Overstromingsramp in Gaza was ‘volledig te voorkomen’
De recente storm in de bezette Gazastrook heeft geleid tot de overstroming van duizenden tenten en geïmproviseerde onderkomens en het instorten van gebouwen. Deze verwoesting werd verergerd door de voortdurende beperkingen van Israël op de invoer van essentiële goederen voor het herstel van vitale infrastructuur.
Amnesty International roept op tot wereldwijde actie om een einde te maken aan de genocide door Israël.
Meer dan twee maanden na het staakt-het-vuren heeft Israël slechts uiterst beperkte voorraden toegelaten voor een bevolking die in extreme armoede te midden van totale verwoesting leeft. Dit ondanks meerdere bindende bevelen van het Internationaal Gerechtshof en het advies van oktober 2025 over de verplichtingen van Israël als bezettingsmacht om de toegang tot essentiële goederen te waarborgen en het werk van onder andere de UNRWA te vergemakkelijken, en de recente resolutie van de Algemene Vergadering van de VN waarin dat advies wordt bevestigd en Israël wordt opgeroepen zijn wettelijke verplichtingen met betrekking tot humanitaire hulp in Gaza na te komen. Dit is weer een indicatie dat de Israëlische autoriteiten de Palestijnen in Gaza opzettelijk levensomstandigheden blijven opleggen die erop zijn gericht hen fysiek te vernietigen. Zo’n handeling is verboden onder het Genocideverdrag.
“Het was te verwachten; dit was geen ongeluk, het was een tragedie die volledig voorkomen had kunnen worden. De verwoestende beelden van ondergelopen tenten en ingestorte gebouwen in Gaza die de afgelopen dagen te zien waren, kunnen niet alleen worden toegeschreven aan ‘slecht weer’. Ze zijn het voorspelbare gevolg van de voortdurende genocide door Israël en het opzettelijke beleid om de toegang van materiaal voor onderdak en reparaties voor de ontheemde mensen te blokkeren”, aldus Erika Guevara Rosas van Amnesty International.
“De dodelijke stormen van de afgelopen dagen brachten nog meer leed voor een al getraumatiseerde bevolking. Ze vergroten het lijden van Palestijnen die nog steeds aan het bijkomen zijn van twee jaar van meedogenloze bombardementen en gedwongen ontheemding. Het besef dat de omvang van deze ramp voorkomen had kunnen worden als de Israëlische autoriteiten de toegang van materialen voor onderdak en andere essentiële materialen voor het herstel van levensreddende infrastructuur hadden toegestaan, is zeer schrijnend. Israël moet onmiddellijk zijn wrede blokkade van Gaza opheffen en onbelemmerde toegang garanderen voor essentiële goederen, reparatiematerialen en humanitaire hulpgoederen.”
Na meerdere keren te zijn gevlucht, de vernieling of beschadiging van minstens 81% van de gebouwen en aanwijzing van bijna 58% van het totale oppervlak van Gaza als verboden zone, leeft de overgrote meerderheid van de Palestijnen nu in vervallen tenten of beschadigde onderkomens met overstromende rioleringen en hoog water, blootgesteld aan de kou en harde wind, zonder adequate medische zorg of de noodzakelijke materialen om de winter door te komen.
Amnesty International bezocht drie locaties van drie beschadigde gebouwen die na de stormen van vorige week zijn ingestort in Bir al-Naaja, het vluchtelingenkamp Jabalia, Al-Rimal, Gaza-stad, en Sheikh Radwan, Gaza-stad, en sprak met familieleden van mensen die omkwamen nadat gebouwen instortten. In totaal kwamen negen mensen om het leven toen de drie gebouwen op 12 december instortten. Volgens het ministerie van Volksgezondheid in Gaza was een dag eerder ook een tiende slachtoffer omgekomen door een ingestort gebouw in het vluchtelingenkamp al-Shati. De organisatie sprak ook met zeven ontheemde mensen die in geïmproviseerde kampen in Gaza-stad wonen en zich schrap zetten voor nog een week van stormen en overstromingen.
Belemmering van cruciale hulp en essentiële voorzieningen
Volgens een overzicht dat is gepubliceerd door een coalitie van humanitaire organisaties die actief zijn in Gaza, is sinds het staakt-het-vuren bijna 50 miljoen dollar aan hulp en andere essentiële voorzieningen tegengehouden aan de grens met Gaza, en zijn ten minste 124 verzoeken afgewezen van ngo’s om hulp naar Gaza te brengen.
Volgens de UNRWA blijven de Israëlische autoriteiten de organisatie verhinderen om onderdak en andere essentiële hulpgoederen voor ontheemden Gaza binnen te brengen. Op 9 december meldde UNRWA dat het buiten Gaza voldoende voedselpakketten heeft voor 1,1 miljoen mensen en materialen voor onderdak voor maximaal 1,3 miljoen mensen die wachten om binnen te komen, maar dat de Israëlische autoriteiten deze weigeren toe te staan, wat een grove schending is van hun verplichtingen onder het internationaal recht. Na de recente overstromingen en het begin van het regenseizoen is de behoefte aan dergelijke hulpgoederen alleen maar toegenomen.
Vorige maand verklaarde Amnesty International dat, ondanks beperkte verbeteringen sinds het staakt-het-vuren, de Israëlische autoriteiten nog steeds genocide plegen op Palestijnen in Gaza door opzettelijk levensomstandigheden te creëren die gericht zijn op hun fysieke vernietiging. Amnesty International documenteerde hoe de Israëlische autoriteiten de invoer van materialen die nodig zijn voor het herstel van levensreddende infrastructuur, zoals apparatuur voor rioolwaterzuivering en het onderhoud en herstel van water- en sanitaire infrastructuur, blijven verbieden. Amnesty International waarschuwde voor een rampzalige overstroming van rioolwater in de winter.
Genocidale intentie
Dat Israël de beperkingen op cruciale hulpgoederen nog steeds niet opheft en geen gehoor geeft aan de bevelen van het Internationaal Gerechtshof om toegang te verlenen aan humanitaire hulp, of aan het advies over de verplichting om het werk van de VN in de bezette Palestijnse gebieden te faciliteren, is een verdere aanwijzing dat de genocidale intenties van Israël in Gaza niet zijn veranderd.
Een voorspelbare ramp die voorkomen had kunnen worden
Een 46-jarige vader van vier kinderen beschreef hoe de tent waarin hij en zijn gezin in Tal al-Hawa, Gaza-stad, woonden vorige week volledig onder water kwam te staan:
“Toen we hoorden dat er een storm op komst was, heb ik alles geprobeerd om mijn kinderen tegen de gevolgen ervan te beschermen, ook mijn 12-jarige kind met een beperking. Ik heb geprobeerd mijn tent te versterken met nylon en extra houten palen, maar hij is toch volledig ondergelopen. We hebben geen huis meer om naar terug te keren. Enkele gulle mensen hebben ons een tent geschonken, maar deze week komt er weer een storm en ik weet niet wat ik moet doen. Ik voel me totaal wanhopig. Je kinderen zien rillen van de kou en niets voor ze kunnen doen, is het ergste wat een vader kan overkomen; ik voel me volkomen hulpeloos.”
Beperkingen op de toegang van humanitaire hulp hebben ook geleid tot een ernstig tekort aan materialen voor onderkomens, waardoor een beperkt aantal door Israël gescreende handelaren die goederen mogen invoeren misbruik kunnen maken van de crisis door de prijzen van essentiële goederen, zoals voedsel en tenten, op te drijven.
Gebouwen volledig ingestort
Amnesty International sprak met Mohammed Nassar, wiens twee kinderen Lina (18) en Ghazi (15) omkwamen toen hun zwaar beschadigde huis in Sheikh Radwan op 12 december na de stormen instortte. Hij vertelde hoe het gezin twee keer naar het zuiden van Gaza was gevlucht om aan de Israëlische bombardementen te ontsnappen en hun kinderen in veiligheid te brengen, maar na het staakt-het-vuren was teruggekeerd naar Sheikh Radwan. Ze woonden op de begane grond van een beschadigd gebouw.
“We dachten dat een stevig dak boven ons hoofd bescherming, privacy en waardigheid betekende, vooral omdat we in tenten hadden gewoond. Ik dacht dat ik meer geluk had dan de rest. Om me voor te bereiden op de storm probeerde ik de ramen af te dekken omdat ze kapot waren, en deed ik wat reparaties”, zei hij.
Hij beschreef hoe hij, nadat hij op zoek was gegaan naar voedsel in de straat Al-Jalaa, thuiskwam en zijn vrouw schreeuwend aantrof omdat hun vijf verdiepingen tellende gebouw volledig was ingestort. Hun twee kinderen, waren in dezelfde kamer toen de bovenste verdiepingen van het huis op hen instortten.
“Ik kan nog steeds niet bevatten dat we de bombardementen hebben overleefd, maar dat mijn kinderen als gevolg van de storm zijn verpletterd”, zegt Mohammed Nassar.
De twee broers van Shadi Hannouna, Khalil (24) en Khader (18), kwamen om het leven toen een huis op hun tent in al-Rimal in Gaza-stad instortte in de vroege ochtend van 12 december. Zijn familie had drie tenten opgezet op een stuk grond waar hun verwoeste huis ooit stond: één voor hemzelf, zijn vrouw en kinderen, één voor zijn twee broers en één voor zijn ouders.
“Omdat we wisten dat er een storm op komst was, hebben we geprobeerd de tenten zo goed mogelijk vast te zetten, maar hoe kun je een tent vastzetten? We waren vooral bang voor overstromingen en verdrinking, vooral voor mijn ouders, die oud zijn en deze kou niet kunnen verdragen”, zei hij.
“Omstreeks 5 uur ’s ochtends op vrijdag stortte een nabijgelegen huis, dat al beschadigd was, in op de tent van mijn broers. Het ergste voor ons is dat we niet weten waar we nu heen moeten; er is geen toekomst voor ons, geen uitzicht. De winter is nog maar net begonnen en we hebben mijn twee broers op deze manier verloren.”
Internationale gemeenschap moet druk uitoefenen
“De verwoesting en doden die de storm in Gaza heeft veroorzaakt, zijn opnieuw een wake-up call voor de internationale gemeenschap. Mensen die twee jaar lang de voortdurende genocide door Israël hebben weten te overleven, betalen er met hun levens voor. Regeringen wereldwijd moeten Gaza dringend steunen met de voorbereiding op de strenge winterse omstandigheden door Israël onder druk te zetten om de blokkade van Gaza te beëindigen en alle beperkingen op de invoer van levensreddende goederen, waaronder bouwmaterialen voor onderkomens, voedzaam voedsel en medische hulp, op te heffen”, aldus Erika Guevara Rosas.