Bangladesh: Caught between Fear and Repression

Bangladesh: Critici gevangen tussen angst en onderdrukking

De regering van Bangladesh slaagt er niet in andersdenkenden te beschermen, en het lukt de autoriteiten evenmin om gewapende groeperingen die deze mensen bedreigen ter verantwoording te roepen. Bovendien wordt de vrijheid van meningsuiting onderdrukt door een stroom aan beleidsmaatregelen en nieuwe wetten, zo blijkt uit een vandaag verschenen rapport van Amnesty International.

In het rapport Caught between fear and repression: Attacks on freedom of expression in Bangladesh staat beschreven hoe gewapende groeperingen op grote schaal seculiere bloggers doden zonder dat zij hiervoor worden vervolgd. Door de voortdurende straffeloosheid is het in vier jaar tijd slechts in één zaak tot een veroordeling gekomen. Ook worden activisten geregeld met de dood bedreigd, maar bieden de autoriteiten hen geen bescherming. Sommige activisten hebben het land gedwongen verlaten.

Het afgelopen jaar heeft de regering van Bangladesh kritiek hard aangepakt. Mensen die werken in de media worden lastiggevallen, waardoor zij hun werk niet goed kunnen uitvoeren en door de draconische wetten kunnen strafrechtelijke aanklachten tegen hen ingediend worden.

‘Door het geweld van gewapende groeperingen en de onderdrukking van de staat worden mensen die er een afwijkende, seculiere mening op na houden, monddood gemaakt. Het valt de regering niet alleen aan te rekenen dat zij er niet in slaagt de vrije meningsuiting te beschermen, ze verwijten de andersdenkenden ook zelf schuldig te zijn aan de bedreigingen en ze criminaliseren het werk van bloggers en journalisten met een stroom aan onderdrukkende wetten’, aldus Olof Blomqvist, Amnesty’s onderzoeker in Bangladesh.

Slachtoffers krijgen zelf de schuld

Nadat online activist Nazimuddin Samad in april 2016 was vermoord, verklaarde de minister van Binnenlandse Zaken dat de politie zijn werk zou onderzoeken op ‘verwerpelijke’ inhoud. De minister-president noemde het werk van seculiere bloggers ‘smerige taal’. In andere gevallen weigerde de politie klachten op te nemen, zo meldden andere activisten. Journalisten noemden de onderdrukking de ergste sinds in 1991 een burgerregering aan de macht kwam in Bangladesh.

Onderdrukkende wetten

De Wet op Informatie en Communicatietechnologie (ICT-wet, 2006) is het belangrijkste instrument om kritische geluiden te smoren. Vaag omschreven bepalingen stellen de autoriteiten in staat mensen te vervolgen ‘in het belang van de soevereiniteit, integriteit of de veiligheid van Bangladesh’ of als ervan uitgegaan wordt dat zij ‘het imago van de staat benadelen’ of ‘religieuze geloof beschadigen’. De minimumstraf die kan worden opgelegd is zeven jaar. De autoriteiten bereiden nieuwe wetten voor die de vrije meningsuiting verder inperken.

Zo werd in december 2016 journalist Nazmul Huda gearresteerd, tijdens zijn detentie herhaaldelijk geslagen en op basis van de ICT-wet aangeklaagd vanwege berichtgeving over protesten van arbeiders in de kledingsector.

Sinds 2013 worden gerenommeerde journalisten en uitgevers aangeklaagd vanwege politiek-gemotiveerde zaken. Een journalist vertelde: ‘De regering pikt er een paar mensen uit die als voorbeeld dienen. Door te laten zien wat er gebeurt wanneer je ‘te ver gaat’, proberen ze de media bang te maken.’

‘De onderdrukking van afwijkende en seculaire meningen in Bangladesh moet stoppen. Als eerste moeten de mensen die worden bedreigd omdat zij hun stem verheffen, worden beschermd. En de wetten die gebruikt worden om mensen vanwege hun mening te straffen, moeten worden hervormd’, zegt Olof Blomqvist.

Meer over dit onderwerp