Polen/Belarus: nieuw bewijs van mishandelingen toont hypocrisie van ongelijke behandeling asielzoekers
De Poolse autoriteiten hebben bijna tweeduizend asielzoekers willekeurig vastgezet die in 2021 de grens vanuit Belarus overstaken. Veel van deze mensen kregen te maken met mishandelingen. Ze werden gefouilleerd in onhygiënische, overvolle detentiecentra en soms zelfs gedwongen verdoofd en bewerkt met stroomstootwapens. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek dat Amnesty International vandaag uitbrengt. Het contrast met het warme onthaal waarop vluchtelingen uit Oekräine kunnen rekenen, is groot.
Na een rustigere periode in de winter, proberen nu weer meer asielzoekers Polen vanuit Belarus binnen te komen. In Belarus hebben ze geen toegang tot fondsen vanwege internationale sancties tegen Belarus. Ook lopen ze het risico dat de Belarussische politie hen lastiggevalt of oppakt vanwege hun illegale immigratiestatus. Bij de Poolse grens stuiten ze opcprikkeldraad en sturen Poolse grenswachten ze keer op keer terug naar Belarus, soms wel twintig of dertig keer.
‘Asielzoekers die via de grens met Belarus Polen binnenkwamen, zitten nu vast in vieze, overvolle detentiecentra waar bewakers hen mishandelen en waar ze geen contact mogen hebben met de buitenwereld’, zegt Jelena Sesar van Amnesty International. ‘Velen van hen zijn gedwongen de grens over te gaan door Belarussische grenswachten.’
‘Deze gewelddadige en vernederende behandeling staat in scherp contrast met het warme welkom dat Polen biedt aan mensen die uit Oekraïne zijn gevlucht. Het gedrag van de Poolse autoriteiten riekt naar racisme en hypocrisie. Polen moet onmiddellijk zijn bewonderenswaardige compassie voor mensen uit de Oekraïne laten gelden voor alle mensen die zijn landsgrenzen oversteken om veiligheid te zoeken.’
Willekeurige detentie en weerzinwekkende omstandigheden in detentie
De Poolse grenswachten pakken systematisch mensen op die de grens oversteken vanuit Belarus en sturen hen met geweld terug de grens over. Soms dreigen ze daarbij met geweren. De overgrote meerderheid van de mensen die het geluk hebben niet te worden teruggestuurd naar Belarus en asiel kunnen aanvragen in Polen, worden daar automatisch gevangengezet. Hun individuele situatie en de impact die detentie kan hebben op hun lichamelijke en mentale gezondheid wordt daarbij niet goed beoordeeld. Ze worden vaak voor lange en onduidelijke periodes vastgehouden in overvolle detentiecentra waar weinig privacy is en slechts beperkte toegang is tot sanitaire voorzieningen, artsen, psychologen of juridische bijstand.
Bijna alle mensen die Amnesty International interviewde gaven aan getraumatiseerd te zijn na hun vlucht uit conflictgebieden en maandenlang vastzaten aan de grens tussen Polen en Belarus. Ze lijden ook aan ernstige psychologische problemen, zoals angststoornissen, slapeloosheid, depressie en frequente gedachten aan zelfmoord. Dit werd versterkt door hun onnodige detentie. Voor de meesten was er geen psychische hulp.
Opnieuw getraumatiseerd op een militaire basis
Veel van de mensen die Amnesty International sprak, hadden in het detentiecentrum in Wędrzyn gezeten. Daar zitten 600 mensen vast. De faciliteit is overvol, met 24 mannen in kamers van slechts acht vierkante meter.
In 2021 verkleinden de Poolse autoriteiten de minimum vereiste ruimte voor een buitenlandse gevangene van drie vierkante meter per persoon naar slechts twee. Het minimum dat de Raad van Europa voorschrijft is vier vierkante meter per persoon.
Mensen die in Wędrzyn hadden gezeten, vertelden hoe de bewakers nieuwe mensen begroeten met ‘welkom in Guatánamo’. Veel van hen waren slachtoffer van marteling in hun thuislanden voordat ze afschuwelijke ervaringen hadden in Belarus en aan de Poolse grens. Het detentiecentrum van Wędrzyn is onderdeel van een militaire basis die nog in gebruik is. De faciliteit is omgeven met prikkeldraad en er is een constant geluid van de tanks, helikopters en geweren van militaire oefeningen in het gebied, wat veel mensen nieuwe trauma’s oplevert.
‘Ik ben gebroken in Wędrzyn’
‘Meestal werden we wakker van de geluiden van tanks en helikopters, gevolgd door geweerschoten en explosies’, vertelt Khafiz, een vluchteling uit Syrië. ‘Dit ging soms de hele dag door. Als je nergens heen kunt en er geen activiteiten zijn om je gedachten ergens anders op te richten of een ruimte hebt voor wat rust, is dit niet te verdragen. Na alle marteling in de gevangenis in Syrië, de bedreigingen aan het adres van mijn familie, en daarna maanden onderweg, denk ik dat ik echt gebroken ben in Wędrzyn.’
In het detentiecentrum van Lesnowola vertelden mensen die er vastzaten dat ze zich ontmenselijkt voelden door de behandeling van de bewakers. Het personeel noemde de mensen bij hun dossiernummer in plaats van hun naam en strafte mensen buitensporig. Zo werden mensen in isolatie gezet voor kleine verzoeken zoals het vragen om een handdoek of meer eten.
Bijna alle geïnterviewden spraken over constant respectloos en verbaal beledigend gedrag, racistische opmerkingen en andere praktijken die vallen onder een psychologisch slechte behandeling.
Mannen die Amnesty International interviewde, klaagden allemaal over de manier waarop ze gefouilleerd werden. Als mensen werden overgebracht van het ene naar het andere detentiecentrum, werden ze op beide locaties gefouilleerd. In Wędrzyn gebeurde dit op een vernederende manier. Zo moesten alle buitenlanders samen in een kamer zitten, al hun kleding uittrekken en lang in een gehurkte positie zitten – veel langer dan nodig was voor de controle.
Gewelddadige gedwongen uitzettingen
Amnesty International interviewde verschillende mensen die gedwongen werden uitgezet en sommigen die nog steeds in Polen in detentie zitten. Velen vertelden dat de Poolse grenswachten die hen moesten uitzetten hen dwongen documenten in het Pools te ondertekenen. Ze vermoeden dat deze documenten belastende informatie bevatten om hun uitzetting te rechtvaardigen. Ze vertelden ook dat de grenswachten soms buitensporig geweld inzetten, zoals stroomstootwapens, handboeien en zelfs mensen die werden uitgezet eerst verdoofden.
De autoriteiten probeerden de 30-jarige Koerdische Yezda uit te zetten, samen met haar man en drie kleine kinderen. Nadat ze te horen kreeg dat ze naar Irak zouden worden teruggestuurd, raakte Yezda in paniek en smeekte de bewakers hen niet uit te zetten. Ze dreigde zelfmoord te plegen en raakte erg gestrest. ‘Ik wist dat ik niet terug kon naar Irak en ik was klaar om te sterven in Polen. Toen ik zo aan het huilen was, bonden twee bewakers mijn handen en die van mijn man achter onze rug vast. Een arts gaf ons een injectie waardoor we ons heel zwak en slaperig voelden. Mijn hoofd was niet helder, maar ik kon mijn kinderen horen, ze waren in de kamer met ons en huilden en schreeuwden.’
‘Ze vroegen ons om door de beveiliging op het vliegveld te gaan en de bewakers zeiden dat we ons moeten gedragen in het vliegtuig. Maar ik weigerde te vertrekken. Ik herinner me dat ik merkte dat ik niet eens schoenen aan had, want in de chaos in het kamp waren deze uitgegaan. Mijn hoofd was niet helder, en ik kon mijn man of kinderen niet zien. Maar ik herinner me dat ze me dwongen het vliegtuig in te gaan. Ik huilde nog steeds en smeekte de politie om ons niet mee te nemen.’
Yezda zegt dat ze haar voet brak toen ze zich verzette toen de bewakers haar in het vliegtuig dwongen. Yezda en haar gezin werden naar Warschau teruggestuurd nadat de vliegmaatschappij weigerde hen mee te nemen naar Irak. Ze zitten nog steeds in een kamp in Polen.
Vrijwilligers en activisten hebben geen toegang tot de grens van Polen met Belarus. Sommigen worden zelfs vervolgd omdat ze mensen proberen te helpen die de grens willen oversteken. In maart 2022 werden mensen vastgezet omdat ze vluchtelingen en migranten aan de grenzen van Polen met Belarus hadden geholpen. Ze gaven levensreddende hulp maar kunnen daarvoor zwaar gestraft worden.
Vast aan de grens
Op 20 maart 2022 zetten de Belarussische autoriteiten bijna 700 vluchtelingen en migranten uit. Onder hen veel gezinnen met kleine kinderen en mensen die ernstige ziektes en beperkingen hadden. Ze zaten in het Belarussische dorp Bruzgi in een loods waar duizenden mensen in 2021 onderdak hadden gevonden.
De mensen werden uitgezet en kwamen vast te zitten in het bos, waar ze probeerden te overleven bij temperaturen onder het vriespunt. Ze hadden geen onderdak, voedsel, water of toegang tot medische zorg. Veel van hen zitten nog steeds in het bos en worden dagelijks lastiggevallen door Belarussische grenswachten die mensen met behulp van honden de grens over proberen te krijgen naar Polen.
‘Honderden mensen die conflicten in het Midden-Oosten en andere delen van de wereld ontvluchtten, zitten nog vast op de grens tussen Belarus en Polen’, zegt Jelena Sesar. De Poolse overheid moet het uitzetten van mensen onmiddellijk stoppen. Deze pushbacks zijn illegaal, ondanks pogingen van de overheid ze te rechtvaardigen. De internationale gemeenschap – ook de EU – moet eisen dat de mensen die vastzitten aan de Poolse grens met Belarus dezelfde toegang tot de EU krijgen als andere groepen mensen die veiligheid zoeken in Europa.’