De Syrische regering en de door Turkije gesteunde gewapende oppositiegroeperingen belemmeren humanitaire hulp voor de regio Aleppo die zwaar is getroffen door de aardbevingen in februari 2023.
© Anadolu Agency via Getty Images

Mishandeling door wetshandhavers in door aardbeving getroffen Turkse regio

Na de aardbeving in Turkije op 6 februari 2023 hebben wetshandhavers die naar de regio zijn gestuurd om er de orde te handhaven, mensen geslagen, gemarteld en anderszins slecht behandeld. De mensen werden verdacht van diefstal en plundering. Ook grepen wetshandhavers soms niet in als mensen anderen aanvielen die zij ervan verdachten te stelen of te plunderen. Eén persoon overleed na marteling in hechtenis, aldus Amnesty International en Human Rights Watch.  

Schokkend

In de nasleep van de aardbeving zijn gevallen gemeld van diefstal en plundering van huizen en winkels. Dit stelt de wetshandhavers voor een enorme uitdaging op veiligheidsgebied. Zowel het internationale recht als de Turkse wet verbieden onder alle omstandigheden marteling of andere vormen van mishandeling van verdachten. De Turkse regering beweert dat zij een zeer streng beleid van ‘zero tolerance voor marteling’ voert. 

‘De schrijnende voorbeelden van moedwillig geweld door de gendarmerie en militair personeel, die hun macht misbruiken na de ergste natuurramp die het land ooit heeft meegemaakt, kunnen niet zomaar worden weggewuifd’, aldus Nils Muižnieks van Amnesty International. 

‘De geloofwaardige berichten over wetshandhavers en militairen die mensen op verdenking van misdrijven op gewelddadige wijze langdurig afranselen en willekeurig gevangenzetten, zijn een schokkende schending van de regels voor rechtshandhaving’, aldus Hugh Williamson van Human Rights Watch. ‘Wetshandhavers gebruiken de noodtoestand als een vrijbrief om straffeloos te martelen, te mishandelen en zelfs te doden.’  

Ernstige mishandeling en marteling

Onderzoekers van Amnesty International en Human Rights Watch spraken met 34 mannen die slachtoffer waren van geweld en beoordeelden videobeelden van dertien gevallen van geweld door politie, gendarmeriede wetshandhavers in plattelandsgebieden – of soldaten die in het gebied waren ingezet.  

Op drie zaken na vonden alle gevallen van marteling en mishandeling plaats in de stad Antakya in de provincie Hatay. Vier slachtoffers zijn Syrische vluchtelingen. De aanvallen tegen hen hebben mogelijk xenofobe motieven. 

Turkse overheid kijkt weg

Alle incidenten deden zich voor in de tien provincies waarvoor de noodtoestand geldt.  Die werd op 7 februari 2023 door president Erdoğan afgekondigd en 2 dagen later door het parlement goedgekeurd. De noodtoestand geeft de overheid de bevoegdheid om verordeningen uit te vaardigen over het gebruik van persoonlijke en openbare middelen –  zoals land, gebouwen, voertuigen, brandstof, medische voorraden en voedsel – bij reddingsoperaties, en over de inzet van het leger en de toegang tot de regio.  

Een Turkse man vertelde dat een gendarme hem bedreigde en zei: ‘Er is een noodtoestand, we zullen je doden…We zullen je doden en onder het puin begraven.’ Een Syrische man zei dat een politiecommissaris bij wie hij zijn beklag deed nadat een agent hem in het gezicht sloeg, hem vertelde: ‘Er is hier een noodtoestand. Zelfs als die agent je doodt, zal hij niet ter verantwoording worden geroepen. Niemand zou hem iets kunnen zeggen.’ 

Op 17 maart 2023 schreven Amnesty International en Human Rights Watch een brief aan de Turkse ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie om de onderzoeksresultaten te delen en informatie te vragen over het onderzoek naar ingediende klachten over mishandeling en videobeelden op sociale media. Op 29 maart reageerden de ministeries via het directoraat mensenrechten van het ministerie van Justitie.  

Ze verklaarden dat de Turkse regering een zerotolerancebeleid voert voor marteling en noemden de bevindingen van Amnesty International en Human Rights Watch ’vage beweringen zonder feitelijke basis’. Er werd niet ingegaan op de bevindingen van de mensenrechtenorganisaties. Ook kwam er geen antwoord op de vragen die werden gesteld over specifieke gevallen of de politiepraktijken tijdens de noodtoestand in het aardbevingsgebied. Het gezamenlijke antwoord van de ministeries richtte zich in plaats daarvan op de omvang van de aardbeving, de verwoestingen en de hulpverlening. 

Getuigenissen

De meeste slachtoffers beschreven dat zij werden aangehouden door politieagenten, gendarmes of soldaten terwijl zij in Antakya liepen in verband met zoek- en reddingsacties. In de meeste gevallen werden de slachtoffers niet officieel in hechtenis genomen, maar werden ze onmiddellijk geslagen of gedwongen te gaan liggen of te knielen. Ondertussen werden ze langdurig geschopt, geslagen en uitgescholden, soms geboeid. Sommigen werden gedwongen misdrijven te bekennen. In slechts twee gevallen is later een onderzoek ingesteld tegen de slachtoffers vanwege vermeende misdrijven, waardoor ernstig wordt betwijfeld of er ooit een reëel vermoeden is geweest dat zij illegaal handelden. 

‘Mijn huis is geruïneerd, ik woon in een tent. De politie sloeg me en hield een pistool tegen mijn hoofd’, zei een man. ‘Ze deden alsof het het wilde westen was.’  

Een 19-jarig slachtoffer vertelde: ‘Ik verloor alle besef van tijd en het voelde alsof alles 1,5 tot 2 uur duurde. Eerst waren het de drie, toen kwam er een grote groep politieagenten bij die meededen met het slaan en schoppen.’  

In slechts zes van de dertien onderzochte gevallen dienden de slachtoffers of hun families een officiële klacht in over het geweld van de wetshandhavers. Eén man meldde dat hij en zijn broer in hechtenis langdurig werden gemarteld en dat zijn broer vervolgens ineenzakte en in de gevangenis overleed.   

Strafrechtelijk onderzoek noodzakelijk

In de andere zeven gevallen wilden de slachtoffers geen officiële klacht indienen uit angst voor represailles en omdat zij de kans op gerechtigheid klein achtten. Vooral Syriërs aarzelden om een officiële klacht in te dienen. Een vrouw die als tolk werkte voor buitenlandse zoek- en reddingsteams zei: ‘De meeste gendarmes behandelden Syriërs als dieven en waren erg agressief tegen hen. Ze accepteerden geen Syriërs in de reddingsteams en werden erg boos.’  

Nils Muižnieks van Amnesty International: ‘Alle slachtoffers, ook de vluchtelingen, hebben recht op gerechtigheid en genoegdoening voor de schade die ze hebben geleden. De autoriteiten moeten onmiddellijk strafrechtelijke onderzoeken instellen naar alle gevallen van marteling en mishandeling door de politie, gendarmerie en andere wetshandhavers en de verantwoordelijken voor de rechter brengen.’  

Meer over dit onderwerp