Amerikaanse luchtaanval op migrantencentrum Jemen moet worden onderzocht als oorlogsmisdrijf
Amnesty International concludeert na diepgaand onderzoek dat de Amerikaanse luchtaanval op een migrantencentrum in Sa’ada (Jemen) op 28 april 2025 willekeurig was. Tientallen Afrikaanse migranten kwamen om door de aanval of raakten gewond. De VS moeten dit snel en transparant onderzoeken als mogelijk oorlogsmisdrijf.
Het Amerikaanse leger deed de aanval tijdens Operatie Rough Rider. De luchtaanval had enorme gevolgen voor kwetsbare migranten. Veel van hen werden alleen in het detentiecentrum vastgehouden door de Houthi’s (die de feitelijke macht in de regio in handen hebben) omdat ze geen geldige verblijfsdocumenten hadden.
Het onderzoeksrapport It is a miracle we survived’: US air strike on civilians held in Sa’ada detention centre is gebaseerd op interviews met vijftien overlevenden, allen Ethiopische migranten die in Sa’ada vastzaten. Daarnaast analyseerde Amnesty digitaal bewijsmateriaal, zoals satellietbeelden, foto’s en video’s. Het rapport toont aan dat de VS bij deze aanval niet voldeden aan hun verplichting onder het internationaal humanitair recht om onderscheid te maken tussen burgerdoelen en militaire doelen.
Bij de aanval kwamen tientallen migranten die op dat moment in het detentiecentrum vastzaten, om het leven of raakten gewond. Amnesty sprak met overlevenden. Zij konden zestien van de omgekomen personen – allemaal Ethiopische migranten, allemaal mannen en de meesten in de twintig – bij naam en geschatte leeftijd identificeren. “De aangrijpende getuigenissen van overlevenden schetsen een duidelijk beeld waaruit valt op te maken dat het leger geen onderscheid maakte tussen militaire en niet-militaire gebouwen toen het een gebouw vol met gevangenen bombardeerde”, zegt Kristine Beckerle van Amnesty International. “Hiermee schond de VS een fundamentele regel van het oorlogsrecht: de plicht om voor een aanval zorgvuldig te controleren of het doelwit daadwerkelijk militair van aard is. Dit was nalatig en had fatale gevolgen.”
Oorlogsmisdrijf
Slachtoffers en hun families moeten volledige schadevergoeding krijgen, inclusief financiële compensatie. Aangezien de luchtaanval burgers heeft gedood en verwond, moeten de Amerikaanse autoriteiten deze aanval onderzoeken als een oorlogsmisdrijf. . Waar voldoende bewijs voorhanden is, moeten bevoegde autoriteiten iedereen die verdacht wordt van strafbare verantwoordelijkheid—ook op basis van commandoverantwoordelijkheid—vervolgen.
Verzoek om opheldering
Amnesty International heeft op 27 augustus 2025 een gedetailleerde beschrijving van de bevindingen van het onderzoek gedeeld met het Amerikaanse Central Command (CENTCOM) en het Amerikaanse Joint Special Operations Command (JSOC). Daarbij deed Amnesty een officieel verzoek om opheldering over het aangevallen doelwit en de genomen voorzorgsmaatregelen. CENTCOM antwoordde dezelfde dag en gaf aan dat het nog bezig was met het “beoordelen van alle meldingen van schade aan burgers”, dat het deze allemaal “serieus” nam en ze “grondig” aan het bekijken was.
Amnesty International vroeg op 11 september 2025 ook de Houthi- autoriteiten om informatie en deelde bevindingen. Daarbij vroeg Amnesty opheldering over het gebruik van het gevangeniscomplex in Sa’ada en het detentiecentrum voor migranten, het aantal mensen dat op het moment van de aanval vastzat, hun detentieomstandigheden en welke stappen de Houthi-autoriteiten eventueel hebben genomen om te onderzoeken waarom de gevangenisbewakers de gedetineerden geen veilig onderkomen hebben geboden.
Het ministerie van Justitie en Mensenrechten van de Houthi’s antwoordde op 24 september en 6 oktober 2025 gedetailleerd over het aantal migranten dat in het centrum vastzat, ontkende dat er iets mis was met de detentieomstandigheden en deelde een lijst met slachtoffers van de Amerikaanse luchtaanval.
Bekend als faciliteit voor burgers
Het onderzoek van Amnesty International vond geen bewijs dat het detentiecentrum voor migranten een militair doelwit was. Overlevenden verklaarden dat het een open ruimte was, zodat zij iedereen konden zien die zich in het gebouw bevond, namelijk alle gedetineerde migranten.
De faciliteit, die deel uitmaakt van het gevangeniscomplex van Sa’ada, werd al jaren door de Houthi’s gebruikt om migranten vast te houden en stond algemeen bekend als een faciliteit voor burgers. Humanitaire organisaties bezochten het centrum.
Een paar jaar eerder, op 21 januari 2022, voerde de door Saudi-Arabië geleide coalitie een luchtaanval uit op een andere detentiefaciliteit binnen hetzelfde gevangeniscomplex in Sa’ada. Amnesty onderzocht ook deze aanval, die werd uitgevoerd met behulp van een in de VS geproduceerd precisiegeleid wapen. Hierbij kwamen meer dan negentig gedetineerden om en raakten tientallen gewond.
Gezien deze context had de VS moeten weten dat de faciliteit een burgerobject was en dat een luchtaanval zou kunnen leiden tot een aanzienlijk aantal doden en gewonden onder de burgerbevolking. Volgens het internationaal humanitair recht zijn aanvallende strijdkrachten verplicht al het mogelijke te doen om na te gaan of hun beoogde doelwit een militair doelwit is en, als daar twijfel over bestaat, af te zien van een aanval of deze te annuleren of op te schorten.
Overlevenden ernstig gewond, verminkt en getraumatiseerd
Bijna alle vijftien overlevenden met wie Amnesty International sprak, zeiden dat ze lagen te slapen toen ze tussen 4 en 4.30 uur ’s ochtends het geluid van een explosie in de buurt hoorden. Dit was hoogstwaarschijnlijk een Amerikaanse luchtaanval op een ander gebouw binnen het gevangeniscomplex van Sa’ada van een paar minuten daarvoor.
Volgens satellietbeelden werd op dezelfde dag een ander gebouw, op ongeveer 180 meter van de plek waar de migranten werden vastgehouden, geraakt en verwoest. In hun reactie aan Amnesty International verklaarden de Houthi’s dat dit gebouw een administratief gebouw van de gevangenis was.
Overlevenden vertelden dat ze doodsbang wakker werden en naar de poort van het detentiecentrum renden. Ze schreeuwden om hulp en bonkten op de poort, waarbij ze de gevangenisbewakers vroegen hen naar buiten te laten om veiligheid te zoeken. In plaats daarvan vuurden de gevangenisbewakers waarschuwingsschoten af om de gedetineerden binnen te houden. Enkele minuten later werd het detentiecentrum voor migranten getroffen door een tweede Amerikaanse luchtaanval.
In hun reactie aan Amnesty International zeiden de Houthi-autoriteiten dat er op het moment van de aanval 117 Afrikaanse migranten vastzaten, waarvan er 61 omkwamen en 56 gewond raakten. Ze zeiden ook dat “er geen gevallen bekend zijn waarin gevangenisbewakers gevangenen tegenhielden om te vluchten of een veilige plek te zoeken”. Maar een duidelijk antwoord op de vraag of ze dit specifieke incident hadden onderzocht, bleef uit.
Langdurige gevolgen
De luchtaanval had vernietigende en blijvende gevolgen voor de burgerbevolking. Van de vijftien overlevenden die Amnesty International interviewde, liepen veertien personen ernstige verwondingen op met blijvende gevolgen, waaronder het verlies van ledematen, ernstige zenuwbeschadiging en hoofd-, ruggenmerg- en borsttrauma. Twee van de vijftien migranten moesten hun benen laten amputeren, één moest zijn hand laten amputeren en één verloor een oog.
De 20-jarige overlevende, Hagos*, verloor zijn been. Toen hij enkele dagen na de aanval in het ziekenhuis weer bij bewustzijn kwam, beschreef hij zijn pijn als volgt: “Je zou willen dat je dood was… Ik smeek vrienden om geld voor de behandeling en medicijnen.”
Een andere overlevende, Desta*, had een hoofdwond en verloor een oog. Hij was zo getraumatiseerd dat hij twintig dagen lang niet kon praten. Hij zei: “De aanval was echt verschrikkelijk, er zijn veel mensen omgekomen, wij zijn invalide geraakt en anderen zijn in shock en doodsbang.”
Op het moment van de interviews, bijna twee maanden na de Amerikaanse luchtaanval, hadden tien overlevenden nog steeds medische zorg nodig, zoals vervolgoperaties en medicijnen. Ze vertelden ook dat ze, ondanks hun moeilijke financiële situatie, deze behandeling zelf betaalden of met hulp van hun families thuis, die het ook niet makkelijk hebben.
Dringende oproep aan VS tot verantwoording en schadevergoeding
Naast de verplichtingen op grond van het internationaal humanitair recht heeft de VS belangrijke mensenrechtenbeschermingen en verplichtingen volgens internationaal humanitair recht in de nationale wetgeving en beleid vastgelegd.
De VS namen de afgelopen jaren maatregelen om burgerleed door Amerikaanse militaire acties in het buitenland te verminderen en er beter op te kunnen reageren. Deze maatregelen staan onder druk door de regering-Trump. Amnesty International roept het Amerikaanse Congres op ervoor te zorgen dat deze mechanismes voor het voorkomen van en reageren op burgerleed behouden blijven en voldoende gefinancierd worden, zodat effectief kan worden gereageerd op deze en andere recente incidenten.
“De VS moeten een snel, grondig, onafhankelijk, onpartijdig en transparant onderzoek doen naar de luchtaanval op het migrantencentrum in Sa’ada en de resultaten openbaar maken”, zegt Kristine Beckerle. “De overlevenden van deze aanval verdienen niets minder dan volledige gerechtigheid, effectieve en snelle genoegdoening, inclusief restitutie, compensatie, rehabilitatie en garanties dat dit niet nog eens gebeurt, via een effectief en toegankelijk systeem”.
Oproep aan Houthi’s
Amnesty International dringt er ook bij de Houthi’s, de feitelijke autoriteiten, op aan om een transparant onderzoek in te stellen naar het feit dat de gedetineerde migranten niet zijn geëvacueerd en geen onderdak kregen. Ze moeten ook een einde maken aan de willekeurige detentie van migranten uitsluitend op basis van hun immigratiestatus en nationaliteit. Ook moeten ze de overlevenden van de Amerikaanse luchtaanval een tijdelijke verblijfsstatus verlenen, zodat zij kunnen herstellen, genezen en essentiële medische behandelingen kunnen ondergaan zonder bang te hoeven zijn voor hernieuwde detentie.
* Namen van overlevenden om veiligheidsredenen gewijzigd