 
    President Letland moet opzegging vrouwenrechtenverdrag terugdraaien
Na een debat van 14 uur besloot het Letse parlement om uit het Verdrag van Istanbul te stappen. Dit verdrag van de Raad van Europa heeft als doel het geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden. Amnesty International roept de Letse president op dit besluit terug te draaien.
“Als Letland zich terugtrekt uit het Verdrag van Istanbul, is dat een enorme klap voor de bescherming en rechten van vrouwen en meisjes in het land en voor iedereen die te maken heeft met huiselijk geweld’, zegt Monica Costa Riba van Amnesty International. “Het signaal dat hiermee wordt afgegeven aan daders, is dat ze vrouwen en meisjes kunnen mishandelen en vermoorden zonder daarvoor gestraft te worden.”
”Dit besluit is ingegeven door een machtige anti-rechten-beweging,” stelt Costa Riba. Die verspreidt schadelijke desinformatie over deze essentiële waarborg om gendergelijkheid en de rechten van vrouwen en LHBTI’ers in een kwaad daglicht te stellen.”
Het wetsvoorstel ligt nu bij de president, die een veto uit kan spreken of de wet met zijn handtekening kan bekrachtigen. Als dit laatste gebeurt, wordt Letland het eerste EU-land dat zich terugtrekt uit een belangrijk mensenrechtenverdrag van de Raad van Europa en na Turkije het tweede land dat deze stap neemt. Het vertrek van Turkije in 2021 werd alom veroordeeld.
Oproep Amnesty
Amnesty dringt er bij de president van Letland op aan om het juiste te doen en zijn veto te gebruiken om de terugtrekking van Letland uit het Verdrag van Istanbul tegen te houden. Ook moeten er maatregelen komen, die garanderen dat het Verdrag goed wordt uitgevoerd om vrouwen en meisjes te beschermen tegen gendergerelateerd en huiselijk geweld.
”Ondanks aanhoudende tegenstand moeten we samenwerken om verdere aanvallen op de rechten van vrouwen en gendergelijkheid in Letland en in heel Europa te weerstaan, ” zegt Monica Riba Costa.
Achtergrond
Letland ratificeerde het Verdrag van Istanbul in november 2023, waarna het in mei 2024 in werking trad. Het Verdrag van Istanbul werd op 11 mei 2011 aangenomen door het Comité van Ministers van de Raad van Europa en trad op 1 augustus 2014 in werking. Het is het eerste Europese verdrag dat specifiek gericht is op geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Het Verdrag bevat minimumnormen voor preventie, bescherming, vervolging en de ontwikkeling van geïntegreerd beleid ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.
Tot nu toe is het Verdrag door de meeste lidstaten van de Raad van Europa ondertekend (45) en geratificeerd (39). Op 28 juni 2023 volgde de Europese Unie. Alleen Armenië, Azerbeidzjan, Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Litouwen en Slowakije moeten nog toetreden tot het verdrag.
 
                                                 
                                                