© Pierre Crom

Saudi-Arabië: Alarmerende stijging executies

De afgelopen jaren is het aantal executies in Saudi-Arabië enorm gestegen, vooral voor drugsgerelateerde misdrijven. En vooral mensen met een buitenlandse nationaliteit worden hierdoor getroffen. Dat blijkt uit een nieuw rapport dat Amnesty International vandaag publiceert. Amnesty is altijd en overal tegen de doodstraf.

Tussen januari 2014 en juni 2025 executeerde Saudi-Arabië 1.816 mensen, volgens het officiële persbureau. Bijna eenderde van deze mensen was veroordeeld voor drugsgerelateerde misdrijven. Op deze misdrijven mag volgens internationale recht en mensenrechten geen doodstraf staan. Van de 597 mensen die werden geëxecuteerd voor drugsgerelateerde misdrijven tijdens deze tienjarige periode, had bijna driekwart (75%) een buitenlandse nationaliteit.

Meer dan één drugsgerelateerde executie per dag

In 2024 voerde de Saudische autoriteiten een recordaantal van 345 executies uit. Dit jaar, tussen januari en juni, werden al 180 mensen geëxecuteerd.
In juni alleen al vonden 46 executies plaats, waarvan 37 voor drugsgerelateerde misdrijven – een gemiddelde van meer dan een per dag. Van deze mensen kwamen 34 niet uit Saudi-Arabië, maar uit Egypte, Ethiopië, Jordanië, Nigeria, Pakistan, Somalië en Syrië.
“Het wrede en genadeloze gebruik van de doodstraf door Saudi-Arabië na oneerlijke rechtszaken laat niet alleen een koelbloedig gebrek aan respect voor het menselijke leven zien, maar het gebruik bij drugsgerelateerde misdrijven is ook een duidelijke schending van het internationaal recht”, zegt Kristine Beckerle van Amnesty International.

Gruwelijke trend

“We zijn getuige van een gruwelijke trend waarbij mensen uit het buitenland in een hoog tempo ter dood worden gebracht voor misdrijven waarop de doodstraf nooit moet staan. Dit rapport ontmaskert de donkere en dodelijke werkelijkheid achter het progressieve imago dat de autoriteiten wereldwijd proberen te projecteren.”
De 345 executies die in 2024 werden uitgevoerd markeerden het hoogste aantal executies dat Amnesty International documenteerde in Saudi-Arabië in meer dan 30 jaar tijd. Ongeveer 35% van deze executies, 122 mensen, werden geëxecuteerd vanwege drugsgerelateerde misdrijven – het hoogste aantal sinds Amnesty International executies ging bijhouden in Saudi-Arabië in 1990. In 2024 was Saudi-Arabië een van de vier landen in de wereld waar executies werden uitgevoerd voor drugsgerelateerde misdrijven.
In januari 2021 werd een moratorium (stop) op drugsgerelateerde executies aangekondigd. Deze werd echter plots weer opgeheven in november 2022. Sindsdien zijn meer dan 262 mensen geëxecuteerd vanwege drugsgerelateerde misdrijven – wat bijna de helft is van het totale aantal over de periode van 10 jaar.
Het rapport is gebaseerd op een uitgebreide kwantitatieve analyse van gedocumenteerde executies over een periode van 10 jaar en een onderzoek naar de zaken van mensen met een buitenlandse nationaliteit die ter dood veroordeeld werden.
In groot contrast met de eerdere openbare beweringen van kroonprins Mohammed bin Salman dat het koninkrijk de doodstraf voor ta’zir overtredingen (discretionaire overtreding, waarbij een rechter een eigen interpretatie kan geven) zou beperken, laat het onderzoek een patroon zien van rechters die hun interpretaties inbrengen om strengere straffen en de doodstraf op te leggen, ook in zaken waar dit niet mag. Volgens het onderzoek van Amnesty International werden 122 ta’zir-executies voltrokken in 2024, en al 118 in de eerste zes maanden van 2025.

Vooral buitenlandse mensen

Het rapport laat zien hoe met name mensen met een buitenlandse nationaliteit de doodstraf krijgen voor drugsgerelateerde misdrijven. De laatste 10 jaar waren dat voornamelijk mensen uit Pakistan (155 executies), Syrië (66), Jordanië (50), Jemen (39), Egypte (33), Nigeria (32), Somalië (22) en Ethiopië (13). Tientallen buitenlanders lopen nog risico ieder moment geëxecuteerd te worden.
Buitenlanders lopen tegen extra uitdagingen op bij het krijgen van een eerlijk proces in Saudi-Arabië. Het is niet hun eigen land en het strafrechtelijk systeem is weinig transparant.
Een familielid vertelde Amnesty International: “We kunnen geen wettelijke documenten krijgen want we hebben niemand in het land die ons bij de zaak steunt, zoals een juridisch medewerker. Er is ook een taalbarrière. Mijn broer werd binnen een week na het verlaten van Ethiopië gearresteerd, toen hij de grens overging naar Jemen. Hij had geen idee van wat hem te wachten zou staan aan de Saudische grens.”
Amnesty International werkte samen met partnerorganisaties European Saudi Organization for Human Rights en Justice Project Pakistan, en beschreef de zaken van 25 mensen met de buitenlandse nationaliteit uit Egypte, Ethiopië, Jordanië, Pakistan en Somalië, die voor drugsgerelateerde misdrijven ter dood werden veroordeeld en in de dodencel zitten of al zijn geëxecuteerd.
Op basis van interviews met de families van 13 van deze 25 mensen, leden van de gemeenschap en een medewerker van een consulaat, en onderzoek naar documenten van de rechtbank, kwam Amnesty International tot de conclusie dat het beperkte onderwijsniveau en een kansarme sociaal-economische achtergrond van deze mensen het moeilijker maakte om toegang te krijgen tot juridische bijstand in Saudi-Arabië.
Uit het rapport blijken er systematische gebreken te zijn op het gebied van het recht op een eerlijk proces, zoals slechte toegang tot een juridische vertegenwoordiger, onvoldoende steun vanuit het consulaat en geen toegang tot een effectieve vertaler.
Ten minste vier van de mensen gaven aan gemarteld of mishandeld te zijn tijdens hun voorarrest om “bekentenissen” te verkrijgen. Hussein Abou al-Kheir, een 57-jarige vader van acht kinderen, trok zijn door marteling verkregen “bekentenis” tijdens zijn rechtszaak meerdere keren in. Hij gaf aan dat hij zo zwaar was geslagen dat hij geen pen meer kon vasthouden, maar de rechter gebruikte zijn verklaring als bewijs om hem te veroordelen. Deze praktijken schenden de verplichtingen van Saudi-Arabië onder het Martelverdrag en ook andere internationale waarborgen die de rechten beschermen van mensen die de doodstraf kunnen krijgen.
De psychische last van zowel mensen in een dodencel als hun families is enorm. Veel mensen wisten niet wat de status van hun hoger beroep was of wanneer hun executies zouden plaatsvinden. In sommige gevallen kregen ze dit pas een dag van tevoren van een gevangenismedewerker te horen. Families hoorden over executies via andere gevangenen of de media. In alle gevallen die Amnesty International beschreef zijn de lichamen van de geëxecuteerden niet teruggeven aan de families. Hierdoor konden ze niet goed rouwen over de overledene en geen begrafenis geven volgens hun eigen religieuze gewoonten – iets dat door de VN als vorm van mishandeling wordt gezien.
“We zijn kapot, vooral omdat er geen lichaam is. Geen begrafenis. In Amman zat mijn familie stil in de woonkamer toen ze het nieuws hoorden. Ze begonnen te schreeuwen als gekken. Dat beeld brak mijn hart”, zegt Zainab Abou al-Kheir, de zus van Hussein, die in maart 2023 in Saudi-Arabië werd geëxecuteerd.

Gebruik van de doodstraf tegen de Sjiitische minderheid

Naast drugsgerelateerde misdrijven, blijkt uit het onderzoek van Amnesty International dat de doodstraf alarmerend vaak wordt gebruikt voor “terrorisme”-aanklachten tegen de sjiitische minderheid in Saudi-Arabië. Deze minderheidsgroep maakt ongeveer 10-12% uit van de hele bevolking, maar zo’n 42% (120 van 286) van alle “terrorisme”-gerelateerde executies tussen januari 2014 en juni 2025. Hieruit blijkt dat deze groep, die al lang wordt gediscrimineerd, politiek wordt onderdrukt, en dat vreedzaam protest vaak wordt vervolgd onder het mom van “terrorisme”.

Doodstraf voor minderjarigen

Ondanks wettelijke hervormingen gericht op het verminderen van de doodstraf voor mensen die onder de 18 jaar waren ten tijde van het misdrijf, lopen nog 7 jonge mannen risico op executie. Sommigen waren 12 jaar oud ten tijde van hun veronderstelde misdrijf. Vier van hen kregen recent een nieuw proces en werden opnieuw ter dood veroordeeld.
Het opleggen van de doodstraf aan mensen jonger dan 18 jaar ten tijde van het misdrijf is verboden onder internationale mensenrechtenwetgeving, zoals het Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat Saudi-Arabië ondertekend heeft.

Oproep Amnesty International

“De doodstraf is een wrede, onmenselijke en vernederende straf, en zou onder alle omstandigheden verboden moeten zijn. De Saudische autoriteiten moeten onmiddellijk een moratorium op executies instellen, in aanloop naar totale afschaffing van de doodstraf. Ze moeten de doodstraf uit nationale wetten halen en alle bestaande doodstraffen omzetten naar gevangenisstraffen.”
Amnesty International roept ook de bondgenoten van Saudi-Arabië op om druk uit te oefenen op de autoriteiten om deze executie-epidemie te stoppen en zich te houden aan hun internationale mensenrechtenverplichtingen.

Meer over dit onderwerp