‘Mede door Amnesty’s inzet is etnisch profileren op de publieke agenda gezet’

Gerbrig Klos
© Amnesty International (Foto: Karen Veldkamp)
Gerbrig Klos is senior medewerker Mensenrechten in Nederland bij Amnesty International. Zij houdt zich bezig met discriminatie door Nederlandse wetshandhavers. We stelden haar vijf vragen over haar werk.

Discriminatie in Nederland, waar hebben we het dan over?
In Nederland komen allerlei verschillende vormen van discriminatie voor: op grond van leeftijd, gender, handicap, et cetera. Maar de meest ondervonden – en de meest gemelde – vorm van discriminatie is die op grond van herkomst of huidskleur. Vanwege de omvang en de hardnekkigheid ervan houden we ons vanuit Amnesty daar vooral mee bezig.

Amnesty Nederland richt zich vooral op etnisch profileren door de politie, waarom?
Op het moment dat een portier je vanwege je huidskleur weer eens niet een disco inlaat, is dat pijnlijk – vooral als er publiek bij is. Je kunt dan nog wel naar een andere disco. Maar aan de politie kan je je niet onttrekken, die heeft zo veel macht. Als een overheidsvertegenwoordiger discrimineert, is de impact enorm. Het leidt tot schaamte bij degene die het overkomt en het tast het vertrouwen in de politie aan. En voor de omstanders bevestigt het bestaande stereotypen en vooroordelen: ‘Ik zie dat opvallend veel mensen met een donkere huidskleur gecontroleerd worden, daar zal wel een reden voor zijn.’ Dat heeft grote maatschappelijke gevolgen. En waarvoor? Nergens is aangetoond dat de politie door etnisch te profileren criminaliteit effectiever kan bestrijden. Trouwens, als de politie er wél effectiever van werd, dan nog was het gewoon verboden.

Wat heeft Amnesty op dit gebied bereikt?
Voordat wij in 2013 ons eerste onderzoek naar etnisch profileren bij de Nederlandse politie publiceerden, had vrijwel niemand het erover. Mede door Amnesty’s inzet is het onderwerp echt op de publieke agenda gezet. Aanvankelijk ontkende politie dat het plaatsvond, inmiddels kan dat niet meer. De ministers hebben intussen ook uitgesproken dat etnisch profileren verboden is. De politie heeft toegezegd er maatregelen tegen te treffen en deed al voorstellen voor een betere training en voor bewustwording van agenten en ontwikkelde een code voor professioneel controleren. Maar de echte veranderingen gaan al met al veel te langzaam.

Waarom spande Amnesty een rechtszaak aan tegen de Koninklijke Marechaussee?
De marechaussee vindt dat ze bij grenscontroles mensen mag selecteren op grond van onder meer huidskleur of afkomst. De ministers van Defensie en Justitie zijn het daarmee eens, wat bizar is als je bedenkt dat de overheid inmiddels – terecht – erkent dat etnisch profileren een vorm is van discriminatie en dus verboden is. Op allerlei manieren probeerden we de marechaussee en de ministers ervan te overtuigen dat wat de marechaussee doet écht niet mag. Maar niets hielp. Daarom stapten we samen met andere organisaties en een paar individuen naar de rechter. Als de rechter ons gelijk geeft, heeft dit ook gevolgen voor andere wetshandhavers als de politie en de belastingdienst.

Wat gaan jullie de komende tijd doen?
We houden ons nu erg bezig met predictive policing. De politie maakt steeds meer gebruik van  algoritmes: computersystemen die het risico inschatten dat door een bepaalde persoon of op een bepaalde locatie in de toekomst een strafbaar feit wordt gepleegd. Geeft de computer aan dat het risico verhoogd is, dan kan de politie ingrijpen. Het probleem is dat het systeem zich baseert op gegevens die vol zitten met vooroordelen en stereotypen. Daardoor zijn de uitkomsten van het systeem ook discriminerend en kennen zij hogere risicoscores toe aan bepaalde bevolkingsgroepen, die daardoor verhoudingsgewijs veel vaker worden gecontroleerd. Technologie versterkt zo bestaande ongelijkheid in de samenleving.