Sudan: nieuwe getuigenissen uit El Fasher
Onderzoekers van Amnesty International interviewden overlevenden die ontsnapten uit El Fasher in Sudan. Zij vertelden gedetailleerd hoe strijders van de Rapid Support Forces (RSF) tijdens de inname van de stad tientallen ongewapende mannen executeerden en tientallen vrouwen en meisjes verkrachtten.
De eerste ooggetuigenverslagen van overlevenden na de val van El Fasher zijn schokkend. Toen de RSF op 26 oktober El Fasher omsingelde en vervolgens binnenviel, vluchtten mensen voor het geweld. Amnesty International interviewde 28 overlevenden die het lukte in veiligheid te komen in de steden Tawila, ten westen van El Fasher, en Tina, aan de grens met Tsjaad. Drie interviews werden persoonlijk afgenomen in Tsjaad, de rest op afstand via mobiele apparaten.
“Naarmate het conflict voortduurt, leveren de verhalen van de overlevenden verder bewijs van het falen van de internationale gemeenschap in Sudan,” zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International. “De internationale gemeenschap moet meer doen om ervoor te zorgen dat er verantwoording wordt afgelegd, om degenen die gevaar lopen te beschermen en om van alle staten die de RSF steunen, te eisen dat zij onmiddellijk van koers veranderen”, aldus Agnès Callamard.
“De RSF doodde mensen alsof het vliegen waren”
Op 26 oktober, de dag waarop El Fasher viel, zaten naar schatting nog 260.000 burgers vast in de stad. Ahmed*, 21, probeerde met zijn vrouw, twee jonge kinderen en zijn oudere broer te ontsnappen door een groep soldaten van de Sudanese strijdkrachten (SAF) te volgen die hun posten hadden verlaten.
Nadat zijn vrouw was gedood door granaatscherven van een explosie in de buurt en hij van zijn kinderen was gescheiden, moest Ahmed* samen met zijn broer verder naar het noorden trekken. Onderweg namen ze twee meisjes van drie en vier jaar oud mee, van wie de ouders waarschijnlijk waren omgekomen. Toen zij samen met drie andere mannen en een oudere vrouw Golo bereikte, aan de rand van de stad, werden ze in een hinderlaag gelokt door RSF-strijders.
Ahmed* zei: “Ze vroegen ons: ‘Zijn jullie soldaten of burgers?’, en we zeiden dat we burgers waren. Ze zeiden: ‘In El Fasher zijn er geen burgers, iedereen is soldaat.’” De RSF-strijders bevalen vervolgens zijn broer en de andere drie mannen om te gaan liggen. “Toen ze gingen liggen, hebben ze hen geëxecuteerd.”
De strijders lieten Ahmed*, de twee jonge meisjes en de oudere vrouw om onduidelijke reden gaan. Drie dagen later bereikte Ahmed* met de twee meisjes Tawila, ongeveer 60 km verderop. De oudere vrouw stierf tijdens de reis, waarschijnlijk door uitdroging.
Khalil*, 34, ontsnapte op 27 oktober uit El Fasher. Hij vertelde hoe hij er aanvankelijk in slaagde om voorbij de berm te komen, maar dat hij en ongeveer twintig anderen al snel werden opgepakt door RSF-strijders in auto’s: “De RSF-strijders … vroegen ons om op de grond te gaan liggen … Twee RSF-strijders openden het vuur op ons … Ze doodden zeventien van de twintig mannen met wie ik op de vlucht was.”
Khalil* zei dat hij alleen overleefde door zich dood te houden: “De RSF doodde mensen alsof het vliegen waren. Het was een bloedbad. Geen van de mensen die ik heb zien sterven, waren gewapende soldaten.”
Seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes
Ibtisam* verliet op de ochtend van 27 oktober met haar vijf kinderen de wijk Abu Shouk in El Fasher. Samen met een groep buren trokken ze westwaarts richting Golo. Daar werden ze tegengehouden door drie RSF-strijders.
Ibtisam* zei: “Eén van hen dwong me om met hen mee te gaan, sneed mijn jalabiya [een traditioneel gewaad] door en verkrachtte me. Toen ze weg waren, kwam mijn 14-jarige dochter naar me toe. Ik zag dat haar kleren onder het bloed zaten en in stukken waren gesneden. Op de achterkant van haar hoofd zat stof aan haar haar.”
Ibtisam* vertelde Amnesty International dat haar dochter de volgende uren stil bleef, totdat ze haar moeder zag huilen: “Ze kwam naar me toe en zei: ‘Mam, ze hebben mij ook verkracht, maar vertel het aan niemand.’ Na de verkrachting werd mijn dochter erg ziek. Toen we Tawila bereikten, verslechterde haar gezondheid en stierf ze in de kliniek.”
Khaltoum*, 29, probeerde op 26 oktober ’s middags met haar 12-jarige dochter uit El Fasher te vluchten. Samen met meer dan 150 anderen bereikten ze de “Babul Amal”-poort aan de westkant van de stad. Ze werden tegengehouden door RSF-strijders die de mannen van de vrouwen scheidden en vijf mannen doodden.
Khaltoum* werd vervolgens samen met haar dochter en ongeveer twintig andere vrouwen te voet naar het kamp voor intern ontheemden Zamzam gebracht, meer dan tien kilometer verderop. Daar scheidden RSF-strijders de jongere vrouwen en zeiden ze dat ze in de rij moesten gaan staan om gefouilleerd te worden.
Khaltoum* vertelde Amnesty International: “Ze selecteerden ongeveer elf van ons… Ik werd naar een schuilplaats gebracht, en een gewapende RSF-strijder en een andere die niet gewapend was, vergezelden me. Ze fouilleerden me en toen verkrachtte de ongewapende man me terwijl de andere toekeek. Hij hield me daar de hele dag vast. Hij verkrachtte me drie keer. Mijn dochter werd niet verkracht, maar de andere tien vrouwen die ze hadden uitgekozen om te fouilleren, werden allemaal verkracht.
Oproep Amnesty International
Amnesty International roept de internationale gemeenschap en betrokken partijen zoals de Verenigde Arabische Emiraten, Saudi-Arabië, de VN-Veiligheidsraad, de EU en haar lidstaten, de Afrikaanse Unie, de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Rusland en China – op om snel diplomatieke druk uit te oefenen op de leiders van de RSF om te stoppen met hun aanvallen op burgers, inclusief seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes.
Dit aanhoudende, wijdverbreide geweld tegen burgers is een oorlogsmisdaad en kan ook neerkomen op andere misdaden volgens het internationaal recht.
Achtergrond
Het aanhoudende conflict tussen de RSF en de SAF in Sudan begon in april 2023. Het kostte tienduizenden mensen het leven. Meer dan 12 miljoen mensen zijn ontheemd, waardoor het de grootste humanitaire crisis ter wereld is geworden.
Amnesty International documenteerde oorlogsmisdaden door de RSF en geallieerde Arabische milities, waarbij ze gezamenlijk etnisch gerichte aanvallen uitvoerden tegen de Masalit en andere niet-Arabische gemeenschappen in West-Darfur. Amnesty International legde ook wijdverbreid seksueel geweld door de RSF in het hele land vast. Dit komt neer op oorlogsmisdaden en mogelijke misdaden tegen de mensheid.
Eerder documenteerde Amnesty International ook hoe het conflict in Sudan wordt aangewakkerd door een constante stroom van wapens naar het land, wat een overduidelijke schending is van het bestaande wapenembargo tegen Darfur, waarbij met name de Verenigde Arabische Emiraten wapens en munitie leveren aan de RSF.
*De namen in dit bericht zijn gewijzigd.
Lees meer getuigenissen en Amnesty’s volledige oproep in het Engelse persbericht.