Deze Noord-Koreaanse ex-militair rende de zwaarbewaakte grens over en overleefde

De Noord-Koreaanse militair Ryu Seong-hyeon vluchtte in 2019 naar Zuid-Korea. Daar bouwde hij een nieuw leven op. Hij vertelt over een leven vol honger en over ontberingen die rechtstreeks uit George Orwells 1984 lijken te komen. 

De Noord-Koreaanse Ryu Seong-hyeon - hier in Seoul - ontvluchtte Noord-Korea in 2019. © Tim Franco
© Tim Franco

Op een septemberdag in 2019 had Ryu Seong-hyeon er genoeg van. De Noord-Koreaanse militair rende door de zwaarbewaakte gedemilitariseerde zone die Noord- en Zuid-Korea van elkaar scheidt. Met groot gevaar voor eigen leven: de zone ligt bezaaid met landmijnen en aan beide zijden van de grens staan militairen, klaar om te schieten op alles wat beweegt. Een andere militair, die in 2017 over de grens rende, werd door vijf kogels geraakt – hij overleefde wonderbaarlijk genoeg.  

Ryu vond het de risico’s waard. Hij was klaar met een bestaan vol honger, onderdrukking en zware arbeid. Nu is hij student logistiek in een van de rijkste en modernste landen ter wereld: Zuid-Korea. ‘Ik had nooit verwacht te kunnen studeren aan een Zuid-Koreaanse universiteit’, glundert hij. ‘Als ik me down voel ga ik naar de grens en kijk ik naar Noord-Korea.’ 

De 30-jarige Ryu vertelt ontspannen tijdens een interview met Wordt Vervolgd in een vergaderruimte van de Universiteit Leiden. Even ervoor had hij, net als een andere Noord-Koreaanse vluchteling, zijn verhaal ook gedeeld met Leidse studenten. De bijeenkomst werd georganiseerd door twee Zuid-Koreaanse organisaties, het Network for North Korean Democracy and Human Rights en de Unification Academy. Een klaslokaal bedoeld voor maximaal 35 personen was uiteindelijk tot de nok toe gevuld met zo’n tachtig geïnteresseerden. 

Tien jaar dienstplicht

Ryu had toegang tot de gedemilitariseerde zone omdat hij sinds zijn 17e in de luchtmacht diende. Dat was onderdeel van zijn tien jaar durende dienstplicht, die na de middelbare school begon. Een vreselijke periode, vertelt Ryu. ‘Mensen hebben bepaalde basisbehoeften: voedsel, slaap en intimiteit bijvoorbeeld. Maar in het leger wordt in geen van deze behoeften voorzien.’ 

Volgens een VN-rapport uit maart heeft minstens 46 procent van de Noord-Koreaanse bevolking te weinig te eten. Dat geldt ook voor militairen, vertelt Ryu. ‘Ik at in het leger vooral maïs en radijs. Vlees kreeg je maar een paar keer per jaar.’  Hij viel dan ook flink af in de zeven jaar die hij in het leger diende en had vaak knagende honger, net als zijn kameraden. ‘Noord- en Zuid-Koreanen zijn van dezelfde etnische komaf, maar Zuid-Koreaanse jongeren zijn gemiddeld tien centimeter langer’, weet hij. 

‘Het regime weet hoe je de menselijke psychologie naar je hand kunt zetten’   

Ook nachtrust is de meeste jonge soldaten niet gegund. Ze trainen alleen in de winter, in andere seizoenen worden ze ingezet als onbetaalde arbeidskrachten in de bouw. In Noord-Korea vinden namelijk vaak ‘snelheidscampagnes’ plaats, waarbij in razend tempo appartementencomplexen uit de grond gestampt worden en soldaten dus dag en nacht moeten doorploeteren.  

‘Wanneer Kim Jong-un een nieuw bouwproject aankondigde, sliepen we soms maar twee tot vier uur per nacht’, vertelt Ryu. ‘Het zijn dit soort projecten waarmee Kim opschept tegenover de buitenwereld over hoe geavanceerd het land is’, voegt hij toe. ‘Uiteraard zullen de mensen die deze woningen bouwen zelf nooit de kans krijgen om erin te wonen.’ Dat voorrecht is voorbehouden aan de Noord-Koreaanse elite. 

Verbod op daten 

‘Ook mag je vanaf je 17e tien jaar lang niet daten’, vertelt Ryu. Het doet hem denken aan George Orwells roman 1984, waarin de liefde die Winston en Julia voor elkaar voelen verboden wordt. Ryu las de roman na zijn vlucht, in Zuid-Korea. ‘Orwell laat zien dat geen enkele druk kan verhinderen dat twee mensen werkelijk van elkaar houden’, vertelt hij. ‘Zo gaat het in Noord-Korea ook: de Partij kan wel relaties verbieden, maar kan niet uitbannen dat er liefde bestaat.’ 

Op het grenseiland Ganghwa worden bewoners ‘gebombardeerd’ met geluid van schoten en gegil, om ze te ontmoedigen daar te wonen. © Anthony Wallace/ ANP
© Anthony Wallace/ ANP
Op het grenseiland Ganghwa worden bewoners ‘gebombardeerd’ met geluid van schoten en gegil, om ze te ontmoedigen daar te wonen.

Gevraagd of er ook fysieke mishandeling plaatsvond, begint de voormalige soldaat te lachen. ‘Dat is zo normaal dat ik het vergeten was te noemen. Ik heb geluk gehad, omdat ik niet zo opstandig ben.’ Een officier brak Ryu’s neus en een andere keer scheurde zijn oor in bij een afranseling. ‘Twee keer maar, dat valt mee’, schampert hij. ‘Andere soldaten kunnen niet eens meer tellen hoe vaak ze afgetuigd zijn.’ 

‘Het Kim-regime beweert dat mensenrechten in Noord-Korea fantastisch in orde zijn’   

Dat het regime al bijna acht decennia met ijzeren hand regeert over Noord-Korea zonder dat de bevolking in opstand komt, kan Ryu goed verklaren. ‘Het regime heeft veel kennis vergaard over hoe je de menselijke psychologie naar je hand kunt zetten. Omdat het Kim-regime al deze macht en kennis heeft, is het zeer eenvoudig om burgers te manipuleren. Je moet beseffen dat het politieke systeem hiervoor opgezet is, op een complexe en effectieve manier.’ 

Kernwapens

Kritiek op militaire provocaties en het kernwapenprogramma laat Noord-Korea van zich afglijden, maar het regime is wél gevoelig voor beschuldigingen van mensenrechtenschendingen. Het Kim-regime ontkent bijvoorbeeld het bestaan van strafkampen, beweert dat mensenrechten in Noord-Korea juist fantastisch in orde zijn en omschrijft vluchtelingen als ‘leugenachtig ongedierte’. Waarom interesseren deze aantijgingen ze überhaupt? 

 ‘Doordat het regime alle kennis en macht heeft, kan het burgers eenvoudig manipuleren’  

 

‘Als Noord-Koreanen zouden weten wat hun universele mensenrechten zijn, zou het meteen afgelopen zijn met het regime in deze vorm. Daarom wordt zulke informatie buiten de deur gehouden en noemt Pyongyang dit idee een Amerikaans propagandamiddel’, legt Ryu uit. ‘Tegelijkertijd wil Noord-Korea als normale staat geaccepteerd worden door de internationale gemeenschap. Onder dit regime kan het echter nooit een normaal land worden: de Noord-Koreaanse economie zou instorten wanneer het mishandelen en misbruiken van mensen zou stoppen.’  

Noord-Koreanen kennen geen persvrijheid of vrijheid van meningsuiting, geloof of bijeenkomst. ‘Het vrijheidsbegrip van het regime is meer: wij geven jou de vrijheid om te leven en jullie hebben ons daarin te gehoorzamen’, aldus Ryu. 

Afscheid

Voor vertrek nam Ryu afscheid van zijn familie – soort van. Na jaren in het leger zocht hij zijn moeder op, die ontzettend moest huilen. Hij vertelde haar niet over zijn plannen om de grens over te steken, maar zijn oudere broer wel. ‘Die zei: doe het niet, dat heeft grote gevolgen voor ons’, zegt Ryu. Hij deed het toch, volgens hem leefde zijn familie toch al ‘als slaven’. Hoe het met ze afgelopen is, weet hij niet. Hij heeft eenmaal een bericht uit Zuid-Korea naar ze gestuurd dat hij nog leefde, maar heeft niets teruggehoord. Hoe hij dat heeft gedaan, licht hij niet toe, maar vaak gebeurt dit via Chinese tussenpersonen die tegen betaling in Noord-Korea contact leggen met familieleden van gevluchte Noord-Koreanen. In Noord-Korea worden familieleden van mensen die vluchten naar het buitenland vaak (maar niet altijd) gestraft, om mensen zo te intimideren dat zij het land niet durven te ontvluchten. 

In Zuid-Korea bouwde Ryu een nieuw leven op en vraagt hij in interviews, vlogs en lezingen aandacht voor de situatie in Noord-Korea. Hij hoopt dat de Noord-Koreanen de kans krijgen om hun systeem ooit kritisch te bevragen. Uiteindelijk is het aan hen om hun land en vrijheid terug te pakken. ‘Ik leerde in Zuid-Korea dat ieder mensenleven waardevol is, ook het mijne. Dit geldt ook voor de burgers en soldaten van Noord-Korea, maar zij zuchten onder een systeem dat hun levens inwisselbaar probeert te maken.’

 

Meer over Noord-Korea