Terugsturen vluchtelingen naar Turkije is illegaal

Het Turkse asielsysteem schiet op drie noodzakelijke punten ernstig tekort. Dat blijkt uit een rapport dat Amnesty vandaag publiceert. De Europese Unie (EU) moet daarom onmiddellijk stoppen met het terugsturen van vluchtelingen naar Turkije. Het land is voor hen niet veilig.

In Turkije verblijven meer dan drie miljoen asielzoekers en vluchtelingen, waarvan 2,75 miljoen Syriërs. Het Turkse asielsysteem, dat nog moet worden opgebouwd, kan dat niet aan. Internationale wetgeving schrijft criteria voor waaraan een land moet voldoen om als veilig land voor vluchtelingen te gelden. Andere landen mogen dan vluchtelingen naar dat land terugsturen. Turkije is geen veilig land. Het faalt jammerlijk op drie van die criteria:

1. Asielzoekers wachten jarenlang op een status

Syriërs kunnen in Turkije een tijdelijke asielstatus krijgen, voor niet-Syriërs ligt dat veel ingewikkelder. Honderdduizenden van hen wachten jarenlang op uitsluitsel. In 2015 kregen volgens officiële cijfers 4.000 van hen te horen of ze wel of niet asiel kregen. Dat was slechts 1,5 procent van het totale aantal asielaanvragen.

2. Vluchtelingen hebben geen perspectief

In Turkije krijgen asielzoekers geen volledige vluchtelingenstatus, waardoor ze niet goed kunnen integreren in het land. Bijvoorbeeld omdat ze niet mogen werken. De kans dat zij een toekomst kunnen opbouwen in een ander land is ook vrijwel nihil, aangezien andere landen slechts een miniem aantal vluchtelingen uitnodigen voor hervestiging.

3. Vluchtelingen kunnen niet voorzien in hun levensonderhoud

De overgrote meerderheid van de vluchtelingen krijgt geen steun van de overheid bij het zoeken naar onderdak. Van de Syriërs in Turkije woont 10 procent in vluchtelingenkampen, de rest is afhankelijk van hulp van familie, vrienden of religieuze gemeenschappen. Van de niet-Syriërs kreeg slechts 0,025 procent onderdak via de overheid. Velen slapen in moskeeën, parken, metrostations of onder bruggen. Financiële steun van de overheid is er nauwelijks, en vluchtelingen mogen officieel niet werken. Kinderarbeid komt onder vluchtelingen veel voor; het is voor families de enig manier om rond te komen.

‘We kunnen niet langer in Turkije blijven’

Faiza (niet haar echte naam) uit Afghanistan en haar zus vluchtten uit Iran, waar ze gedwongen getrouwd waren. Turkije erkende hen als vluchteling. Drie jaar lang wachtten ze op hervestiging in een ander land. Toen gaven ze de moed op en waagden hun leven op een smokkelboot naar Griekenland. ‘We zeiden tegen elkaar: “Misschien gaan we dood, misschien komen we niet aan – het maakt niet. We kunnen niet langer in Turkije blijven”.’

EU-Turkijedeal deugt niet

Dat Turkije niet voldoet aan de hierboven genoemde criteria, maakt uitzetten van vluchtelingen naar Turkije illegaal. De EU had kunnen voorspellen dat Turkijes nieuwe asielprocedure niet voldoet. Daarom had zij nooit een deal met Turkije mogen sluiten waarvan het terugsturen van vluchtelingen deel uitmaakt. In verschillende onderzoeken toonde Amnesty eind 2015 en begin 2016 al aan dat vluchtelingen vanuit Turkije worden teruggestuurd naar het onveilige Afghanistan, Irak en Syrië.

De EU heeft bij het sluiten van de deal opzettelijk de situatie in Turkije verkeerd voorgesteld, in een meedogenloze poging te voorkomen dat migranten naar Europa komen.

> Lees het rapport No safe refuge: Asylum-seekers and refugees denied effective protection in Turkey