Turkije: geen bommen, dus veilig?

Het is een essentieel onderdeel van de oplossing voor de vluchtelingencrisis: Turkije moet tot ‘veilig derde land’ worden verklaard. Want dan kunnen Europese landen vluchtelingen met goed fatsoen ‘per kerende veerboot’ terugsturen. Maar is Turkije wel veilig? Daarover debatteert de Tweede Kamer vandaag. Vijf vragen en antwoorden in aanloop naar het debat. 

1. Een ‘veilig derde land’. Wat betekent dat eigenlijk?

Een ‘veilig derde land’ betekent volgens EU-regels dat het land asielzoekers de mogelijkheid biedt om een vluchtelingenstatus te krijgen, vluchtelingen niet naar hun land van herkomst terugstuurt en het Vluchtelingenverdrag in de praktijk naleeft. Dat wil zeggen: vluchtelingen wordt niet alleen fysieke veiligheid geboden, ze hebben ook toegang tot andere rechten die in het Vluchtelingenverdrag staan, zoals toegang tot werk, onderwijs en gezondheidszorg. In het kort: ze hebben toekomstperspectief.

Als de EU verklaart dat Turkije een ‘veilig derde land’ is, mogen EU-landen (bijvoorbeeld Griekenland) asielzoekers die eerder in Turkije verbleven, terugsturen. Ze kunnen immers in Turkije asiel krijgen.

2. Wat vindt Amnesty International?

Amnesty International vindt dat iedereen die asiel aanvraagt, recht heeft op een eerlijke, individuele procedure. Het idee van een ‘veilig derde land’ zet bepaalde groepen vluchtelingen automatisch op achterstand.

Als de EU een land toch ‘veilig’ wil noemen, dan moet de Unie zich in ieder geval aan de eigen regels houden (zie 1). En asielzoekers moeten de kans krijgen om bezwaar te maken als ze teruggestuurd worden naar een veilig derde land. Er kunnen immers altijd redenen zijn waarom dat in hun specifieke geval gevaarlijk is. Dat lijkt in de praktijk echter onhaalbaar: de meeste vluchtelingen die via Turkije reizen komen aan in Griekenland. Daar is al jarenlang geen goed functionerend asielsysteem. Individuele bezwaren tegen terugsturen naar Turkije kunnen niet zorgvuldig genoeg worden beoordeeld.

3. ‘Oorlogsvluchtelingen zijn er veilig, want ze krijgen er geen bommen op hun hoofd’.

Aldus Mona Keijzer van het CDA vandaag in de Volkskrant over Turkije. Klopt dat?

Nee. Vluchtelingen worden in Turkije niet beschoten. Maar Turkije heeft de afgelopen maanden wel vluchtelingen opgepakt, gedetineerd en naar Syrië en Irak gedeporteerd. Ook houdt Turkije nieuwe vluchtelingen aan de Syrische grens tegen. Dat zijn ernstige schendingen van het Vluchtelingenverdrag. In dezelfde periode sloot Turkije een deal met de EU over het tegenhouden van vluchtelingen op weg naar Europa. Zo leidt het EU-beleid alleen maar tot een onveiligere situatie in Turkije. Ondanks oproepen van Amnesty hebben Turkije en de EU nog geen enkele maatregel genomen om dit in de toekomst te voorkomen. Alleen al daarom mag Turkije volgens Amnesty niet als ‘veilig derde land’ worden gezien.

4. ‘Voor de toekomst maken we goede afspraken met Turkije. Daardoor krijgen vluchtelingen perspectief op werk en op scholing.’

Dat zegt Malik Azmani van de VVD in hetzelfde Volkskrant-artikel. En inderdaad kondigde Turkije onlangs aan werkvergunningen te verschaffen aan Syrische vluchtelingen. Dat klinkt goed, maar zo simpel is het niet.

Turkije past het VN-Vluchtelingenverdrag alleen maar toe op ‘Europese’ vluchtelingen. In de praktijk betekent dat dat er geen ‘echte’ vluchtelingen in Turkije zijn, volgens Turkije ten minste. De rechten die bij het Vluchtelingenverdrag horen, zoals het recht om te werken, zijn daarom ook niet automatisch geregeld. Daarvoor is nieuwe wetgeving nodig, zoals de werkvergunningen. Maar die zijn aan beperkingen gebonden. Vluchtelingen mogen alleen werken in de provincie waar ze verblijven. Werkgevers mogen niet meer dan 10 procent Syrische werknemers in dienst hebben. In provincies waar inmiddels veel Syriërs wonen is dat een grote belemmering. De regeling geldt bovendien niet voor niet-Syrische vluchtelingen, zoals Afghanen en Irakezen.

5. ‘Als je alleen maar achterover hangt en roept: “Het klopt allemaal niet” dan blijven er mensen verdrinken.’

Aldus Attje Kuiken van de PvdA. ‘We hebben Turkije nu eenmaal nodig voor de oplossingen.’ Dat is zeker waar. Maar vluchtelingen tegenhouden in of per kerende veerboot terugsturen naar Turkije, zoals haar partijgenoot Diederik Samsom onlangs voorstelde, is niet de oplossing.

De praktijk laat zien dat elke poging om de Europese grens voor vluchtelingen af te sluiten alleen maar leidt tot verschuiving van de routes. De kans is groot dat vluchtelingen vanuit de regio via nog gevaarlijkere routes naar Europa proberen te komen, met een nog groter aantal slachtoffers tot gevolg. Volgens Amnesty moet de EU daarom inzetten op het bieden van veilige, legale routes aan vluchtelingen. Dan wordt een gevaarlijke tocht over zee onnodig en dat is beter dan het onmogelijk maken.

De reden dat mensen überhaupt de Egeïsche zee oversteken is omdat de Grieks-Turkse landgrens met een hek is afgesloten. Als zij aan de landsgrens asiel kunnen aanvragen, zou dat levensgevaarlijke boottochten in één klap onnodig maken.