1 op de 10 vrouwelijke studenten verkracht tijdens studie
© Toscanabanana

Achtergronden bij het manifest voor hoger-onderwijsinstellingen

Het manifest dat u in handen heeft is geschreven door een werkgroep bestaande uit Amnesty-studenten en net-afgestudeerden, ondersteund door verschillende experts. Deze pagina geeft een verdere onderbouwing van de belofte die we u in het manifest vragen te maken. In de onderbouwing staan verdere verwijzingen naar het onderzoek onder studenten uitgevoerd door I&O Research in opdracht van Amnesty alsmede een greep uit de wetenschappelijke literatuur.

Ook treft u onderaan deze pagina een lijst van externe partners aan die hebben aangegeven uw instelling verder te kunnen helpen met de implementatie en uitvoering van de in het manifest gemaakte beloftes.

Waarom vragen we om specifiek deze beloftes in het manifest?

Seksueel geweld is een gelaagd probleem. Het probleem kan niet worden opgelost met een enkelvoudige benadering. Daarom vragen we hoger-onderwijsinstellingen om geïntegreerde benaderingen die de hele onderwijsgemeenschap betrekken en die zich richten op zowel beleid als ondersteunings- en preventiemaatregelen. 1 Het is belangrijk dat procedures worden geïntegreerd, gebaseerd op gemeenschappelijke principes en op solide bewijs voor verandering. Dit is wat we de whole community approach of ‘gehele gemeenschapsbenadering’ noemen. Het beeld dat wordt geschetst in het manifest is daarop geïnspireerd.

Waarom zijn workshops nodig? Wat is het verschil tussen introductieworkshops en verdiepende workshops?

Introductieworkshops zoals omstanderinterventietraining zijn geschikt voor iedereen en gaan over sociale en culturele factoren die bijdragen aan seksueel geweld. Verdiepende of gendertransformatieve workshops zijn gericht op risicogroepen van mensen die ofwel vroege tekenen van daderschap vertonen, of omstandigheden die het potentieel voor slachtofferschap creëren. 2

Lees meer

Deze twee soorten workshops sluiten goed op elkaar aan. Omstanderinterventies richten zich op de verantwoordelijkheid die alle leden van de onderwijsgemeenschap hebben bij het beëindigen van seksueel geweld. 3 De focus van omstanderinterventie ligt op het herkennen van vroege tekenen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, en praktische vaardigheden om in te grijpen in potentieel gevaarlijke situaties. Daarbij gaat het onder meer over hoe je veilig kunt blijven tijdens het ingrijpen. En over het zoeken naar creatieve manieren om in te grijpen in situaties variërend van seksistische of ongepaste grappen tot seksuele intimidatie. 4

Gendertransformatieve workshops richten zich op gendernormen in relatie tot seksueel geweld. Hoewel mensen van alle genders seksueel geweld kunnen ervaren en ook seksueel geweld kunnen plegen, spelen sociale constructies van gender een grote rol in hoe en wanneer seksueel geweld plaatsvindt. Denk daarbij aan vanzelfsprekende overtuigingen over wat het betekent om mannelijk en/of vrouwelijk te zijn in een heteronormatieve relatie en de verwachtingen die daaruit voortvloeien met betrekking tot seks en seksueel gedrag. 5

Het is belangrijk om gendertransformatieve benaderingen van verkrachtingsresistentie te combineren met andere preventiemechanismen, zoals omstanderpreventietraining. Preventieprogramma’s worden geïntegreerd om de sociale structuur van seksueel geweld te veranderen. Het gaat daarbij niet alleen om het veranderen van concreet gedrag, maar juist ook het veranderen van een cultuur waarin overtuigingen en mythes slachtoffers de schuld te geven van hun eigen ervaringen met seksueel geweld.

Workshops zijn nodig omdat er een verschil zit tussen attitude, kennis, gedrag en het zelf (h)erkennen van seksueel geweld als het dichtbij komt. Ter illustratie: uit onderzoek van I&O research blijkt dat 91 procent van de studenten het altijd belangrijk vindt om te checken dat de ander ook seks wil. Tegelijkertijd ziet 60 procent van de ondervraagde studenten die penetratie zonder instemming heeft meegemaakt dit niet als verkrachting, omdat hun beeld van verkrachting niet overeenkomt met dat wat henzelf is overkomen, of omdat ze zichzelf als medeschuldig zien. Ook geeft 68 procent van de mannen aan dat de partner duidelijk ‘Nee’ moet zeggen als die persoon geen seks wil. Het zou glashelder moeten zijn voor iedereen dat alleen ‘Ja’ ‘Ja’ betekent, aangezien alle seks volgens mensenrechtenverdragen en -standaarden gebaseerd moet zijn op wederzijdse instemming. Meer daarover leest u verderop op deze pagina. De statistieken uit het I&O-onderzoek tonen aan dat de attitudes en ideeën van studenten over seksueel geweld lang niet altijd overeenkomen met het gedrag dat zij vertonen als het op seks aankomt.

Wat is er nodig aan ondersteuning voor studenten die een verkrachting hebben meegemaakt?

Even belangrijk als trainingen om seksueel geweld te voorkomen zijn interventies nadat seksueel geweld heeft plaatsgevonden. Zij kunnen de negatieve effecten ervan verminderen en herhaling voorkomen. Het krijgen van de juiste hulp vermindert de klachten en daarmee ook de andere consequenties voor de student die seksueel geweld heeft meegemaakt. 6

Lees meer

Daarom is het belangrijk dat als studenten seksueel geweld melden aan een personeelslid, daarop passend en traumagevoelig wordt gereageerd. 7 Ondersteuning op alle lagen betekent daarnaast ook een inclusieve en traumasensitieve benadering in de collegezaal zelf. Zo is het implementeren van een programma dat bijvoorbeeld verkrachtingsmythen onder studenten ter discussie stelt, bewezen minder effectief als medewerkers impliciet of expliciet verkrachtingsmythen blijven uiten tijdens het lesgeven. 8

Uit onderzoek van I&O blijkt dat ruim driekwart van de studenten die penetratie hebben meegemaakt zonder toestemming, achteraf problemen ervaart. De meest voorkomende zijn psychologische problemen, 52 procent van de studenten heeft hier last van. 44 procent ervaart seksuele problemen en 37 procent ervaart relationele problemen. Daarnaast kan het ook een negatieve invloed hebben op academische prestaties: 14 procent ervaart problemen met hun studie of werk. Dat varieert van stoppen met of veranderen van studie, slechtere cijfers, niet kunnen studeren of werken voor een onbepaalde tijd en andere problemen.

Uit het I&O-onderzoek blijkt echter dat in Nederland 64 procent van de studenten niet weet waar ze een incident van seksueel geweld kunnen melden en dat 61 procent niet weet waar ze terecht kunnen voor hulp bij hun hoger-onderwijsinstelling. Dat terwijl deze informatie cruciaal is.

Wat moet er verbeterd worden aan meldingsprocedures en overig beleid?

Ook de ontwikkeling van beter beleid en betere procedures voor de afhandeling van meldingen van seksueel wangedrag is van groot belang. Zij moeten transparant en goed vindbaar zijn en vrij van victim blaming. Daarnaast vragen wij u de behoeften van uw onderwijsgemeenschap in kaart te brengen en goede informatie te geven over preventieve en ondersteunende maatregelen.

Lees meer

Allereerst moeten de procedures transparant en goed vindbaar zijn, zeker gezien het feit dat 94 procent van de studenten aangeeft niet te weten wat de procedures zijn, 64 procent niet weet waar ze een melding kunnen maken, en 61 procent niet weet waar ze hulp kunnen krijgen binnen hun instelling. Ook is het belangrijk dat er op wordt toegezien dat er binnen de meldingsstructuur geen ruimte is voor victim blaming en andere impliciete of expliciete praktijken die het welzijn van de melder in de weg staan.

Graag zien we dat zowel studenten als medewerkers worden betrokken bij de vraag hoe de universiteit moet reageren op seksueel geweld. Op die manier kunt u de behoeften van de onderwijsgemeenschap identificeren.

Ook roepen we op tot proactieve en aansprekende informatievoorziening over preventieve en  ondersteunende maatregelen. Het is belangrijk dat deze informatie niet specifiek hoeft te worden opgezocht, maar algemene bekendheid heeft. Daarmee straalt de instelling altijd uit dat studenten die seksueel geweld hebben meegemaakt er niet alleen voor staan. Bovendien is het van belang omdat iemand die net seksueel geweld heeft meegemaakt vaak niet in de gemoedstoestand is om uit te zoeken waar die terecht kan en hoe de procedure werkt.

Waarom roept Amnesty International hiertoe op? Hoe verhoudt dit manifest zich tot mensenrechten?

Het Verdrag van Istanbul en het VN-Vrouwenverdrag noemen niet fysieke dwang, maar het ontbreken van instemming als het relevante criterium voor verkrachting. Staten als Nederland die het verdrag van Istanbul hebben geratificeerd, maar die nog wel dwang als beslissend criterium beschouwen, moeten de wetgeving aanpassen. Maar een wetswijziging alleen is niet genoeg: er is ook maatschappelijke verandering nodig. Hoger-onderwijsinstellingen hebben niet alleen een maatschappelijke voorbeeldfunctie, maar dragen ook verantwoordelijkheid voor de sociale veiligheid binnen de onderwijsgemeenschap. Door hun verantwoordelijkheid te nemen kunnen ze ook de meeste impact maken: studenten maken bovengemiddeld vaak een verkrachting mee, zo blijkt uit het onderzoek van I&O Research en cijfers van het CBS.

Externe partners

Hieronder vindt u een overzicht van externe partners die hebben aangegeven uw instelling verder te kunnen helpen met de implementatie en uitvoering van de in het manifest gemaakte beloftes.

Dit overzicht wordt regelmatig bijgewerkt.

Workshops

Lijst partners

Stichting Fairspace – ‘Fairspace strijdt voor een samenleving waarin iedereen, ongeacht geslacht, kleur of genderexpressie zich veilig voelt in openbare en gedeelde ruimtes, zoals de straat maar ook school, openbaar vervoer, het uitgaansleven of de werkvloer. In de Stand Up omstanderinterventietraining leer je vijf makkelijke en veilige manieren om in te grijpen als je grensoverschrijdend gedrag ziet gebeuren. De zogeheten ‘5D’s methode’ wordt hierbij toegepast: Direct, Distract, Delegate, Delay en Document. Fairspace streeft ernaar om duizenden mensen in Nederland te trainen in het herkennen van grensoverschrijdend gedrag en omstanderinterventie. Ook geven we tips voor wat je kunt doen als grensoverschrijdend gedrag jou overkomt. In 2021 kan Fairspace de 1 à 1,5 uur durende workshops gratis aanbieden aan geïnteresseerden.’

Lees hier meer over het aanbod van Fairspace.

Stichting Sexmatters – ‘Sexmatters zet zich in voor gelijkwaardigheid tussen mensen met verschillende (gender- en seksuele) identiteiten. We doen dit door positief en taboedoorbrekend over seks, gender en consent te praten en door middel van educatieve projecten die zijn gericht op jongeren, jongvolwassenen en hun omgeving (zoals ouders, opvoeders, docenten en hulpverleners). We merken dat er tijdens de workshops, trainingen en gesprekken over deze onderwerpen nog vaak in hokjes wordt gedacht en dat er vooroordelen zijn. Vooroordelen en hokjes-denken kunnen leiden tot ongelijkheid, sociale uitsluiting, (gevoelens van) onveiligheid, grensoverschrijdend gedrag en gender gerelateerd geweld. Sexmatters is opgericht om dit tegen te gaan en zet zich sinds 2013 in voor acceptatie, gelijkwaardigheid en sociale inclusie. Het aanbod van Sexmatters is gericht op het in kaart brengen van het studentenperspectief en om tot een cultuurverandering binnen de instelling te komen en daarmee de sociale veiligheid binnen het instituut te verbeteren.’

Lees hier meer over het aanbod van stichting sexmatters of ga hier naar de website.

Stichting Our Bodies Our Voice is opgezet door studenten en medewerkers van universiteiten en richt zich op preventie van seksueel geweld. De workshops en campagnes kennen een survivor-centric approach. De stichting benadrukt empathische vaardigheden en versterkt haar workshops met concepten als active listening en critical introspection. Wetenschappelijke kennis en ervaringsdeskundigheid worden interactief toegepast. De workshops zijn gericht op het ontmantelen van taboes, het toepassen van productieve terminologie en het doorbreken van mythes en stereotype beeldvorming over seksueel geweld. Daarnaast bevat een workshop informatie over waar je binnen overheidsinstanties en universiteiten ondersteuning en interventie kunt vinden en over hoe je een survivor van seksueel geweld persoonlijk kunt ondersteunen. De aanpak is inclusief en intersectioneel. De workshops zijn vooral in het Engels. Maar de stichting biedt ook lezingen, evenement/panel moderation en presentaties in het Nederlands aan.

Het aanbod omvat onder andere:

  • Workshops aan studenten, universitair medewerkers en studentenverenigingen. Denk aan workshops voor de intro-week, voor het vormen van inclusief beleid en protocollen in verenigingen, voor het behandelen van gevoelige onderwerpen als docent, en voor een veilige werkomgeving in de universiteit.
  • Het versterken van sociale betrokkenheid bij dit thema door train-the-trainer– en peer education-programma’s, en het opbouwen van ‘Student Boards’ die bewustwordingcampagnes kunnen houden.
  • Het geven van guest-lectures binnen universitaire opleidingen over uiteenlopende thema’s die te maken hebben met seksueel geweld.

Ga naar de website van Our Bodies Our Voice

Workshop Samen Helen voor studenten en medewerkers
Voor medewerkers binnen het hoger onderwijs
Hoe voer je een gesprek als een student vertelt over een #MeToo-ervaring? Wat kun je veilig zeggen? Wat kun je beter niet vragen of doen? In onze workshop geven de trainers je een houvast voor dit gesprek. Ze gebruiken hiervoor de 10 tips uit de #MeTooGespreksetiquette van project Samen Helen van Stichting in Lijn.

Tijdens de workshop geven ze aandacht aan het volgende:
• Prevalentie van seksueel geweld: hoe vaak komt het voor, wat weten we over slachtoffers en wat weten we over daders?
• Waarom is het belangrijk om op een juiste manier te reageren?
• Victim blaming: wat is het en hoe voorkom je dit?
• Hoe kun je het beste reageren?
• Welke vragen kun je wel en niet stellen?
• Hoe draag je zorg voor je eigen professionaliteit als er bij jou emoties opkomen?

Deze workshop is geschikt voor iedere medewerker die contact heeft met studenten. Met name voor medewerkers die niet opgeleid zijn in de persoonlijke hulpverlening en wel beschikbaar zijn voor studenten, zoals studiebegeleiders, decanen en docenten. Voor slachtoffers van seksueel geweld is het van cruciaal belang dat medewerkers niet alleen de juiste hulp bieden, maar vooral ook op een juiste manier reageren.

Trainers
Stijn Schenk | organisatie socioloog | ontwikkelaar van lesmateriaal | HBO-docent | maatschappelijk ondernemer
&
Legien Warsosemito-Schenk | vertrouwenspersoon | trainer | coach | change maker

Voor project Samen Helen werken Stijn en Legien samen met o.a. het Centrum voor Seksueel Geweld en De Slachtofferwijzer.

Voor studenten aan het hoger onderwijs
Hoe voer je een gesprek als iemand vertelt over een #MeToo-ervaring? Wat kun je veilig zeggen? Wat kun je beter niet vragen of doen? In onze workshop geven de trainers je een houvast voor dit gesprek. Ze gebruiken hiervoor de 10 tips uit de #MeTooGespreksetiquette van project Samen Helen van Stichting in Lijn.

Tijdens de workshop geven ze aandacht aan het volgende:
• Seksueel geweld: hoe vaak komt het voor, wat weten we over slachtoffers en wat weten we over daders?
• Waarom is het belangrijk om op een juiste manier te reageren?
• Victim blaming: wat is het en hoe voorkom je dit?
• Hoe kun je het beste reageren?
• Welke vragen zijn niet handig om te stellen en welke wel?
• Mag het ook over jou gaan als het lijkt op eigen ervaringen?
• Hoe draag ik bij aan een open cultuur waarin praten over seksueel geweld geen taboe meer is?

Deze workshop is geschikt voor alle studenten die zich betrokken voelen bij een ander en een ander willen steunen. De kennis die je opdoet is nuttig tot ver na je studententijd.

Trainers
Stijn Schenk | organisatie socioloog | ontwikkelaar van lesmateriaal | HBO-docent | maatschappelijk ondernemer
&
Legien Warsosemito-Schenk | vertrouwenspersoon | trainer | coach | change maker

Voor project Samen Helen werken Stijn en Legien samen met o.a. het Centrum voor Seksueel Geweld en De Slachtofferwijzer.

Ga hier naar de website van Samen Helen

Bewustwordingscampagnes

Lijst partners

Stichting HEAR ME: stories that matter maakt taboes rondom seksualiteit bespreekbaar aan de hand van multimediale kunstinstallaties.

Het project HEAR ME NOW bestaat uit verschillende kunstinterventies die bewustzijn creëren en het taboe doorbreken rondom consent en grensoverschrijdend gedrag.  De interventies variëren van een reizende multimediale expositie tot luistersessies. Van een postercampagne tot een talkshow. Stuk voor stuk zijn ze innemend, intiem en maken tegelijkertijd een groter verhaal zichtbaar. Aanvullend zijn er workshops en trainingen.

Ga hier naar de website.

Rutgers Met de Ben je oké?-campagne maakt Rutgers ongewenst seksueel gedrag bespreekbaar tijdens uitgaan en in het bijzonder onder studenten. Dit gebeurt met instructievideo’s maar ook met een uitgebreide checklist voor studentenverenigingen. De toolkit leert studenten ongewenst seksueel gedrag herkennen en weten hoe te handelen als het plaatsvindt. Rutgers adviseert hierbij ook over trainingen en workshops op maat. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met maartje puts via benjeoke@rutgers.nl

Beleidsadvies

Lijst partners

Sexmatters: www.sexmatters.nl

Fairspace: fairspace.co/nl/wat-we-doen

Stichting Our Bodies Our Voice is opgezet door studenten en medewerkers van universiteiten en richt zich op preventie van seksueel geweld.

Het aanbod omvat onder andere:

  • Adviseren over, en meeschrijven aan beleid en projecten.
  • Opbouwen van samenwerkingen binnen hun sector, zoals in Amsterdam en Leiden met de “CARE” lotgenotengroep in samenwerking met The Safo Space en Anesteia Tsagkalijdou.

Ga naar de website van Our Bodies Our Voice