Gambia

Een authentiek Afrikaans geluid

De nieuwe regering van Gambia liet vorige week weten toch lid te blijven van het Internationaal Strafhof. Daarmee lijkt een uittocht van Afrikaanse staten bij het Hof gestuit.

Vorig jaar kondigden Zuid-Afrika, Burundi en Gambia aan het Internationaal Strafhof te zullen verlaten. Dat was groot nieuws. Waarnemers verwachtten dat meer staten zouden volgen, waaronder Kenia, Oeganda en Namibië. Necrologieën van het Hof werden alvast geschreven. Afrikaanse politici en media speculeerden over een grote Afrikaanse walk-out. Maar ondanks geruchten over een Afrikaanse opstand tegen het Westerse, discriminerende, neokoloniale, neo-imperialistische, partijdige en ineffectieve Strafhof bleef een exodus tot nog toe uit.

En nu dus een ommekeer in Gambia. Een maand geleden werd president Yahya Jammeh (aan de macht sinds 1994, geen vriend van de vrije pers, noch van LGBTI’s, volgens VN-rapporteurs verantwoordelijk voor een consistente praktijk van foltering en volgens Amnesty ook voor ‘verdwijningen’) met een kleine militaire interventie en diplomatieke druk van buurlanden gedwongen tot aftreden nadat hij bij nader inzien had besloten de jongste verkiezingsuitslag naast zich neer te leggen.
Adam Barrow, winnaar van de Gambiaanse presidentsverkiezingen, is inmiddels twee keer ingezworen, eenmaal in ballingschap en afgelopen zaterdag in de Gambiaanse hoofdstad Banjul. Met een voorganger als Jammeh kun je er maar beter voor zorgen dat je stevig in het zadel zit.

De nieuwe president liet vorige week aan de VN weten niet meer voornemens te zijn het Strafhof te verlaten. Dat ging in de internationale pers met minder bombarie gepaard. In de aankondiging van een vermeende ¬walk-out zit meer drama dan in de droge constatering dat oproerkraaiers blijven zitten.

Afrikaanse protesten tegen het Strafhof die appelleren aan afrekening met Westerse overheersing kunnen ook buiten Afrika geregeld op sympathie rekenen. En veel aandacht. Wat is er mooier dan een authentiek Afrikaans geluid? Ook Jammeh speelde deze kaart.

Hoe moeten we Barrows recente besluit om bij het Strafhof te blijven uitleggen? Is het een on-Afrikaanse geluid? Of zou er in Afrika, net als in Europa en elders, verschillend worden gedacht over politieke vraagstukken, over de relatie tussen politiek en recht, over waarheid, berechting en verzoening, over de verhouding tussen nationale en internationale rechtsorde?
En een stap verder. Wellicht werken in Afrika, net als in Europa en wie weet ook elders, de mechanismen van macht en machtsbehoud wel zo dat de politieke, juridische en morele opvattingen van politieke leiders niet geheel los staan van hun politieke en soms ook persoonlijke belangen. Misschien zijn die mechanismen universeel.

Als dat zo is, dan is het niet zo vreemd dat Afrikaanse leiders in het politieke nauw, zeker als zij ondemocratische trekjes hebben, de instellingen die zij als bedreigend zien delegitimeren. Van de nationale pers tot een internationale rechtbank. Net zo min is het dan vreemd dat hun (democratische) opvolgers afstand van hen nemen door tegengestelde besluiten te bekrachtigen.
Maar dan is het ook voorstelbaar dat mensenrechten –als bescherming tegen te grote macht, willekeurige macht of misbruikte macht– universeel zijn. Een universele reactie op een universeel verschijnsel. Daar is misschien dan toch weinig Westers aan.

Meer over dit onderwerp