde vrouwen en meisjes. Daarin werd om losgeld gevraagd, een bewijs van leven gegeven, of werden korte gerustellingen gegeven van de ontvoerders of de vrouwen en meisjes waarin ze beweerden in goede gezondheid te zijn.
Een familielid vertelde:
“Ze ging naar de stad. Haar familie verwachtte haar vroeg in de middag terug, wanneer de laatste taxi naar haar dorp vertrekt. Ze stuurde een bericht dat ze was aangekomen, en een paar uur later, toen ze niet terugkwam, ontving de familie een oproep van een buitenlands nummer waarin iemand zei: ‘Wacht niet op haar terugkomst. We bellen om het je te laten weten. Probeer haar niet te zoeken.’”
Een paar weken later ontving de familie een bewijs van leven met het verzoek om losgeld te betalen. De familie betaalde, maar de vrouw werd niet vrijgelaten.
In een andere zaak gaf een familielid aan dat een meisje bij haar familie was toen ze haar even uit het oog verloren en ze nooit terugkwam. Een paar dagen later, ontving de familie een telefoontje van de ontvoerder met een bewijs van leven en het verzoek een groot bedrag aan losgeld te betalen.
Gendergerelateerd geweld
Veel families weten nog steeds niets over het lot van hun vermiste geliefden. Twee ontvoerde vrouwen, die getrouwd waren toen ze werden meegenomen, namen contact op met hun families met het verzoek tot echtscheiding van hun echtgenoten. Ze gaven aan dat ze al getrouwd waren met hun ontvoerder of dat nog gingen doen, en dat ze gedwongen moesten trouwen en onder druk waren gezet om een scheiding aan te vragen.
Een familielid vertelde:
“Drie dagen na haar verdwijning, ontving de familie voice-berichten van een buitenlands nummer. Zij was het. Ze zei, ‘het gaat goed met me, maak je geen zorgen over mij. Hij heeft me geen pijn gedaan, maar is met me getrouwd. Hij vertelde me dat ik niet terug kan gaan.”
In een andere zaak werd een minderjarige ontvoerd voor losgeld. De familie kreeg later van de Syrische veiligheidsdienst te horen dat het meisje “uitgehuwelijkt” was. Amnesty International kon onafhankelijk bevestigen dat dit huwelijk plaatsvond zonder toestemming van de ouders van het meisje en waarschijnlijk zonder juridische goedkeuring, wat het onder de Syrische wet illegaal maakt.
Amnesty ontving een foto waarop te zien was dat een minderjarig meisje dat was ontvoerd voor losgeld was geslagen, waarschijnlijk door haar ontvoerder. Amnesty ontving ook een video van een familielid van een ontvoerde vrouw die vertelde dat de ontvoerder, die de vrouw en haar zoon had meegenomen, de vrouw had kaalgeschoren omdat ze niet met hem wilde trouwen.
Mensenrechtenschendingen
Gedwongen huwelijken zijn mensenrechtenschendingen die vrouwen of meisjes kunnen blootstellen aan verdere mishandelingen, zoals seksueel en lichamelijk geweld. Het ontvoeren van meisjes en vrouwen kan mensenhandel zijn, wat verboden is onder internationaal recht, als vrouwen bijvoorbeeld werden meegenomen met als doel uitgebuit te worden. De autoriteiten moeten alle maatregelen nemen om deze vormen van mishandeling te voorkomen en bestraffen, en zorgen dat slachtoffers en overlevenden uitgebreide steun krijgen.
Het recht op vrijheid en veiligheid van een persoon wordt beschermd onder internationaal recht en wordt geschonden als een staat er niet in slaagt dit te waarborgen. Marteling en andere vormen van mishandeling zijn ook verboden onder internationaal recht en staten moeten stappen nemen dit te voorkomen en onderzoek instellen als het heeft plaatsgevonden.
Autoriteiten slagen er niet in effectief onderzoek te doen
In alle acht de onderzochte gevallen hadden de families de verdwijningen van hun geliefden aangegeven bij de autoriteiten, waaronder de lokale politie en veiligheidsdienst, in het gebied waar de ontvoering plaatsvond of in hun eigen woonplaats. In slechts één geval gaven de autoriteiten de familie informatie over de voortgang van het onderzoek.
Zo nam een familielid van een ontvoerde vrouw uit febrauri 2025 verschillende keren contact op met de veiligheidsdienst en deelde zelfs het telefoonnummer van de veronderstelde ontvoerder met hen. In juli 2025 had de familie nog steeds niets van de autoriteiten gehoord.
In drie gevallen vertelden familieleden Amnesty International dat de politie en veiligheidsdienst hen beschuldigden van de ontvoering, door te zeggen dat zij het hadden toegestaan dat de vrouw overdag klusjes deed. Ook werden de familieleden ervan beschuldigd de vrouw niet genoeg beschermd te hebben, en werden concreet bewijs en aanknopingspunten genegeerd onder het mom dat ze onbelangrijk of nep waren.
Een familielid van een vrouw die uit haar huis werd meegenomen deelde de wanhopige pogingen van de familie om haar op te sporen:
“De familie ging naar de veiligheidsdienst en deed officieel aangifte van kidnapping, maar de behandeling was vreselijk, ze beschuldigden de familie ervan de ontvoering niet te hebben kunnen stoppen. De familie had er spijt van dat ze waren gegaan. Wekenlang ging de familie terug naar de veiligheidsdienst, maar niets veranderde. Ze zeiden slechts dat er niets was gebeurd en dat ze geen idee hadden wie haar had meegenomen.”
De families die verzoeken voor losgeld hadden ontvangen, ook die van een minderjarige, gaven aan dat de veiligheidsdienst op de hoogte was gesteld van ieder telefoongesprek, telefoonnummer en alle communicatie gerelateerd aan het losgeld. Ze gaven zelfs de namen door van de mensen aan wie de bedragen overgemaakt moesten worden, maar de autoriteiten leken geen enkele actie te nemen.
De families van de vrouwen en meisjes die waren vrijgelaten stopten vaak met communiceren over de zaken. Dit was vooral uit angst voor wraak van de daders die nog rondliepen, en van de autoriteiten die hadden gezegd dat ze zich stil moesten houden en de ontvoeringen moesten ontkennen.
“De autoriteiten hebben een wettelijke en morele verantwoordelijkheid om gendergerelateerd geweld te voorkomen en straffen”, zegt Agnès Callamard. “Alle vrouwen in Syrië verdienen het om te leven zonder angst voor mishandeling, discriminatie en vervolging.”