© Private

Iran: Angst voor marteling en executie van mensen beschuldigd van ‘spionage’ voor Israël

Iran heeft twee mannen gexecuteerd die waren veroordeeld wegens spionage voor Israël. Amnesty International maakt zich zorgen over de plannen van Iran om willekeurige executies uit te voeren en roept de Iraanse autoriteiten op deze plannen in te trekken. 

Sinds de start van de Israëlische aanvallen op Iran op 13 juni, hebben de Iraanse autoriteiten veel mensen gearresteerd op basis van beschuldigingen van “samenwerking” met Israël. De autoriteiten roepen op tot versnelde rechtszaken en executies.  

Er zijn grote zorgen over mensen die al ter dood veroordeeld zijn, zoals acht mannen die voor soortgelijke aanklachten na oneerlijke processen werden veroordeeld. 

De doodstraf als wapen 

“Officiele oproepen voor versnelde processen en executies van mensen die zijn gearresteerd voor mogelijke samenwerking met Israël tonen aan  hoe de Iraanse autoriteiten de doodstraf als wapen inzetten om controle uit te oefenen en de Iraanse bevolking angst aan te jagen”, zegt Hussein Baoumi van Amnesty International. “De autoriteiten moeten zorgen dat alle gevangenen beschermd zijn tegen gedwongen verdwijning, marteling en andere mishandeling, altijd een eerlijk proces krijgen, ook tijdens een gewapend conflict.” 

De doodstraf is de ultieme wrede, onmenselijke en vernederende straf en moet onder geen enkele omstandigheid worden ingezet. Het is onder internationaal recht niet toegestaan om de doodstraf op te leggen voor spionage of andere gerelateerde misdrijven die niet te maken hebben met moord. 

Het nu versneld executeren van mensen na “bekentenissen”, verkregen na marteling en oneerlijke rechtszaken zou een gruwelijk misbruik van macht zijn en een grote aanval op het recht op leven. De Iraanse autoriteiten moeten onmiddellijk alle plannen voor verdere executies of de doodstraf intrekken, en onmiddellijk een moratorium instellen op executies. 

Alarmerende oproepen voor executies 

De angst voor willekeurige executies is toegenomen na alarmerende officiele verklaringen. Amnesty International ziet dat in deze verklaringen veel arrestaties worden aangekondigd in het hele land voor veronderstelde “spionage” of “samenwerking” met Israël, en ook bevelen voor versnelde processen en executies.  

Op 15 juni gaf het hoofd van de Iraanse gerechtelijke macht, Gholamhossein Mohseni Eje’i  de openbare aanklager en provinciale aanklagers de opdracht om “elementen die de vrede en veiligheid van de mensen verstoren” of “samenwerken” met Israël te straffen. Dit zou mensen “afschrikken”. Hij gaf opdracht om mensen “extreem snel” te veroordelen en straffen.  

Dezelfde dag kondigde de Supreme Council of National Security (Iran’s hoogste besluitvormende orgaan op het gebied van nationale veiligeheid) aan dat acties “die Israël steunen met een resoluut antwoord en de strengste straf tegemoet worden getreden”. Dat zou betekenen de doodstraf op basis van de aanklacht van “vijandigheid tegen God (moharebeh) en “corruptie op aarde” (efsad fel-arz), waarop onder Iraans recht de doodstraf staat.  

Volgens de verklaring vallen onder deze acties pogingen om “het imago van het Zionistisch regime te legitimeren of mooier te maken”; “roddels of valse informatie te verspreiden”; “individuen of groepen op te ruien of aan te moedigen om tegen de nationale veiligheid te handelen”; of “verdeeldheid te zaaien tussen delen van de maatschappij, etniciteiten, en religieuze sekten in het land.” 

Wetsvoorstel voor bredere toepassing doodstraf  

Er bestaan al lang zorgen over de breed te interpreteren aanklachten van “vijandigheid tegen God” en “corruptie op aarde”, waarvoor onder Iraanse wetgeving de doodstraf kan worden opgelegd. Hiermee wordt het recht op vrije meningsuiting gestraft. Erkende misdrijven als spionage voldoen niet aan de voorwaarden voor “meest ernstige misdrijven” zoals moord, waarop volgens internationaal recht de doodstraf mag worden opgelegd. 

Op 17 juni 2025 keurde het Iraanse parlement een versnelde procedure goed om een wetsvoorstel door te voeren dat een bredere toepassing van de doodstraf toestaat voor “spionage” of “samenwerking met vijandige regeringen”, waaronder Israël en de Verenigde Staten. Op dit moment staat er een gevangenisstraf op spionage.  Om daar de doodstraf voor op te leggen moeten aanklagers verschillende handelingen combineren en beargumenteren dat zij samen “corruptie op aarde” zijn. Onder het wetsvoorstel vallen “spionage” en “samenwerking met vijandige regeringen” automatisch onder “corruptie op aarde” en wordt de doodstraf daarvoor opgelegd. 

Verhoogd risico op executie voor mensen in dodencel 

Op 16 juni werd Esmail Fekri geëxecuteerd in de Ghezel Hesar-gevangenis in de provincie Alborz na een oneerlijke rechtszaak.  Ook Mohammad Amin Mahdavi Shayesteh is in dezelfde gevangenis geëxecuteerd. Amnesty International is bezorgd dat de Iraanse autoriteiten, om hun macht te tonen, nog ten minste acht andere mensen kunnen executeren. Deze mensen waren ook ter dood veroordeeld voor spionage of samenwerking met Israël. 

Een van hen is de Zweeds-Iraanse academicus Ahmadreza Djalali die sinds 2016 gevangenzit in de Evin-gevangenis in Teheran. Hij werd in 2017 door een Revolutionaire Rechtbank ter dood veroordeeld voor “corruptie op aarde. Zo werd er gedreigd met exectutie en dat zijn familie mishandeld of gedood zou worden. 

Anderen die gevaar lopen zijn Afshin Ghorbani MeyshaniAzad ShojaeiEdris Aali, en de Iraakse Rasoul Ahmad Rasoul, allen in de Urumieh Central-gevangenis in de provincie West Azerbeidjan; Rouzbeh Vadi, in de Evin-gevangenis; en Shahin Basami, in de Adel Abad-gevangenis in de provincie Fars. 

Amnesty International is altijd tegen de doodstraf, ongeacht wie is aangeklaagd, de omstandigheden van het misdrijf, schuld of onschuld, of de executiemethode. 

Achtergrond 

Sinds de escalerende vijandelijkheden tussen Israël en Iran op 13 juni, zijn honderden mensen in Iran gedood, onder hen ook vrouwen en kinderen. Ook in Israël zijn veel mensen om het leven gekomen. 

Meer over dit onderwerp